ECLI:NL:RBMNE:2023:2571
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbrekende machtiging in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 mei 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, vertegenwoordigd door [A], en de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort. De zaak betreft de waardering van onroerende zaken voor het belastingjaar 2021, waarbij de heffingsambtenaar op 27 februari 2020 de WOZ-waarden heeft vastgesteld. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, waarop de heffingsambtenaar het bezwaar gedeeltelijk gegrond heeft verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar, maar de rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiser niet de juiste machtiging heeft overgelegd om namens de eigenaar van de onroerende zaken beroep in te stellen. Ondanks herhaalde verzoeken om een schriftelijke machtiging, heeft eiser niet voldaan aan de gestelde voorwaarden. De rechtbank heeft eiser in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen, maar de overgelegde volmachten waren niet voldoende om de bevoegdheid van eiser vast te stellen. Hierdoor kon de rechtbank niet toekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep.
De rechtbank heeft ook het verzoek van eiser om vergoeding van immateriële schade afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat eiser daadwerkelijk beroep wenste in te stellen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.