ECLI:NL:RBMNE:2023:2534

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 mei 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
16/298832-22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het aanwezig hebben van grote hoeveelheden harddrugs en hasjiesj

Op 30 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 november 2022 in Woerden grote hoeveelheden harddrugs, waaronder MDMA en amfetamine, en hasjiesj aanwezig had in zijn woning. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij de verdachte en zijn raadsman, mr. M.M. Kuyp, aanwezig waren. De officier van justitie, mr. E. Wiersma, heeft de vordering ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij de drugs voor anderen bewaarde en dat hij wist dat het om verdovende middelen ging. De rechtbank heeft op basis van de aangetroffen bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van de verdachte en rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut, geoordeeld dat de verdachte opzettelijk de drugs aanwezig had. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde in vereniging plegen, omdat er onvoldoende bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking met anderen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de in beslag genomen goederen onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte, die eerder is veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/298832-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1963] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven aan [adres] te [woonplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 februari 2023 en 16 mei 2023. Op 16 mei 2023 is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. E. Wiersma, en van dat wat verdachte en zijn raadsman, mr. M.M. Kuyp, advocaat te Laren, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
op 16 november 2022 in Woerden met één of meer andere personen opzettelijk aanwezig heeft gehad 19930 en 17840 gram MDMA en 21,1 en 205,8 en 401,7 gram amfetamine;
feit 2
op 16 november 2022 in Woerden met één of meer andere personen opzettelijk aanwezig heeft gehad 26490 gram hasjiesj.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit vrijspraak van het ten laste gelegde bestanddeel “in vereniging plegen”, omdat daar onvoldoende bewijs voor is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting:
Ik woonde op 16 november 2022 op de [straat] in [woonplaats] . Ik had toen verdovende middelen in huis. Ik bewaarde de dozen voor iemand. Ik wist wel dat er iets verkeerds in zat. Ik deed het voor het geld. Ze hebben mij verteld dat het hasj of iets dergelijks was. Ik heb een doos opengesneden en zag zakjes met bruin spul erin. Toen wist ik wel dat het drugs was. Volgens mij lagen die pakketten in de vriezer er al langer. Er komen weleens mensen bij mij over de vloer en daar bewaar ik weleens wat voor, het kan zijn dat iemand dat erin heeft gelegd. Ik stel dan geen vragen.
Uit het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] van 17 november 2022 blijkt onder meer het volgende:
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte op 16 november 2022 werd onder andere in beslag genomen:
Vriezer middelste lade:
1. x rode plastic tas Kruidvat met als inhoud: 3 x aluminium verpakking met hierin vermoedelijk verdovende middelen, met goednummer 3076897.
1. x gekleurde plastic tas met als inhoud: 2x aluminium verpakking met hierin vermoedelijk
verdovende middelen, met goednummer 3076896.
1. x aluminium verpakking met hierin een plastic beker met vermoedelijk verdovende middelen, met goednummer 3076885.
Kamer/badkamer:
Op de grond:
1. x bruine kartonnen doos met opschrift ‘18m’ met als inhoud: 9 x pakket met vermoedelijk verdovende middelen, met goednummer 3076786.
1. x bruine kartonnen doos voorzien van witte sticker met als inhoud: 10 x pakket met vermoedelijk verdovende middelen, met goednummer 3076805.
1. x zwarte tas met als inhoud: 4 x zak met vermoedelijk verdovende middelen, met goednummer 3076808. [2]
Uit het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van verbalisanten [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van 17 november 2022 blijkt onder meer het volgende:
Goednummer: PL0900-2022341053-3076805
Bijzonderheden: Kleine doos met 10 plastic zakken
Omschrijving: plastic zakken met bruine kristallen/brokken
Gewicht netto: 19930 gram [3]
Aantal monsters: 1
SIN: AALZ3542NL [4]
Goednummer: PL0900-2022341053-3076786
Inhoud/specificatie: 9 zakken bruine brokken
Gewicht netto: 17840 gram
Aantal monsters: 1
SIN: AALZ5341NL [5]
Goednummer: PL0900-2022341053-3076808
Omschrijving: plastic zakken met daarin bruine blokken geperste plantentoppen
Gewicht netto: 26490 gram
Indicatieve test van monster: Duquenois-Levine : Positief voor Cannabis [6]
Uit de bijbehorende rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt onder meer het volgende:
Kenmerk
Conclusie
AALZ3542NL
bevat MDMA [7]
Kenmerk
Conclusie
AALZ3541NL
bevat MDMA [8]
Uit het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 2] van 22 november 2022 blijkt onder meer het volgende:
Goednummer: PL0900-2022341053-3076885
Omschrijving: plastic (koffie)bekertje met witte pasta afgedekt met aluminiumfolie
Gewicht netto: 21,1 gram
Aantal monsters: 1
SIN: AAPW1580NL [9]
Goednummer: PL0900-2022341053-3076896
Omschrijving: plastic tasje met aluminiumfolie bollen
Gewicht netto: 205,8 gram
Aantal monsters: 1
SIN: AAPW1579NL [10]
Goednummer PL0900-2022341053-3076897
Omschrijving: plastic tasje (Kruidvat) met aluminiumfolie bollen
Gewicht netto: 401,7 gram
Aantal monsters: 1
SIN: AAPW1577NL [11]
Uit de bijbehorende rapporten van het Nederlands Forensisch Instituut blijkt onder meer het volgende:
Kenmerk
Conclusie
AAPWl580NL
bevat amfetamine [12]
Kenmerk
Conclusie
AAPW1579NL
bevat amfetamine [13]
Kenmerk
Conclusie
AAPW1577NL
bevat amfetamine [14]
Bewijsoverweging
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 16 november de ten laste gelegde hoeveelheden MDMA, amfetamine en hasjiesj aanwezig heeft gehad in zijn woning in [woonplaats] . De betreffende drugs zijn immers in zijn woning aangetroffen in twee dozen en een sporttas en in pakketjes in de vriezer. Uit het onderzoek door de politie en het Nederlands Forensisch instituut blijkt de aard en het gewicht van de aangetroffen middelen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de drugs opzettelijk aanwezig had. Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij de middelen tegen betaling bewaarde voor anderen, en dat hem daarbij is verteld dat er hasj in zat. Verdachte heeft verder verklaard dat hij bruin spul in de dozen heeft gezien en daardoor wist dat het drugs was. Dit brengt mee dat verdachte de MDMA en hasjiesj willens en wetens voorhanden had.
Verdachte heeft tijdens de zitting gezegd dat hij niet wist dat er in zijn vriezer verdovende middelen lagen. Maar de rechtbank maakt uit zijn verklaring op dat hij wel wist dat er pakketten in de vriezer lagen. Verdachte bewaarde die pakketten voor anderen en stelde daarbij geen vragen. Nu verdachte dit deed terwijl hij tegelijkertijd dozen drugs bewaarde voor anderen, heeft verdachte in ieder geval bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de pakketten in de vriezer verboden verdovende middelen bevatten. Dit betekent dat sprake is van voorwaardelijk opzet, waardoor ook voor de amfetamine in de vriezer wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte deze opzettelijk aanwezig had.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde in vereniging heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Op grond van de tot het dossier behorende stukken en hetgeen ter terechtzitting is besproken, kan namelijk niet worden vastgesteld dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
opof omstreeks16 november 2022 te Woerden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
(onder andere)19930 en/of17840 gram MDMA en/of
21,1 en/of205,8 en/of401,7 gram Amfetamine
zijnde MDMA en/ofAmfetamine,(een)middel(en)als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
opof omstreeks16 november 2022 te Woerden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
26490 gram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van meer dan 30 gramvan een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,
zijnde hasjiesj, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. De rol van verdachte is beperkt, hij was geen eigenaar van de drugs en had geen leidende rol in de organisatie. Er moet bij de strafmaat verder rekening mee worden gehouden dat verdachte veel pijn en hinder heeft omdat hij is beschoten, wat verband houdt met de ten laste gelegde feiten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het houden van drugs voor anderen. Het gaat hier om een grote hoeveelheid drugs: ruim 38 kilo harddrugs en ongeveer 26,5 kilo hasjiesj. Harddrugs zoals MDMA en amfetamine zijn, ook vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk voor de gezondheid. Het opslaan van drugs voor anderen is een belangrijke schakel in de keten van professionele drugshandel. De handel in en verspreiding van harddrugs gaat gepaard met verschillende vormen van andere criminaliteit in binnen- en buitenland, met schade voor de samenleving tot gevolg. Verdachte heeft zich hier niets van aangetrokken en was enkel gericht op zijn eigen geldelijk gewin.
Verdachte is op 16 november 2022 het slachtoffer geweest van een schietpartij, waarbij meerdere dozen met drugs zijn weggenomen uit zijn woning. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte vóór de schietpartij een grotere hoeveelheid verdovende middelen aanwezig heeft gehad dan na de schietpartij door de politie is aangetroffen. Dit weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee. Verder vindt de rechtbank strafverzwarend dat verdachte kennelijk plannen had voor het opslaan van meer drugs. Uit de telefoontaps blijkt de professionele setting van de activiteiten van verdachte. Hij had bovendien een loods gehuurd. Verdachte heeft geen verklaring gegeven waar deze loods voor zou dienen, zodat de rechtbank er rekening mee houdt dat verdachte de loods wilde gaan gebruiken voor opslag van verdovende middelen.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 14 april 2023, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden vaker is veroordeeld voor overtredingen van de Opiumwet. Bij de laatste veroordeling, die weliswaar meer dan vijf jaar geleden is, heeft hij een gevangenisstraf van 30 maanden gekregen en is hem een forse ontnemingsmaatregel opgelegd. Desondanks is verdachte wederom de fout ingegaan.
Verdachte is tijdens de terechtzitting open geweest over de dozen met drugs die in zijn huis zijn aangetroffen, maar hij heeft geen volledige openheid van zaken gegeven over zijn activiteiten. Er is geen indicatie dat verdachte in drugs handelt. Deze factoren weegt de rechtbank noch in strafverzwarende noch in strafmatigende zin mee.
Verdachte heeft in zijn voorlopige hechtenis ondervonden dat detentie hem zwaar valt. Dit komt met name door het letsel dat hij heeft overgehouden aan de schietpartij. Verdachte is wel in zekere zin gestraft door dit letsel, maar de rechtbank weegt dat slechts beperkt straf matigend mee. Er moet vanuit worden gegaan dat verdachte bewust bepaalde risico’s heeft aanvaard door zich in te laten met de professionele drugshandel, die niet ongevaarlijk is. Voor zover verdachte genoegdoening wil voor het leed dat hem door de schietpartij is aangedaan, zal hij dat als benadeelde partij moeten verhalen op de dader(s) in de strafzaak over de schietpartij.
Op te leggen straf
De ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigt de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de straffen die doorgaans bij vergelijkbare feiten worden opgelegd en die hun weerslag hebben gevonden in de oriëntatiepunten voor de strafoplegging van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). In het geval van het voorhanden hebben van de bewezen verklaarde hoeveelheid verdovende middelen wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden of meer als oriëntatiepunt genoemd (namelijk 36 maanden voor de MDMA en amfetamine en 12 maanden voor de hasjiesj). Dit oriëntatiepunt gaat uit van een verdachte die voor deze delicten een zogenoemde first offender is – wat verdachte niet is. Zoals hierboven weergegeven, is er sprake van een aantal strafverzwarende factoren en een aantal strafmatigende factoren. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48 maanden passend en geboden is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BESLAG

Blijkens een ‘Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen’ van 12 mei 2023 is beslag gelegd op:
9 stk verdovende middelen (omschrijving: PL0900-2022341053-3076786)
1 ds verdovende middelen (omschrijving: PL0900-2022341053-3076805)
4 stk verdovende middelen (omschrijving: PL0900-2022341053-3076808)
€ 1565,-- (omschrijving: PL0900-MD5R022073_745175)
1 stk cocaïne (omschrijving: PL0900-2022341053-G3076885)
2 stk cocaïne (omschrijving: PL0900-2022341053-G3076896)
3 stk cocaïne (omschrijving: PL0900-2022341053-G3076897)
Verder blijkt uit een proces-verbaal van bevindingen (pagina 109) dat ook een portemonnee (met hierin onder andere het rijbewijs van verdachte) en twee telefoons van het merk Oppo in beslag zijn genomen.
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert onttrekking van de inbeslaggenomen verdovende middelen. Het inbeslaggenomen geld en de portemonnee moeten volgens de officier van justitie worden teruggegeven aan verdachte. De officier van justitie stelt dat de telefoons nog geopend moeten worden en om die reden moeten worden overgedragen naar een ander onderzoek. Volgens de officier kunnen de telefoons daarom nog niet worden teruggegeven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om het inbeslaggenomen geld, de portemonnee en de telefoons terug te geven aan verdachte.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen goederen zoals hierboven weergegeven onder 1 tot en met 3 en 5 tot en met 7 onttrekken aan het verkeer, voor zover deze niet reeds zijn vernietigd. Deze goederen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. De bewezen verklaarde feiten zijn bovendien met een deel van deze goederen begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het geld en de portemonnee met inhoud, aangezien het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet. Het is niet aan de rechtbank om te beslissen over overdracht van de telefoons naar een ander onderzoek, zodat de rechtbank ook van de telefoons teruggave aan verdachte zal gelasten.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
  • verklaart de goederen genummerd onder 1 tot en met 3 en 5 tot en met 7 als hiervoor in rubriek 9 vermeld onttrokken aan het verkeer;
  • gelast de teruggave aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt (de verdachte) van:
o een bedrag van € 1565,-- (PL0900-MD5R022073_745175);
o een portemonnee met inhoud;
o twee Oppo telefoons.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Schothorst, voorzitter, mrs. L.E. Verschoor - Bergsma en H.C. Piet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Hekker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 mei 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat hij:
Feit 1
op of omstreeks 16 november 2022 te Woerden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
(onder andere) 19930 en/of 17840 gram MDMA en/of
21,1 en/of 205,8 en/of 401,7 gram Amfetamine
zijnde MDMA en/of Amfetamine (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
op of omstreeks 16 november 2022 te Woerden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
26490 gram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,
zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit de paginanummers van het proces-verbaal van Politie Midden-Nederland, Districtsrecherche West-Utrecht met nummer (z) 2022342584 en doorgenummerd van pagina 1 tot en met 537. De bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven.
2.Een proces-verbaal van bevindingen, pagina 108.
3.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 79.
4.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 81.
5.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 81.
6.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 81.
7.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pagina 84.
8.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pagina 85.
9.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 147.
10.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 148.
11.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, pagina 148.
12.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pagina 150.
13.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pagina 151.
14.Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, pagina 152.