ECLI:NL:RBMNE:2023:2526

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
30 mei 2023
Zaaknummer
16.247475.22; 16.124574.22 (gev. ttz.); 16.119283.23 (gev. ttz); 13.148202.21 (vord. tul) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstallen in vereniging met braak en belediging van een ambtenaar

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 mei 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die beschuldigd werd van twee diefstallen uit auto’s en het beledigen van een politieagent. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 14 april 2022 en 26 september 2022 in Utrecht samen met anderen goederen heeft gestolen uit geparkeerde auto’s door middel van braak. De verdachte heeft de diefstallen bekend, maar heeft in één van de zaken vrijspraak bepleit, wat de rechtbank heeft gehonoreerd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal op 14 april 2022. Voor de diefstallen op 26 september 2022 heeft de rechtbank de verdachte wel schuldig bevonden, mede op basis van zijn bekentenis en het bewijs van aangiften en camerabeelden. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het beledigen van een politieagent op 22 maart 2023, wat hij ook heeft bekend. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 106 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en ambulante behandeling. Tevens is de vordering van de benadeelde partij, [onderneming] B.V., tot schadevergoeding van € 769,25 toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.247475.22; 16.124574.22 (gev. ttz.); 16.119283.23 (gev. ttz); 13.148202.21 (vord. tul) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 31 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1999] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. D. ter Laak en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. N. Hendriksen, advocaat te Hoorn, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16.124574.22:
op 14 april 2022 in Utrecht samen met anderen uit een auto onder andere een rugzak en iPhone van [slachtoffer 1] en/of [apotheek] heeft gestolen door middel van braak;
16.247475.22:
Feit 1: op 26 september 2022 in Utrecht samen met anderen uit een auto onder andere een computertas met laptop en tablet heeft gestolen van [slachtoffer 2] door middel van braak van;
Feit 2: op 26 september 2022 in Utrecht samen met anderen uit een auto een rugzak met sleutelbos en een laptop heeft gestolen van [slachtoffer 3] door middel van braak;
16.119283.23
op 22 maart 2023 te Utrecht een politieagent, [politieagent] , heeft beledigd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het in alle drie de parketnummers ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte het ten laste gelegde in parketnummer 16-247475-22 en 16-119283-22 bekent.
Ten aanzien van het in parketnummer 16-24574-22 ten laste gelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Verdachte ontkent dat hij betrokken is bij die auto-inbraak. Er is een verbalisant die verdachte zegt te herkennen als bijrijder op de scooter. De andere twee verbalisanten houden een slag om de arm. De camerabeelden zijn ook niet zodanig dat onderscheidende persoonskenmerken zijn waar te nemen. De raadsman stelt zich op het standpunt dat de herkenningen niet de gedachte rechtvaardigen dat verdachte de bijrijder was en betrokken was bij de auto-inbraak.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak parketnummer 16-124574-22
Op de camerabeelden van de auto-inbraak op 14 april 2022 is te zien dat twee personen op een scooter aan komen rijden, zich rond een geparkeerde auto begeven, op zeker moment ook de auto in lijken te gaan en vervolgens weer weg rijden op de scooter. De bestuurder van de scooter is op de camerabeelden goed te zien. Dit is niet verdachte. Twee verbalisanten zeggen na het zien van de bewegende beelden verdachte te herkennen als de bijrijder. Een andere verbalisant heeft een sterk vermoeden dat het om verdachte gaat. De rechtbank overweegt dat op de camerabeelden niet het gezicht van de bijrijder is te zien. Ook is de kwaliteit van de camerabeelden niet zodanig dat daarop persoonskenmerken van de bijrijder zijn te onderscheiden. Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet daarop aan de herkenning van verdachte door verbalisanten dan ook weinig bewijswaarde worden toegekend.
Nu overig bewijs aangaande de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde auto-inbraak op 14 april 2022 ontbreekt, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
4.3.2
Parketnummer 16-247475-22
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 mei 2023;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 26 september 2022, genummerd PL0900-2022285199-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende aangifte van een auto-inbraak door dhr. [slachtoffer 2] , doorgenummerde pagina 6;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 27 september 2022, registratienummer 2022284732-6, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende het uitkijken van camerabeelden van winkelcentrum [winkelcentrum] , doorgenummerde pagina 13;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 26 september 2022, genummerd PL0900-2022285014-2, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende aangifte van een auto-inbraak door dhr. [slachtoffer 3] , doorgenummerde pagina 41;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van 27 september 2022, registratienummer 2022285014-8, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende het uitkijken van camerabeelden van winkelcentrum [winkelcentrum] , doorgenummerde pagina 51;
4.3.3
Parketnummer 16-119283-23
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 mei 2023;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van 22 maart 2023, genummerd PL0900-2023084903-6, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 5
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 22 maart 2023, genummerd PL0900-2023084903-4, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 12.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16.247475.22
Feit 1
op 26 september 2022 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een
personenauto (te weten een zwarte Seat Ibiza toebehorende aan [onderneming] ) geparkeerd in de [straat] , een computertas met daarin een laptop (merk: HP) en een tablet (merk: Apple), die geheel aan [slachtoffer 2] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te
nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
Feit 2
op 26 september 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, uit een personenauto (te weten een rode Opel Corsa met kenteken [kenteken] toebehorende aan de moeder van [slachtoffer 3] ) geparkeerd in de [straat] ,
een rugzak (merk: The North Face) met daarin een sleutelbos en een laptop
(merk/type: Acer Aspire), die geheel aan [slachtoffer 3] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
16.119283.23
op 22 maart 2023, te Utrecht, opzettelijk een ambtenaar, te weten [politieagent] (politieagent), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem meermalen, de woorden toe te voegen: "Je bent een kanker racist, echt een racist!"
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16.247475.22
Feit 1 en 2: telkens; diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
16.119283.23
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 5 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 73 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de (bijzondere) voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd.
Voor de drie zaken die verdachte heeft bekend meent de verdediging dat een straf conform het voorarrest in combinatie met een voorwaardelijke straf passend is. Verdachte heeft geen bezwaar tegen elektronisch toezicht met betrekking tot het locatiegebod, wel met betrekking tot het locatieverbod. Volgens de verdediging is de kans groot dat het locatieverbod verdachte een complicerende factor zal zijn bij de werkzaamheden die hij op verschillende locaties in [plaats] voor zijn werkgever uitvoert.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee auto-inbraken en de belediging van een politieagent. Bij de inbraken zijn dure goederen buit gemaakt. Dergelijke auto-inbraken veroorzaken materiële schade en overlast. Verdachte handelde puur uit winstbejag omdat hij schulden had die hij snel wilde afbetalen. Hij heeft zich hierbij niets aangetrokken van de belangen van de benadeelden. Ook veroorzaken deze feiten bij de gedupeerden en bij de samenleving als geheel gevoelens van onveiligheid.
Met de belediging van de politieagent heeft hij het respect en gezag ten aanzien van de ambtenaar die een publieke taak verricht, ondermijnd. Ook heeft hij hem in zijn goede eer en naam aangetast.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 11 mei 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor diefstallen uit een auto.
Uit het reclasseringsadvies van 4 mei 2023, uitgebracht door [instelling 1] [plaats] blijkt dat verdachte stapjes maakt in de goede richting. Middels ambulante behandeling zet [instelling 1] in op het inzicht krijgen in het delictgedrag, zijn sociale omgeving en het creëren van stabiliteit. [instelling 1] adviseert een reclasseringstoezicht met bijzondere voorwaarden, omdat de hoop is dat met het voortzetten van het toezicht een aanhoudende gedragsverandering kan plaatsvinden. [instelling 1] adviseert om aan deze voorwaardelijke straf de volgende bijzondere voorwaarden te koppelen: meldplicht bij [instelling 1] , ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, locatieverbod, locatiegebod, dagbesteding en medewerking aan schuldhulpverlenging.
Straf
Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor diefstal uit een auto indien sprake is van veelvuldige recidive uit van een gevangenisstraf van 2 maanden.
De rechtbank weegt echter de persoonlijke omstandigheden mee van verdachte. Verdachte heeft 76 dagen in voorarrest gezeten. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet terug naar de gevangenis hoeft zodat het hulpverleningstraject kan worden voortgezet en niet wordt doorkruist. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 106 dagen, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daaraan verbindt de rechtbank de algemene voorwaarden en de volgende bijzondere voorwaarden, te weten (i) een meldplicht bij de reclassering, (ii) een ambulante behandeling, (iii) begeleid wonen of maatschappelijke opvang, (iv) het locatiegebod, (v) dagbesteding en (vi) meewerken aan schuldhulpverlening. De door de reclassering geadviseerde voorwaarde met betrekking tot het locatieverbod zal de rechtbank niet opleggen, gelet op de in dit kader door de verdediging naar voren gebrachte belangen.

9.BENADEELDE PARTIJ

[onderneming] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 769,25. Dit bedrag bestaat uit materiële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 16.247476.22, feit 1 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De vordering is redelijk en voldoende onderbouwd. Ik verzoek de vordering toe te wijzen met toepassing van de wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen opmerking ten aanzien van de vordering van [onderneming] B.V.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
[onderneming] B.V.
Materiële schade
Vaststaat dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 16.247476.22 feit 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden. De gevorderde schadepost is ook genoegzaam onderbouwd. De rechtbank zal het gevorderde bedrag van € 769,25 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 september 2022 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn/haar mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering af te wijzen danwel om de proeftijd met een jaar te verlengen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging vraagt conform de eis van de officier van justitie de vordering af te wijzen, danwel om de proeftijd met een jaar te verlengen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen. De rechtbank vindt het belangrijk dat het hulpverleningstraject wordt voortgezet en niet wordt doorkruist. De rechtbank vindt het daarom niet opportuun om verdachte nu terug naar de gevangenis te sturen. De rechtbank acht het in dit geval wenselijk dat de verdachte, bij wijze van stok achter de deur, voor een langere tijd deze voorwaardelijke straf nog te vrezen heeft, om hem ervan te weerhouden nogmaals strafbare feiten te begaan. De rechtbank zal daarom de vastgestelde proeftijd met 1 (één) jaar verlengen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 57, 266, 267 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 16.124574.22 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 16.247475.22 en 16.119283.23 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 16.247475.22 en 16.119283.23 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
106 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
30 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als (algemene) voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- als (bijzondere) voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich volgens afspraak na het ingaan van de proeftijd meldt bij [instelling 1] op het adres [adres 2] te [plaats] . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* zich laat behandelen door [.] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* verblijft in een woonvorm van de [instelling 2] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door [instelling 1] . Het verblijf duurt de hele proeftijd of zoveel korter als [instelling 1] nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
* op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig is op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met verdachte en mede afhankelijk van de dagbesteding. Verdachte hoeft op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van maximaal 17 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat minimaal 2 uur. In de weekenden heeft verdachte een aaneengesloten blok van maximaal 17 uur per dag vrij te besteden. De vrijheden worden tijdens het traject opgebouwd in overleg met de reclassering wanneer de situatie en het risico dit toelaten (hoog risico is maximaal 12 uur, gemiddeld risico is maximaal 14 uur en laag risico is maximaal 17 uur). Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [adres 1] , [plaats] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft;
* zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delict gedrag;
* meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlenging in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Benadeelde partij [onderneming] B.V.
  • wijst de vordering van [onderneming] B.V. toe tot een bedrag van € 769,25;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [onderneming] B.V. van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 september 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 13.148202.21
- verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de politierechter te Amsterdam van 17 juni 2021 met een termijn van 1 (één) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.G. de Weerd, voorzitter, mrs. A.M.M. Lemmen en P.J. Blok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 mei 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16.247475.22
1
hij, op of omstreeks 26 september 2022 te Utrecht
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een
personenauto (te weten een zwarte Seat Ibizia toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
[onderneming] ) geparkeerd in de [straat] ,
een computertas/koffer met daarin een laptop (merk: HP) en een tablet (merk:
Apple), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2]
, in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
2
hij, op of omstreeks 26 september 2022 te Utrecht
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, uit een
personenauto (te weten een rode Opel Corsa met kenteken [kenteken] toebehorende
aan de moeder van [slachtoffer 3] ) geparkeerd in de [straat] ,
een rugzak (merk: The North Face) met daarin een sleutelbos en een laptop
(merk/type: Acer Aspire), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 3] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang
tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
16.124574.22
hij op of omstreeks 14 april 2022 te Utrecht, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
een of meerdere goederen, te weten een (rug)tas en/of een iPhone (Apple),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [apotheek]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
toebehoorde(n),
heeft/hebben weggenomen (uit een auto),
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
16.119283.23
hij, op of omstreeks 22 maart 2023, te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk een
ambtenaar, te weten [politieagent] (politieagent), gedurende of ter zake van de
rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling
heeft beledigd, door hem meermalen, althans eenmaal, de woorden toe te voegen:
"Je bent een kanker racist, echt een racist!", althans woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking;
( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 lid 1 ahf/sub 2° Wetboek van
Strafrecht )