In deze zaak vordert eiseres, een B.V., betaling van facturen en abonnementskosten van gedaagde partijen, die handelen onder de naam [handelsnaam]. De procedure is gestart na een overeenkomst waarbij eiseres fiscale werkzaamheden verrichtte voor de eenmanszaak van gedaagde sub 1. Eiseres heeft op 11 mei 2022 aan [handelsnaam] laten weten dat zij de cliëntrelatie niet langer kon voortzetten. Eiseres eist betaling van de facturen en abonnementskosten tot eind 2022, terwijl gedaagde betwist dat er opdracht is gegeven voor de werkzaamheden in het kader van de omzetting naar een BV. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en dat gedaagde de facturen moet betalen. De kantonrechter oordeelt dat het abonnement voor de maandelijkse werkzaamheden slechts geldig was tot de omzetting van de eenmanszaak naar de BV. Gedaagde is verplicht om de facturen van in totaal € 4.870,25 te betalen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van € 5.608,72, vermeerderd met wettelijke rente.