Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8,
- de brief van 14 februari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen STICHTING BO-EX '91 (hierna: Bo-Ex) en een gedaagde partij, die sinds 5 juni 2012 een woning huurt van Bo-Ex. Bo-Ex heeft de huurovereenkomst ontbonden op basis van het feit dat de gedaagde niet zijn hoofdverblijf in het gehuurde heeft en het gehuurde tegen betaling aan anderen, waaronder zijn zonen, in gebruik heeft gegeven. De gedaagde heeft betwist dat hij zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde heeft, maar de kantonrechter heeft op basis van getuigenverklaringen en ander bewijs geoordeeld dat de gedaagde inderdaad niet in het gehuurde woont. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde vaak bij zijn vriendin verblijft en dat zijn zonen in het gehuurde verbleven op basis van onderhuur, waarvoor zij aan de gedaagde een vergoeding hebben betaald. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis en tot betaling van een boete van € 1.270,82 aan Bo-Ex. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Bo-Ex, die zijn vastgesteld op € 845,03.