ECLI:NL:RBMNE:2023:2431
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot verbod op afkoop levensverzekering in kort geding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland werd behandeld, heeft eiser een kort geding aangespannen tegen gedaagde met als doel een verbod op de afkoop van een levensverzekering. De levensverzekering was gekoppeld aan een hypotheek die eiser en gedaagde samen hadden afgesloten tijdens hun affectieve relatie van 2004 tot 2012. Eiser vorderde dat de afkoop of wijziging van de levensverzekering werd verboden, dat het beslag dat gedaagde op de levensverzekering had gelegd werd opgeheven, en dat gedaagde werd verboden om executiemaatregelen te nemen in afwachting van een beslissing in hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, maar heeft de vorderingen van eiser afgewezen. De rechter oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat de levensverzekering een verzorgingskarakter had en dat hij onredelijk benadeeld zou worden door de afkoop. De voorzieningenrechter wees erop dat de levensverzekering was afgesloten met het doel om de hypotheekschuld af te lossen en dat eiser recht had op de helft van de waarde van de verzekering op 1 januari 2012. De rechter concludeerde dat gedaagde een te respecteren belang had bij de executie van het vonnis van 21 december 2022, dat uitvoerbaar bij voorraad was verklaard.
Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde werden vastgesteld op € 1.393,00. Het vonnis werd uitgesproken op 22 mei 2023 door mr. Y.M. Vanwersch.