ECLI:NL:RBMNE:2023:2415

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
23 mei 2023
Zaaknummer
9892663
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en verduurzaming: belangenafweging tussen huurders en woningcorporatie

In deze zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 17 mei 2023, staat de redelijkheid van een verduurzamingsplan van woningcorporatie De Alliantie centraal. Huurders, aangeduid als [eisers c.s.], hebben bezwaar gemaakt tegen het plan dat onder andere het buiten werking stellen van open verbrandingstoestellen en het aanbrengen van mechanische ventilatie omvat. De Alliantie heeft de huurders geïnformeerd over de noodzaak van verduurzaming in het kader van overheidsdoelstellingen voor CO2-reductie en heeft hen gevraagd in te stemmen met het plan. De huurders hebben bezwaar gemaakt, met name tegen het verwijderen van hun houtkachels en open haarden, en hebben de kantonrechter gevraagd het plan onredelijk te verklaren.

De kantonrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. Enerzijds benadrukken de huurders hun persoonlijke voorkeur voor het behoud van open verbrandingstoestellen en de veiligheid daarvan, terwijl de Alliantie de noodzaak van verduurzaming en de bijbehorende gezondheids- en veiligheidsrisico's aanvoert. De rechter concludeert dat het belang van de woningcorporatie om de woningen te verduurzamen en de open verbrandingstoestellen om gezondheidsredenen buiten werking te stellen, zwaarder weegt dan de individuele belangen van de huurders. De vorderingen van de huurders worden afgewezen, en de Alliantie wordt gemachtigd om de werkzaamheden uit te voeren zoals beschreven in het verduurzamingsplan, inclusief het plaatsen van een ClimaRad-systeem en het afsluiten van het rookkanaal.

De rechter wijst ook de vordering van de Alliantie tot huurverhoging af, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. De huurders worden veroordeeld tot medewerking aan de uitvoering van de werkzaamheden en tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKMIDDEN-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Lelystad
Zaaknummer: 9892663 \\ MC EXPL 22-3068
Vonnis van 17 mei 2023
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eiser sub 2],
te [woonplaats] ,
3.
[eiser sub 3],
te [woonplaats] ,
4.
[eiser sub 4],
te [woonplaats] ,
5.
[eiser sub 5],
te [woonplaats] ,
6.
[eiser sub 6],
te [woonplaats] ,
7.
[eiser sub 7],
te [woonplaats] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers c.s.] ,
gemachtigde: mr. A.J.M. Knoef,
tegen
STICHTING DE ALLIANTIE,
te Hilversum,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in (voorwaardelijke) reconventie,
hierna te noemen: De Alliantie,
gemachtigde: mr. W. Vos.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 28 september 2023,
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers c.s.] huren ( [eiser sub 1] en [eiser sub 2] samen, verder ieder afzonderlijk) van De Alliantie een woning die onderdeel uitmaakt van een complex aan de [straat] in [woonplaats] . Het complex is gebouwd rond 1921 en bestaat in totaal uit 71 woningen.
2.2.
De Alliantie dient haar woningen van overheidswege te verduurzamen en energiezuiniger te maken. Elke woningcorporatie moet een plan vaststellen dat leidt tot een CO2-neutraal woningbezit in 2050. Op sectorniveau moeten woningcorporaties uitkomen op een gemiddeld energielabel B.
2.3.
In 2022 heeft De Alliantie aan [eisers c.s.] kenbaar gemaakt dat zij de woningen van [eisers c.s.] wil gaan verduurzamen. Het plan bestaat uit de onderdelen “onderhoud (zonder projecthuurverhoging)”, “verbetering (zonder projecthuurverhoging)” en “energiebesparing (met projecthuurverhoging)”. Het onderdeel “verbetering” bestaat onder andere uit het plaatsen van mechanische ventilatie (een ClimaRad-systeem). De Alliantie heeft de huurders verzocht om vóór 4 maart 2022 aan De Alliantie te laten weten of zij met het verduurzamingsplan instemmen door een akkoordverklaring te ondertekenen.
2.4.
Op 23 maart 2022 heeft De Alliantie een brief aan [eisers c.s.] getuurd waarin staat dat 70% van de aangeschreven huurders akkoord is gegaan, zodat het plan wordt vermoed redelijk te zijn. De Alliantie wijst de huurders er in de brief op dat zij zich binnen acht weken tot de kantonrechter kunnen wenden, als zij de redelijkheid van het voorstel willen laten toetsen.
2.5.
[eisers c.s.] maken via hun brief van 28 april 2022 bezwaar tegen het renovatieplan van De Alliantie. In het plan staat dat verbrandingstoestellen zoals houtkachels en openhaarden onklaar gemaakt moeten worden en dat het rookkanaal moet worden afgesloten in verband met de veiligheid. [eisers c.s.] willen hun houtkachel, open haard en gashaard behouden. Op 13 mei 2022 heeft [eisers c.s.] de dagvaarding uitgebracht.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eisers c.s.] vorderen - samengevat - dat de kantonrechter zal verklaren dat het voorgenomen renovatieplan jegens eisers onredelijk is, voor zover dat het plaatsen van mechanische ventilatie en het onklaar maken van het rookkanaal betreft.
3.2.
Hoewel [eisers c.s.] positief staan tegenover het plan om de woningen te verduurzamen, vindt [eisers c.s.] het plan van De Alliantie niet redelijk. [eisers c.s.] vindt dat er geen rekening wordt gehouden met hun belangen en volgens [eisers c.s.] zijn er ook andere opties om te verduurzamen.
3.3.
De Alliantie voert verweer.
in reconventie
3.4.
De Alliantie vordert - samengevat - dat De Alliantie wordt gemachtigd tot het verrichten van de werkzaamheden zoals beschreven in het verduurzamingsplan, waaronder tenminste de plaatsing van het ClimaRad-systeem, het buitenwerking stellen van de houtkachel(s) (en/of andere open verbrandingstoestellen) en afsluiting van het rookkanaal. Daarnaast vordert De Alliantie dat [eisers c.s.] worden veroordeeld om aan de uitvoering van de werkzaamheden mee te werken door toegang te verschaffen (zo lang en zo vaak als nodig is) en door de door De Alliantie aangewezen gedeelten te ontruimen (zo lang als nodig is) op straffe van een dwangsom, met veroordeling van [eisers c.s.] in de kosten van dit geding.
3.5.
[eisers c.s.] voeren verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vanwege de onderlinge samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, zullen deze gezamenlijk worden besproken.
4.2.
De kern van het geschil is de vraag of het verduurzamingsplan van De Alliantie tot renovatie van de woningen van [eisers c.s.] redelijk is. Het gaat met name om het plaatsen van mechanische ventilatie, het buiten werking stellen van open verbrandingstoestellen en het afsluiten van het rookkanaal. De kantonrechter concludeert dat het verduurzamingsplan redelijk is. Hieronder zal dat worden toegelicht.
Het juridisch kader
4.3.
De vordering van [eisers c.s.] moet langs de weg van artikel 7:220 lid 2 en lid 3 BW beoordeeld worden. [eisers c.s.] moeten de renovatie toestaan als De Alliantie daartoe aan de huurders een, gelet op het belang van de verhuurder en de belangen van de huurder(s), redelijk voorstel doet. Lid 3 bepaalt dat een renovatievoorstel voor een tien of meer woningen die een bouwkundige eenheid vormen, wordt vermoed redelijk te zijn als 70% of meer van de huurders daarmee heeft ingestemd. De huurder die niet met het voorstel heeft ingestemd, kan binnen acht weken na de kennisgeving van de verhuurder aan hem dat 70% of meer met het voorstel heeft ingestemd een beslissing van de kantonrechter vragen over de redelijkheid van het voorstel.
4.4.
[eisers c.s.] hebben zich op tijd, namelijk binnen acht weken na de brief van De Alliantie van 28 april 2022, tot de kantonrechter gewend. [eisers c.s.] betwisten dat 70% van de huurders met het plan heeft ingestemd. Volgens [eisers c.s.] gaat het rechtsvermoeden van redelijkheid daarom niet op. De Alliantie heeft haar stelling dat 70% van de bewoners met het plan heeft ingestemd niet met getallen of andere gegevens onderbouwd. Zodoende kan niet worden vastgesteld dat aan het rechtsvermoeden van redelijkheid is voldaan. De beoordeling zal geschieden aan de hand van een belangenafweging.
Het belang van [eisers c.s.]
4.5.
benadrukken dat zij positief zijn over het plan om de woningen te verduurzamen en energiezuiniger te maken. Volgens [eisers c.s.] zijn de woningen echter ongeschikt om tot deze ingrijpende renovatie over te gaan, onder andere omdat de gevels niet geïsoleerd kunnen worden. Omdat een spouwmuur in de woningen ontbreekt en de gevels niet geïsoleerd kunnen worden, kunnen de woningen niet tocht- en kiervrij gemaakt worden. Het zal daarom volgens [eisers c.s.] niet lukken om voor de woningen een energielabel B te gaan krijgen.
4.6.
[eisers c.s.] genieten enorm van hun houtkachel of ander soort haard. Er gaat – in de woorden van [eisers c.s.] – niets boven haardvuur. [eisers c.s.] hebben allemaal al 25 jaar een open haard of gaskachel en er heeft zich nooit een onveilige situatie voorgedaan. [eisers c.s.] vindt dat De Alliantie geen rekening houdt met de belangen van [eisers c.s.] De Alliantie heeft in het verleden gecommuniceerd dat een open haard of houtkachel mogelijk was en sommige huurders hebben hiervoor expliciete toestemming gekregen. [eisers c.s.] willen de houtkachel en open haard behouden als alternatief voor het verwarmen van hun woning, ook in verband met de huidige gasprijzen.
Bovendien voeren [eisers c.s.] aan dat zij al het nodige hebben gedaan om uitstoot te beperken en om te investeren in een eco-vriendelijke kachel met de benodigde filter waardoor de uitstoot minimaal is. [eisers c.s.] voert aan dat er ook geen landelijk verbod is op open verbrandingstoestellen en dat hiervoor in [woonplaats] ook geen lokaal beleid is. [eisers c.s.] vinden het een inbreuk op hun woon- en huurgenot dat De Alliantie het gebruik van een openverbrandingstoestel kan verbieden, terwijl buren met een eigen woning door kunnen blijven stoken.
4.7.
[eisers c.s.] betwisten dat de combinatie van een openverbrandingstoestel en mechanische ventilatie gevaarlijk is. Volgens [eisers c.s.] is het rapport van [A] niet objectief, omdat De Alliantie de opdrachtgever is. Daarnaast is het rapport volgens [eisers c.s.] niet van toepassing op hun woningen, omdat het rapport uitgaat van een luchtdicht geïsoleerde (kierdichte) woning terwijl daar bij [eisers c.s.] geen sprake van is omdat de woningen niet tocht- en kiervrij gemaakt kunnen worden.
4.8.
[eisers c.s.] zijn van mening dat het aanbrengen van mechanische ventilatie niet ten koste van hun rookkanaal hoeft te gaan. [eisers c.s.] voeren aan dat er slechts een kleine aanpassing gedaan hoeft te worden om de combinatie mogelijk te maken, namelijk door een rookgasventilator te installeren. [eisers c.s.] verwijzen naar een verklaring van [technisch adviseur] , technisch adviseur en [B] (productie 5 van [eisers c.s.] ). [technisch adviseur] schrijft:
“Door het plaatsen van een rookgasventilator op het rookkanaal word er voor een continue onderdruk in het rookkanaal gezorgd. De combinatie van een open haard en mechanische ventilatie komt tegenwoordig steeds meer voor en met een ventilator zorgt dit doorgaans niet voor problemen. Wanneer het een open gashaard betreft zou er vanuit het bouwbesluit zelfs een ventilator voor de haard nodig zijn. Dit in verband met de vorming van koolmonooxide. Met een ventilator wordt er voor gezorgd dat er altijd voldoende onderdruk in het kanaal zit om de haard veilig te gebruiken. Bij houthaarden is deze regel er niet, maar hierbij kan een ventilator ook weer ondersteuning geven om te voorkomen dat er voor de mechanische ventilatie lucht via het rookkanaal wordt aangezogen (…)”.
[B] schrijft:
“Een rookgasventilator zou mogelijk een oplossing kunnen bieden, Inaherm levert goede ventilatoren. (…)”
Het belang van De Alliantie
4.9.
De Alliantie wil dat haar woningen duurzamer, gezonder, schoner en veiliger worden. Uitvoering van de werkzaamheden die het gehuurde energiezuiniger maken sluiten aan op de door de overheid geformuleerde klimaatdoelstellingen en zijn van groot maatschappelijk belang, aldus De Alliantie. In 2021 had het woningbezit van De Alliantie al moeten uitkomen op een gemiddeld energielabel B. Op dit moment hebben de woningen van [eisers c.s.] een veel lager energielabel. Verduurzaming van de woningen van [eisers c.s.] is daarom noodzakelijk. Daarvoor is isolatie nodig (van ramen, vloeren, gevels, daken). Als gevolg van deze isolaties, die woningen nagenoeg lucht- en kierdicht maken, zal er mechanisch geventileerd moeten worden om vochtige en vervuilde lucht af te voeren. Mechanische ventilatie is door de continue luchtstroom en continue verversing van de lucht goed voor het binnenklimaat en de gezondheid. [eisers c.s.] hebben er zelf ook baat bij dat de woning veiliger, energiezuiniger en comfortabeler wordt.
4.10.
De Alliantie wil het gebruik van een houtkachel of open haard in het gehuurde om verschillende redenen verbieden. Bij gasgestookte open verbrandingstoestellen is onvolledige verbranding een risico, omdat dit kan leiden tot koolstofmonoxidevergiftiging. De Alliantie wil daarnaast geen hoger risico op schoorsteen- of woningbrand vanwege aanwezigheid van een (niet noodzakelijk) open verbrandingstoestel. In verband met de veiligheid wil De Alliantie de open verbrandingstoestellen verwijderd zien.
4.11.
De Alliantie voert aan dat mechanische ventilatie niet gecombineerd kan worden met open verbrandingstoestellen, omdat dat ongezond en gevaarlijk is. De Alliantie verwijst ter onderbouwing naar de notitie van [A] van 12 juli 2022 (productie 4 van De Alliantie). In de conclusie van de notitie staat: “
In deze notitie is te lezen dat NRI het gebruik van open verbrandingstoestellen vanwege veiligheids- en gezondheidsoverwegingen afraadt in woningen. Zeker na verduurzaming waarbij de thermische buitenschil wordt geïsoleerd en de schil kierdicht wordt afgewerkt, kan het opstellen van een (open) verbrandingstoestel zeer grote risico’s met zich meebrengen.”Ook andere open verbrandingstoestellen stoten giftige en schadelijke stoffen uit. De Alliantie wijst daarbij op haar zorgplicht naar de huurders en naar omwonenden. Ter onderbouwing verwijst De Alliantie, onder andere, naar het streven van de overheid om houtstookkachels vanaf 2023 uit te faseren (Schone Lucht Akkoord) [1] en naar de website van het onafhankelijke en door VROM ingestelde [website] (waaronder naar de kopjes “hout stoken is ongezond voor iedereen”, “Hout stoken en het klimaat” en “Hoe veilig is een houtkachel of open haard?). [2]
4.12.
De Alliantie wil niet instaan voor de kwaliteit van het rookkanaal, omdat open verbrandingstoestellen niet noodzakelijk zijn voor de bewoning en het gebruik vanwege de uitstoot van CO2 en fijnstof haaks staat op verduurzaming. De Alliantie moet haar woningen in 2050 volledig CO2-arm hebben gemaakt. Over de rookgasventilator zegt De Alliantie dat het klopt dat een rookgasventilator (mits aan gezet en aan gelaten) het risico van negatieve trek in het schoorsteenkanaal voorkomt, maar dat alle andere gezondheids- en veiligheidsrisico’s blijven bestaan.
Afweging van de belangen
4.13.
De Alliantie moet voldoen aan de door de overheid opgelegde duurzaamheidsmaatregelen. [eisers c.s.] staan op zich ook positief tegenover het verduurzamen en energiezuiniger maken van de woningen. Om de woningen van [eisers c.s.] energiezuiniger te maken, moeten de woningen (beter) worden geïsoleerd. Door deze isolatie komt de natuurlijke ventilatie tot stilstand. Voor een gezond binnenklimaat en een goede staat van de woningen is goede ventilatie nodig. Daarom is het nodig om mechanische ventilatie aan te brengen, zodat de woningen voldoende geventileerd worden.
4.14.
Het is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken dat de woningen van [eisers c.s.] ongeschikt zijn voor het aanbrengen van mechanische ventilatie. De enkele stelling van [eisers c.s.] dat de woningen niet kierdicht (kunnen) worden gemaakt, is daarvoor onvoldoende. De Alliantie heeft aangevoerd dat de woningen na isolatie dusdanig kierdicht worden dat alleen natuurlijke ventilatie onvoldoende is om aan de normen in het Bouwbesluit te voldoen. Iedere woning is geschikt voor het installeren van mechanische installatie en dat draagt altijd bij aan een beter energielabel, betoogt De Alliantie. Dat de woningen geen B label zullen kunnen krijgen, neemt ook niet weg dat de isolatiewerkzaamheden hoe dan ook zullen bijdragen aan verduurzaming van de woning. In het licht van de standpunten van De Alliantie heeft [eisers c.s.] haar stelling dat de woningen ongeschikt zouden zijn voor het aanbrengen van mechanische ventilatie, onvoldoende gemotiveerd.
4.15.
Onder deze omstandigheden zullen [eisers c.s.] moeten accepteren dat de mechanische ventilatie in de woningen essentieel wordt geacht om verduurzaming van de woningen na te streven. [eisers c.s.] zijn bereid om de mechanische installatie te installeren, maar met behoud van hun open verbrandingstoestellen. Het probleem zit voor [eisers c.s.] dus vooral in het buiten werking stellen van de open verbrandingstoestellen en het onklaar maken van het rookkanaal. Partijen zijn het erover oneens of het buiten werking stellen van de open verbrandingstoestellen noodzakelijk en ten opzichte van [eisers c.s.] redelijk is.
4.16.
Hoewel de kantonrechter begrijpt dat [eisers c.s.] van hun houtkachel en openhaard genieten, weegt hun individuele belang niet op tegen het belang van De Alliantie om de open verbrandingstoestellen om gezondheids- en veiligheidsredenen buiten werking te stellen en het rookkanaal onklaar te maken. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
Gezondheids- en veiligheidsrisico’s
4.17.
Dat open verbrandingstoestellen gezondheids- en veiligheidsrisico’s meebrengen, blijkt onder andere uit de notitie van [A] .
Algemene risico’s
4.18.
Bij open verbrandingstoestellen bestaat het algemene risico op ontwikkeling van koolstofmonoxide door onvolledige verbranding. Dit kan leiden tot koolstofmonoxidevergiftiging. In de notitie van [A] wordt onderscheid gemaakt tussen gasverbrandingstoestellen en toestellen op vaste brandstoffen zoals hout of kolen. Bij verbrandingstoestellen op vaste brandstof bestaat daarnaast het risico op schoorsteenbrand. Enkel op basis van de stelling van [eisers c.s.] dat zich de afgelopen 25 jaar geen onveilige situaties hebben voorgedaan, kan niet worden geconcludeerd dat er geen veiligheidsbelang gediend is met het verwijderen van open verbrandingstoestellen.
4.19.
Voor de toestellen op vaste brandstoffen geldt verder dat de uitstoot schadelijk is voor de gezondheid, zowel voor de bewoners als voor omwonenden. De schadelijkheid van de uitstoot van houtkachels blijkt onder andere uit het Schone Lucht Akkoord (zie ro. 4.11), dat tussen het ministerie, de provincies en gemeenten gesloten is. [eisers c.s.] betwisten ook niet dat houtkachels schadelijke stoffen uitstoten.
4.20.
De stelling van [eisers c.s.] dat de (schadelijke) uitstoot beperkt zou zijn omdat een eco-vriendelijke kachel met roetfilter is geïnstalleerd, is onvoldoende concreet. Uit het standpunt van De Alliantie bij repliek (punt 10) begrijpt de kantonrechter dat het kennelijk alleen om de kachel van [eiser sub 6] zou gaan, maar [eisers c.s.] heeft dat niet bevestigd. Zodoende is niet duidelijk in welk van de woning(en) een eco-vriendelijke kachel met roetfilter is geïnstalleerd. Gelet op de onweersproken stellingen van De Alliantie stelt de kantonrechter vast dat het roetfilter ook geen effect heeft op de CO2 uitstoot en dat een roetfilter wel bijdraagt aan het beperken van de gezondheidsrisico’s van de betreffende bewoner, maar omwonenden die geen filter in een ventilatiesysteem hebben de roet en fijnstof alsnog binnen krijgen.
Combinatie van open verbrandingstoestel met mechanische ventilatie
4.21.
De notitie van [A] wijst uit dat er in een (na verduurzaming) luchtdicht geïsoleerde woning er een verhoogd risico op onvolledige verbranding ontstaat, door een tekort aan verbrandingslucht. In de notitie, onder vraag 2, wordt toegelicht dat “
het open verbrandingstoestel moet concurreren met het ventilatiesysteem en de toevoer van een ventilatiesysteem hierop niet berekend wordt”. Daarnaast kan de mechanische ventilatie lucht aanzuigen via het schoorsteenkanaal, waardoor – in geval van toestellen op vaste brandstof – fijnstof en roet in de woning terecht kan komen.
4.22.
Volgens [eisers c.s.] is de notitie van [A] niet van toepassing op de situatie van [eisers c.s.] . Omdat er geen sprake is van het “kierdicht afwerken van de buitenschil” kan volgens [eisers c.s.] ook geen sprake zijn van “zeer grote risico’s”. De woningen van [eisers c.s.] kunnen niet (volledig) kierdicht worden gemaakt, omdat het niet mogelijk is om de gevels te isoleren.
Hierover zegt De Alliantie dat een woning nooit volledig kierdicht zal zijn. Het gaat er volgens De Alliantie om dat de woningen vele malen kierdichter worden en dat dit het risico op onvolledige verbranding door een tekort aan verbrandingslucht vergroot.
4.23.
Bovendien kunnen de risico’s volgens [eisers c.s.] worden weggenomen door het installeren van een rookgasfilter. Ter onderbouwing heeft [eisers c.s.] adviezen van [technisch adviseur] en [B] overgelegd (zie 4.8).
4.24.
De kantonrechter overweegt als volgt. De adviezen van [technisch adviseur] en [B] hebben alleen betrekking op het zorgen voor onderdruk in het rookkanaal om de haard veilig te kunnen gebruiken. Daarmee neemt een rookgasventilator slechts een deel van de risico’s weg. De adviezen van [technisch adviseur] en [B] gaan niet op de overige veiligheids- en gezondheidsrisico’s die in het rapport van [A] worden beschreven (zoals gezondheidsklachten door fijnstof en roet, koolmonoxidevergiftiging en uitstoot van fijnstof en CO2). Uit de adviezen van [technisch adviseur] en [B] blijkt dus niet dat alle gezondheids- en veiligheidsrisico’s door installatie van een rookgasfilter kunnen worden beperkt of weggenomen. In het licht van de notitie van [A] zijn de adviezen van [technisch adviseur] en [B] een stuk minder uitgebreid onderbouwd. De kantonrechter kent daarom meer waarde aan de notitie van [A] dan aan de adviezen van [technisch adviseur] en [B] toe. Naar het oordeel van de kantonrechter moet de notitie van [A] zo worden begrepen dat een grotere kierdichtheid (na verduurzaming) van de woning leidt tot een hoger risico op onvolledige verbranding.
Zorgplicht van De Alliantie
4.25.
Omdat er nog geen landelijk stook- of rookverbod is, vinden [eisers c.s.] dat zij onevenredig in het woon- en huurgenot worden geschaad, terwijl buren met een eigen woning door kunnen blijven stoken. [eisers c.s.] betogen dat 2050 nog ver weg is.
Daartegenover staat het belang van De Alliantie, die als verhuurder en als woningcorporatie een zorgplicht heeft om dergelijke gezondheids- en veiligheidsrisico’s (zoals onder 4.18 - 4.24) te beperken, zowel voor [eisers c.s.] als voor omwonenden. Die plicht vloeit voort uit artikel 1a van de Woningwet. Het is in verband met die zorgplicht begrijpelijk dat De Alliantie niet wil instaan voor de gezondheids- en veiligheidsrisico’s die open verbrandingstoestellen meebrengen.
4.26.
Daarnaast is De Alliantie als woningcorporatie gehouden om verschillende verduurzamingsmaatregelen uit te voeren. Ook daarmee strookt het behoud van open verbrandingstoestellen niet. Hoewel het woningbezit van De Alliantie pas in 2050 volledig CO2-neutraal hoeft te zijn, is het begrijpelijk dat De Alliantie bij de huidige renovaties ook al rekening houdt met die doelstelling. Dat De Alliantie in het verleden heeft gecommuniceerd dat een open haard of houtkachel mogelijk was, neemt niet weg dat het op basis van de huidige normen noodzakelijk is dat De Alliantie dergelijke maatregelen neemt.
4.27.
Het voorgaande brengt mee dat ook het onderdeel in het verduurzamingsplan om de open verbrandingstoestellen buiten werking te stellen en de rookkanalen onklaar te maken, niet onredelijk is. Dat leidt tot de conclusie dat de vordering van [eisers c.s.] in conventie wordt afgewezen.
Huurverhoging
4.28.
De Alliantie heeft in reconventie gevorderd om [eisers c.s.] te veroordelen tot betaling van de bij de verduurzaming passende huurverhoging met ingang van de maand nadat de werkzaamheden in het gehuurde zijn afgerond.
4.29.
De Alliantie verwijst naar het verduurzamingsplan (productie 1 bij dagvaarding) en stelt dat het verduurzamingsplan per saldo resulteert in een financieel voordeel voor de huurders. De Alliantie noemt geen bedragen waarmee de huur (per huurder) verhoogd wordt. Om die reden kan niet worden vastgesteld of de huurverhoging wordt gerechtvaardigd door de verbeteringen. De vordering zal daarom worden afgewezen.
Uitvoering van het verduurzamingsplan
4.30.
Omdat het renovatieplan redelijk wordt geacht, zal De Alliantie worden gemachtigd om de werkzaamheden uit het plan (waaronder tenminste de plaatsing van het ClimaRad-systeem, het buiten werking stellen van de houtkachel(s) en/of andere open verbrandingstoestellen en afsluiting van het rookkanaal) te verrichten.
4.31.
[eisers c.s.] zullen eraan moeten meewerken dat deze werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd, onder andere door toegang tot de woning te verschaffen. [eisers c.s.] zal ook, op eerste verzoek van De Alliantie, de door De Alliantie aan te wijzen gedeelten van het gehuurde moeten ontruimen (en ontruimd moeten houden) zo lang als nodig is in verband met de uitvoering van de werkzaamheden. [eisers c.s.] zullen daartoe, in reconventie, worden veroordeeld.
Dwangmiddelen
4.32.
De gevorderde machtiging voor het verschaffen van toegang tot en ontruiming van de woning zo nodig zelf te doen uitvoeren desnoods met behulp van de sterke arm zal worden afgewezen, omdat deze machtiging ingevolge art. 556 lid 1 en art. 557 Rv overbodig is.
4.33.
De Alliantie heeft een dwangsom gevorderd. [eisers c.s.] heeft daartegen aangevoerd dat het opleggen van een dwangsom het (financieel) onmogelijk voor hen maakt om de redelijkheid van het plan in hogere instantie te laten toetsen.
4.34.
Gelet op de motivering van De Alliantie is een dwangsom toewijsbaar. Omdat de gevolgen van dit vonnis niet onomkeerbaar zijn, staat toewijzing van de dwangsom niet in de weg aan de mogelijkheid voor [eisers c.s.] om tegen dit vonnis in hoger beroep te gaan. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als te melden in de beslissing.
Conclusie
4.35.
De vorderingen van [eisers c.s.] in conventie zullen worden afgewezen.
4.36.
De vorderingen van De Alliantie in reconventie zullen als volgt worden toegewezen.
Proceskosten
4.37.
Omdat [eisers c.s.] ongelijk hebben gekregen, zullen zij zowel in conventie als in reconventie in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Alliantie worden tot dit vonnis begroot op € 792,00 (3 punten x tarief € 264,00) aan salaris gemachtigde. In conventie worden 2 punten gerekend en in reconventie 2 punten x 50%.
4.38.
De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar en worden onder de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vordering af,
in reconventie
5.2.
machtigt De Alliantie tot het verrichten van de werkzaamheden beschreven in het verduurzamingsplan, waaronder tenminste:
  • plaatsing van ClimaRad-systeem (Co2 gestuurde (mechanische)ventilatie);
  • buiten werking stellen van de houtkachel (en/of eventuele andere open verbrandingstoestellen, voor zover deze worden aangetroffen); en
  • afsluiting van het rookkanaal,
5.3.
veroordeelt [eisers c.s.] tot medewerking aan de uitvoering van de werkzaamheden zoals hierboven (5.2) beschreven,
5.4.
veroordeelt [eisers c.s.] tot het verschaffen van toegang tot het gehuurde aan De Alliantie en door De Alliantie ingeschakelde derden op eerste verzoek van De Alliantie en zo lang en zo vaak als nodig is in verband met de uitvoering van de werkzaamheden onder 5.2,
5.5.
veroordeelt [eisers c.s.] om op eerste verzoek van De Alliantie alle door De Alliantie aan te wijzen gedeelten van het gehuurde te ontruimen en ontruimd te houden zolang als nodig is in verband met de uitvoering van de werkzaamheden onder 5.2,
5.6.
veroordeelt [eisers c.s.] tot het verlenen van alle overige medewerking benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden in 5.2,
5.7.
bepaalt dat Huurder een dwangsom verbeurt van € 100,- voor ieder(e) dag of dagdeel of iedere keer dat Huurder een veroordeling onder 5.2 t/m 5.6 niet nakomt tot een maximum van € 3.000,-,
in conventie en in reconventie
5.8.
veroordeelt [eisers c.s.] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van De Alliantie, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 792,00 aan salaris gemachtigde,
5.9.
veroordeelt [eisers c.s.] , onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door De Alliantie aan dit vonnis voldoen, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 132,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.10.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Berendsen en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.

Voetnoten

1.https://www. [website] .nl/documenten/kamerstukken/2020/01/13/aanbieding-schone-lucht-akkoord
2.https://www. [website] .nl/energie-besparen/verwarmen-op-gas-of-hout/houtkachel-of-open-haard/