ECLI:NL:RBMNE:2023:2414

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
23 mei 2023
Zaaknummer
16-298733-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor heling van een auto en bezit van een vuurwapen en munitie

Op 23 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 november 2022 te Harmelen werd aangehouden. De verdachte, geboren in 2004, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, alsook van heling van een gestolen Volkswagen Caddy. Tijdens de terechtzittingen op 1 maart en 9 mei 2023 heeft de rechtbank de zaak inhoudelijk behandeld. De officier van justitie, mr. A. Drogt, vorderde een gevangenisstraf van 10 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van het vuurwapen en de gestolen auto. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk wetenschap had van het vuurwapen, dat open en bloot op de bijrijdersstoel lag, en dat hij ook de beschikking had over het wapen. De verdachte had geen rijbewijs en reed in een gestolen auto, wat de rechtbank als een ernstige schending van de wet beschouwde. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen en legde een gevangenisstraf van 10 maanden op, met aftrek van het voorarrest. Tevens werden het vuurwapen en de munitie onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/298733-22, 09/167457-20 (vord. tul) & 09/171632-21 (vord. tul)
Vonnis van de meervoudige kamer van 23 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres 1] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 1 maart 2023 en 9 mei 2023. De zaak is inhoudelijk behandeld op 9 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Drogt en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M.G. Cantarella, advocaat te
's-Gravenhage, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1
op 16 november 2022 te Harmelen een pistool voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van feit 2
op 16 november 2022 te Harmelen drie patronen voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van feit 3
op 16 november 2022 te Harmelen een Volkswagen Caddy, met kenteken [kenteken] , heeft geheeld.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit omdat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Verdachte was zich niet bewust van de aanwezigheid van het vuurwapen en de zich daarin bevindende munitie in de auto en had hierover ook geen beschikkingsmacht. Verdachte heeft het vuurwapen, dat op de bijrijdersstoel lag, niet gezien omdat dit zich onder een veiligheidshesje bevond. Het veiligheidshesje is onderweg van de bijrijdersstoel gevallen, op het moment dat verdachte hard heeft geremd. Verdachte was zich er niet van bewust dat hij in een gestolen Volkswagen Caddy reed. Het enkele gegeven dat hij van een geïmproviseerde sleutel gebruik maakte, maakt niet dat verdachte wist dan wel had moeten weten dat de auto van een misdrijf afkomstig was. Verdachte heeft geen rijbewijs en daarom geen kennis van autosleutels.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van feit 1 en feit 2
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Op 16 november 2022 werden wij door de meldkamer gestuurd naar een ANPR op de rijksweg A20. Het voertuig was een Volkswagen Caddy voorzien van kenteken [kenteken] . Ik trok de deur open aan de bijrijderszijde en zag dat er op het zitgedeelte van de bijrijdersstoel een zwart vuurwapen lag. Ik zag dat de bestuurder nog in het voertuig zat ten tijde dat ik het vuurwapen had gezien. Ik besloot hierop het vuurwapen van de bijrijdersstoel af te pakken en direct naast het voertuig op de weg te leggen. [2]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
Ter hoogte van hectometerpaal 49 RE, gelegen in de gemeente Harmelen, stopte het voertuig op de vluchtstrook. Ik stapte uit het dienstvoertuig en stond naast de Volkswagen Caddy. Ik trok de bestuurdersportier open. De verdachte gaf ons op te zijn: [verdachte] , geboren: [geboortedatum] -2004. [3]
In het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict van verbalisant [verbalisant 3] staat onder meer het volgende:
Op 16 november 2022 kwam ik voor forensisch onderzoek aan op de autosnelweg de A12 ter hoogte van hectometerpaaltje 49.0 in Harmelen in de gemeente Woerden. Ik zag dat naast de auto, aan de bijrijderskant, een pistool op het wegdek lag. Ik zag dat er een houder in het wapen aanwezig was. Ik verwijderde de houder en zag in deze houder 2 patronen. Ik trok de slede naar achteren en zag dat er in de kamer een patroon zat. [4]
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2022342291-3077102
SIN: AAPU9568NL
Object: Vuurwapen
Bijzonderheden: In het wapen zat de houder met daarin 2 patronen. In de kamer zat ook één patroon. [5]
In het proces-verbaal categorisering vuurwapen en munitie van verbalisant [verbalisant 4] staat onder meer het volgende:
Goednummer: PL0900-2022342291-3077102
SIN: AAPU9568NL
Wapen: vuurwapen, pistool
Categorie: III sub I
Bovengenoemd voorwerp is van origine een gaspistool, merk Smith & Wesson, model M&P9c, kaliber 9mm P.A.K. Bij dit voorwerp bleek de sper te zijn verwijderd, waardoor dit gaspistool is voorzien van een volledig open loop. Hierdoor kunnen er projectielen door de loop worden verschoten. [6]
Goednummer: PL0900-2022342291-3077102 (3x)
SIN: AAPU9568NL
Munitie: scherpe patronen
Categorie: III [7]
Bovengenoemde scherpe patronen zijn van het kaliber .32 Auto (-7.65mm) en het merk CBC. Deze patronen zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van
dit vuurwapen af te schieten. [8]
Ten aanzien van feit 3
Aangever [aangever] heeft onder meer het volgende verklaard:
Ik ben de eigenaar van een bedrijfsauto van het merk Volkswagen, type Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken] . Op 1 november 2022 heb ik de Caddy geparkeerd op de openbare weg voor mijn woning aan de [adres 2] in [plaats] . Op 2 november 2022 zag ik dat de Caddy niet meer op de hierboven omschreven locatie stond. [9]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Op 16 november 2022 werden wij door de meldkamer naar een ANPR gestuurd op de rijksweg A20. Het voertuig was een Volkswagen Caddy voorzien van kenteken [kenteken] . Het voertuig zou op 2 november 2022 gestolen zijn in Amsterdam. [10]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
Ter hoogte van hectometerpaal 49 RE, gelegen in de gemeente Harmelen, stopte het voertuig op de vluchtstrook. Ik stapte uit het dienstvoertuig en stond naast de Volkswagen Caddy. De verdachte gaf ons op te zijn: [verdachte] , geboren: [geboortedatum] -2004. [11]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] staat onder meer het volgende:
Verbalisant [verbalisant 6] zag dat in het contactslot van de Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken] een geïmproviseerde sleutel zat. [12]
Verdachte [verdachte] heeft onder meer het volgende verklaard:
V: Je bent op 16 november 2022 aangehouden. Wat wil je daar over vertellen?
A: De auto moest ik over rijden voor een vriend. Hij vroeg me of ik dat wilde doen.
V: Waar kwam je vandaan?
A: Vanuit Rotterdam. [13]
V: Wie heeft jou die sleutels gegeven van de auto?
A: Die vriend van me.
V: Viel jou nog iets op aan die sleutels?
A: Ja het was een hele rare sleutel, geen normale sleutels.
V: Wat bedoel je daarmee?
A: Het was een hele kale sleutel, niet normaal.
V: Riep dat geen vragen op bij jou?
A: Ik vond het wel raar, hij zei dat het geen probleem was. Ik zei dat het wel zijn schuld zou zijn als ik in de problemen zou komen, hij zei dat is goed.
V: De politie heeft gezien dat de sleutel in het contactslot een geïmproviseerde valse sleutel betrof. Wat kan je daar over zeggen?
A: Ik stak de sleutel in het contact zonder moeite en hij startte zonder problemen. [14]
Bewijsoverwegingen
Inleiding
Vaststaat dat tussen 1 en 2 november 2022 in Amsterdam een Volkswagen Caddy, met kenteken [kenteken] , is gestolen. Verdachte wordt op 16 november 2022 te Harmelen staande gehouden naar aanleiding van een ANPR-hit. Verdachte was op dat moment de bestuurder en de enige inzittende van de gestolen Volkswagen Caddy. Wanneer verbalisant [verbalisant 1] het bijrijdersportier van de Volkswagen Caddy opent, ziet hij op de bijrijdersstoel een vuurwapen liggen. In de kamer en houder van het vuurwapen worden in totaal drie scherpe patronen aangetroffen.
Bewezenverklaring feit 1 en feit 2; het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het vuurwapen en de munitie bewust aanwezig heeft gehad. Hierbij acht de rechtbank de context waarin het vuurwapen en de munitie zijn aangetroffen van belang. De rechtbank stelt vast dat het vuurwapen, met daarin de munitie, ten tijde van de staande houding open en bloot op de bijrijdersstoel van de auto lag. Het vuurwapen wordt onmiddellijk door verbalisant [verbalisant 1] gezien, terwijl verdachte heeft verklaard dat hij al enige tijd in het voertuig reed. Ook was verdachte de enige inzittende van de auto en zijn er op verschillende plekken in de auto ook andere spullen van verdachte aangetroffen, waaronder een bivakmuts, handschoenen en meerdere telefoons
(pagina 40 van het dossier). Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte over het veiligheidshesje niet aannemelijk is geworden, omdat het dossier hiervoor onvoldoende aanknopingspunten biedt en deze verklaring, mede door de proceshouding van verdachte, niet verifieerbaar is. Het kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet anders dan dat verdachte het vuurwapen op de bijrijdersstoel heeft zien liggen en dus wetenschap had van het vuurwapen en de munitie.
Naar het oordeel van de rechtbank was verdachte zich niet alleen bewust van de aanwezigheid van het geladen vuurwapen in de auto, maar had hij als enige inzittende ook de beschikking over dat wapen dat immers binnen handbereik en daarmee in de machtssfeer van verdachte lag.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de verdachte niet alleen wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie in de auto, maar daarover ook de beschikkingsmacht had. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Bewezenverklaring feit 3; opzetheling
Op grond van de gebruikte bewijsmiddelen stelt de rechtbank allereerst vast dat de onder de verdachte in beslag genomen Volkswagen Caddy van misdrijf, te weten van diefstal, afkomstig was. De rechtbank stelt voorts vast dat niet is gebleken dat verdachte zelf op enigerlei wijze betrokken is geweest bij de diefstal van de Volkswagen Caddy.
De rechtbank constateert dat verdachte in een gestolen Volkswagen Caddy reed, terwijl hij niet in het bezit van een rijbewijs was. In het contactslot van de Volkswagen Caddy is een geïmproviseerde sleutel aangetroffen. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij de Volkswagen Caddy in opdracht van een vriend naar een voor hem onbekend adres moest rijden. Verdachte zou de sleutel van zijn vriend hebben gekregen en heeft verklaard dat hij dit een hele rare sleutel vond. Bij de politie heeft de verdachte aangegeven de naam van de vriend niet te willen noemen en ter terechtzitting heeft verdachte zich (voornamelijk) op zijn zwijgrecht beroepen. De verdachte heeft daarmee geen openheid van zaken gegeven, terwijl de situatie gezien de omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank wel vraagt om een verklaring.
Gelet op de omstandigheden waaronder de auto onder de verdachte werd aangetroffen (de geïmproviseerde sleutel in combinatie met het zich in de auto bevindende geladen pistool dat voor direct gebruik gereed was, de bivakmuts, handschoenen en meerdere telefoons) en in aanmerking genomen dat de verdachte geen concrete verifieerbare verklaring heeft gegeven met betrekking tot het voorhanden hebben van de auto, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat de verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de auto wist dat deze van misdrijf afkomstig was. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling. Het bewijsverweer wordt derhalve verworpen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1
op 16 november 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool van het merk Smith & Wesson, type M&P9C, kaliber 9mm P.A.K, voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van feit 2op 16 november 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2, categorie III, van de Wet wapens en munitie, te weten 3 patronen, kaliber 7.65 mm (.32 auto), voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van feit 3op 16 november 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, een Volkswagen Caddy ( [kenteken] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De rechtbank leest het in de vierde regel van het onder feit 1 ten laste gelegde vermelde “kaliber 7.65 mm (.32 auto)” als “kaliber 9mm P.A.K.”, omdat sprake is van een kennelijke verschrijving. De verbetering van deze verschrijving schaadt verdachte niet in zijn verdediging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
Ten aanzien van feit 2
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Ten aanzien van feit 3
opzetheling.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, voor het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring van een of meer feiten komt, aangevoerd dat de eis van de officier van justitie te hoog is. Het oriëntatiepunt van ‘het voorhanden hebben van een vuurwapen in een woning’ moet als uitgangspunt worden genomen, nu een auto als verlengstuk van de woning dient te worden gezien. De raadsman heeft verzocht om te volstaan met de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, en om daarnaast een voorwaardelijk strafdeel, met daaraan enkel de algemene voorwaarden gekoppeld, op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft rijdend zonder rijbewijs in een gestolen auto, op de openbare weg, een doorgeladen vuurwapen (met bijbehorende munitie) voorhanden gehad. Het vuurwapen lag op de bijrijdersstoel en was dus binnen handbereik en voor direct gebruik gereed. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens en munitie brengt in zijn algemeenheid een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en versterkt bovendien in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid. De ervaring leert dat het voorhanden hebben van wapens ook vaak leidt tot het gebruik ervan. Het voorhanden hebben van wapens is daarom bijzonder gevaarzettend. Reden waarom daartegen streng en consequent moet worden opgetreden. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan de opzetheling van een auto. In het algemeen bevordert heling het plegen van strafbare feiten zoals diefstal, doordat het zorgt voor een markt voor gestolen goederen of bijdraagt aan het verhullen van dergelijke delicten. Verdachte heeft doelbewust meegeholpen aan het in stand houden van deze delicten en die illegale markt. Daarnaast heeft verdachte hiermee laten zien dat hij alleen oog heeft voor zijn eigen belang en dat hij geen respect heeft voor de eigendommen van anderen. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 2 maart 2023 waaruit volgt dat verdachte eerder voor een vermogensdelict is veroordeeld. Verdachte is niet eerder voor wapenbezit veroordeeld.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 20 april 2023, opgesteld door M. Westhoek. De reclassering adviseert om ondanks de jeugdige leeftijd van verdachte het volwassenenstrafrecht toe te passen, maar ook een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij bijzondere voorwaarden, te weten (i) een meldplicht bij de Reclassering Nederland, (ii) een locatiegebod (met elektronische monitoring) en (iii) meewerken aan het vinden en behouden van dagbesteding.
De straf
Gelet op de aard en ernst van de feiten, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
Volgens de in de organisatie van de Rechtspraak door het Landelijk Overleg Vakinhoud
Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten is een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden het uitgangspunt bij ‘het voorhanden hebben van een vuurwapen in de openbare ruimte’. Het verweer van de raadsman wordt verworpen nu uit de toelichting bij de LOVS-oriëntatiepunten en soortgelijke zaken volgt dat onder de openbare ruimte ook ‘een voertuig dat zich op de openbare weg bevindt’ wordt begrepen. Daarnaast gelden er strafverzwarende omstandigheden, omdat het vuurwapen was doorgeladen en voor direct gebruik gereed was.
De rechtbank volgt het advies van de reclassering over de toepassing van het volwassenstrafrecht. De rechtbank zal, in afwijking van het reclasseringsadvies, geen (deels) voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden opleggen, omdat zij daarvoor geen aanleiding ziet. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven niet aan de geadviseerde bijzondere voorwaarden te willen meewerken. Daarnaast liep verdachte in twee proeftijden, hetgeen hem er niet van heeft weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles overwegende acht de rechtbank oplegging van de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden passend en geboden. De tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal op deze gevangenisstraf in mindering worden gebracht.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het vuurwapen en de munitie aan het verkeer worden onttrokken.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten het vuurwapen en de munitie, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met betrekking tot deze voorwerpen zijn de bewezenverklaarde feiten begaan.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 15 april 2021 (parketnummer 09/167457-20) is aan verdachte een voorwaardelijke werkstraf van 45 uren met een proeftijd van twee jaren opgelegd.
Bij vonnis van de rechtbank Den Haag van 27 juni 2022 (parketnummer 09/171632-21) is aan verdachte een jeugddetentie van 120 dagen, waarvan 47 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren opgelegd.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vorderingen tot tenuitvoerlegging toe te wijzen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan nieuwe strafbare feiten en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden
De rechtbank zal daarom de vorderingen tot tenuitvoerlegging toewijzen en een last tot tenuitvoerlegging gelasten.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 36b, 36c, 57, 416 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 2 STK Munitie (Goednummer: 3077342);
  • 1 STK Wapen (Goednummer: 3077102);
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 09/167457-20
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in de rechtbank Den Haag bij vonnis van 15 april 2021 opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 45 uren;

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 09/171632-21

- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in de rechtbank Den Haag bij vonnis van 27 juni 2022 opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 47 dagen.
Dit vonnis is gewezen door J.C. Hooker, voorzitter, mrs. E.W.A. Vonk en J. Edgar, rechters, in tegenwoordigheid van mrs. E.J. van Bergeijk en J. Broere, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 mei 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 16 november 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, althans in Nederland, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van categorie III, onder 1, van de Wet wapens en munitie, te, weten een pistool, van het merk Smith & Wesson, type M&P9C, kaliber 7.65 mm (.32 auto), zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool, voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
2
hij op of omstreeks 16 november 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, althans in Nederland, munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2, categorie III, van de Wet wapens en munitie, te weten 3 patronen, kaliber 7.65 mm (.32 auto), voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
3
hij op of omstreeks 16 november 2022 te Harmelen, gemeente Woerden, althans in Nederland, een Volkswagen Caddy ( [kenteken] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 31 maart 2023, genummerd PL0900-2022342346, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 94. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 november 2022, pagina 39.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 november 2022, pagina 37.
4.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict van 19 november 2022, pagina 65 en 66.
5.Een proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict 19 november 2022, pagina 66.
6.Een proces-verbaal categorisering vuurwapen en munitie van 23 februari 2023, pagina 67.
7.Een proces-verbaal categorisering vuurwapen en munitie van 23 februari 2023, pagina 68.
8.Een proces-verbaal categorisering vuurwapen en munitie van 23 februari 2023, pagina 69.
9.Een proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 2 november 2022, pagina 34.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 november 2022, pagina 39.
11.Een proces-verbaal van bevindingen van 16 november 2022, pagina 37.
12.Een proces-verbaal van bevindingen van 17 november 2022, pagina 46.
13.Een proces-verbaal van het verhoor van verdachte van 18 november 2022, pagina 90.
14.Een proces-verbaal van het verhoor van verdachte van 18 november 2022, pagina 91.