ECLI:NL:RBMNE:2023:2402

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2023
Publicatiedatum
23 mei 2023
Zaaknummer
16.034660.23 en 15.255391.22 (vord. tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor brandstichting nabij de bibliotheek aan de Neude te Utrecht

Op 23 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 3 februari 2023 in Utrecht opzettelijk brand heeft gesticht. De verdachte, geboren in 1997 in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats, heeft onder invloed van alcohol een brandversneller nabij de gevel van de bibliotheek aan de Neude gespoten en deze in brand gestoken. Dit leidde tot gevaar voor personen en goederen, aangezien er op dat moment ongeveer 150 mensen in de bibliotheek aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan opzettelijke brandstichting, waardoor gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen is ontstaan. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het delict, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder zijn alcoholverslaving. De rechtbank heeft ook een aansteker verbeurd verklaard, die gebruikt is bij de brandstichting. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 23 mei 2023, waarbij de rechtbank de vordering van de officier van justitie en het standpunt van de verdediging heeft gehoord.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.034660.23 en 15.255391.22 (vord. tul)
Vonnis van de meervoudige kamer van 23 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] (Polen),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
nu gedetineerd in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en het standpunt van officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. P.C. Smit, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 3 februari 2023 in Utrecht opzettelijk brand heeft gesticht door spiritus nabij de gevel van het monumentale gebouw van de bibliotheek aan de Neude te spuiten en dat in aanraking met open vuur te brengen, waardoor gevaar te duchten was voor personen en goederen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Voor zover van belang wordt het standpunt van de officier van justitie hieronder besproken bij het oordeel van de rechtbank.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Het klopt dat verdachte bij de gevel van de bibliotheek een vloeistof op de grond heeft gespoten en dat hij deze vervolgens in brand heeft gestoken. Hierdoor zijn twee hoge steekvlammen ontstaan. Het is nog maar de vraag of er sprake is van een voltooide brandstichting. Het betrof een kabbelend vuurtje dat snel is geblust. De fietsen en personen in de fietsenstalling hebben geen gevaar gelopen. Dat geldt ook voor de bibliotheek, omdat de bibliotheek te ver verwijderd is van de plaats waar het vuur is aangestoken. Het gaat bovendien om een vrij fors pand. Er is sprake van milde schade, die esthetisch van aard is, namelijk een geblakerd kozijn en rookschade.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Proces-verbaal van aangifte [aangever] d.d. 3 februari 2023
[aangever] heeft bij de politie aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik doe namens Bibliotheek Neude aangifte van brandstichting. Op 3 februari 2023 is er aan het gebouw van de bibliotheek welke gevestigd is in Utrecht brand gesticht. [2] Op dat moment waren er ongeveer 150 mensen aanwezig in de bibliotheek. Op de begane grond is restaurant Meneer Potter gevestigd. [3]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 3 februari 2023 zag ik dat op anderhalve meter afstand van [verdachte] een fles met doorzichtige vloeistof stond, die ik voor 100% als een fles spiritus herkende.
Ik herkende de fles als de fles die gebruikt is voor het aansteken dan wel versnellen van het vuur. Ik heb een onderzoek ingesteld op de plaats delict. Ik zag dat achter het raam dat vernield was en waar het vuur woedde, er een openbare fietsenstalling gevestigd was. Ik zag dat de fietsenstalling in gebruik was. [4] Ik zag dat er op 3 meter afstand van het vuur fietsen gestald waren. Ik zag dat er regelmatig mensen de fietsenstalling betraden en verlieten. Ik zag dat er direct boven het vernielde raam het restaurant Potter gevestigd was. Ik zag dat dit restaurant druk was. Er waren diverse tafels bezet met mensen die aan het dineren waren. [5]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb de camerabeelden van de brandstichting van 3 februari 2023 op De Neude in Utrecht bekeken. Door mij werd het volgende waargenomen. De verdachte pakt een klein voorwerp aan. [6] De verdachte pakt vervolgens een voorwerp wat lijkt op een fles. Hij loopt met het voorwerp en de fles richting de muur van de bibliotheek. [7] De verdachte spuit vloeistof op de grond voor de muur van de bibliotheek. De verdachte bukt en er ontstaat een vlam. [8] De verdachte staat op en tijdens het lopen spuit hij vloeistof op het vuur waardoor de vlammen groter worden. De verdachte loopt om het vuur heen en blijft vloeistof op het vuur spuiten. [9] Het brandt tegen het raam met rooster van de bibliotheek. [10]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb met [A] van de Forensische Opsporing Midden Nederland, specialisme brandonderzoeken, gesproken. Hij vertelde mij dat bij een brand als deze altijd risico voor gevaar van goederen dan wel personen met zich meebrengt. Het risico bij deze
brand was onder andere de aanwezigheid van de kozijnen met glas. Een raam kan
springen en ertoe leiden dat de brand naar binnen slaat. Ook is de kans altijd aanwezig dat zich smeulende vuurresten tussen de muur en het kozijn gaan zitten en op een later moment alsnog ontbranden. Het gevaar voor goederen en ook personen was zeker aanwezig. [11]
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 4] en [verbalisant 5] hebben in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat het kozijn van het raam waar de vlammen waren, zwart geblakerd en daarmee vernield was. Ik zag dat de gevel zwart gekleurd was ter hoogte van de brand. [12]
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 mei 2023
Ik herken mezelf op de foto's. Ik ben degene geweest die brand heeft gesticht. [13]
Bewijsoverwegingen
Voltooid delict
De rechtbank oordeelt, in overeenstemming met het standpunt van de officier van justitie, dat er geen sprake is geweest van een poging tot brandstichting maar van een voltooid delict. Verdachte heeft op korte afstand van de fietsenstalling en de bibliotheek brand gesticht.
Dit heeft hij gedaan door vlak bij de gevel van de bibliotheek een brandversneller op de grond te spuiten en in brand te steken. Nadat de brandbare vloeistof vlam heeft gevat, heeft verdachte meermaals brandversneller op het vuur gespoten, wat het vuur verder heeft aangewakkerd. Dat er wel degelijk sprake is geweest van een voltooide brand blijkt uit het feit dat de vloeistof vlam heeft gevat, er brand heeft gewoed die geblust moest worden en het kozijn van het raam en ook de gevel door de brand zwartgeblakerd waren.
Gevaar voor personen en goederen
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat op basis van het dossier wettig en overtuigend bewezen kan worden dat door de brandstichting gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen is ontstaan. Volgens vaste rechtspraak is vereist dat het gevaar ten tijde van de brandstichting naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de directe nabijheid van een gebouw waar zich op dat moment (veel) goederen en mensen bevonden, brand heeft gesticht. Dit gevaar was, gezien de locatie en de wijze waarop er brand is gesticht, naar het oordeel van de rechtbank voor verdachte voorzienbaar. Direct achter het door de brand vernielde raam is de fietsenstalling gevestigd. Boven het raam bevindt zich het restaurant Meneer Potter . Dat de brand snel door anderen geblust is waardoor erger is voorkomen, maakt dat niet anders. Volgens vaste rechtspraak is niet vereist dat het gevaar zich daadwerkelijk heeft verwezenlijkt. Dat er sprake is geweest van gevaar voor personen en goederen volgt ook uit de verklaring van de deskundige van de Forensische Opsporing Midden Nederland.
Conclusie
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk brand heeft gesticht waardoor gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 3 februari 2023 te Utrecht opzettelijk brand heeft gesticht door spiritus tegen de gevel, van het monumentale gebouw van de bibliotheek aan de Neude te spuiten, en met open vuur in aanraking te brengen ten gevolge waarvan het raamkozijn en de gevel gedeeltelijk zijn verbrand, en daarvan gemeen gevaar voor fietsen en de inboedel van de fietsenstalling en
/ofde inboedel van het restaurant Meneer Potter en de inboedel van bibliotheek Neude, en levensgevaar voor de personen die aanwezig zijn, in de fietsenstalling en restaurant Meneer Potter en Bibliotheek Neude, en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de personen die aanwezig zijn, in de fietsenstalling en restaurant Meneer Potter en Bibliotheek Neude te duchten was.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is,
en
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk voor een ander te duchten is.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 18 maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de bepaling van de straf rekening te houden met het feit dat verdachte hulp nodig heeft. Hij is verslaafd aan alcohol. Door overmatig alcoholgebruik weet hij niet meer wat er de dag van de brand is gebeurd. Hij is ontzettend geschrokken en schaamt zich voor wat hij heeft gedaan. Verdachte heeft zich daarom bij Stichting Barka aangemeld. Ze zijn bereid om hem te begeleiden. Als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, verzoekt de raadsvrouw om verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren op te leggen. Op die manier heeft Stichting Barka voldoende tijd om een plan van aanpak op te stellen voor wanneer verdachte vrijkomt. De voorwaardelijke straf kan voor verdachte als stimulans dienen om gevolg te geven aan zijn goede voornemens om zijn leven weer op de rails te krijgen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit feit door verdachte is begaan. De rechtbank let daarnaast op de straffen die in soortgelijke strafzaken zijn opgelegd en houdt tenslotte rekening met de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzettelijke brandstichting. Verdachte heeft onder invloed van (veel) alcohol een brandversneller nabij de gevel van de bibliotheek gespoten en in brand gestoken.
Als gevolg van het handelen van verdachte is er schade aan het raamkozijn en de gevel ontstaan. Met de brandstichting heeft verdachte groot gevaar veroorzaakt voor de nabijgelegen bibliotheek, fietsenstalling en de zich daarin bevindende goederen en personen. Dat deze gevaren zich niet hebben verwezenlijkt en dat het slechts bij materiële schade is gebleven is niet aan enig handelen van verdachte te danken, maar enkel aan het feit dat de politie tijdig heeft ingegrepen en het vuur heeft geblust.
Opzettelijke brandstichting is een delict met een groot gevaarzettend karakter en dient als een zeer ernstig strafbaar feit te worden aangemerkt. Verdachte heeft met zijn gedrag een gebrek aan respect voor andermans eigendommen en gevoelens van veiligheid aan de dag gelegd. Met brandstichting wordt namelijk niet alleen materiële schade veroorzaakt. Het leidt ook tot gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Een dergelijk misdrijf rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
In het voordeel van verdachte neemt de rechtbank mee dat verdachte ter terechtzitting te kennen heeft gegeven het laakbare van zijn handelen in te zien.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 30 maart 2023 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De rechtbank weegt dit niet in strafverzwarende of strafmatigende zin mee;
- een reclasseringsadvies van de Reclassering Nederland van 8 mei 2023, opgemaakt door I.H. Breewel, reclasseringswerker.
Uit het rapport van de reclassering blijkt dat verdachte geen onderdak en geen inkomen heeft. Verdachte heeft daarnaast een alcoholverslaving. Deze omstandigheden vormen risicofactoren voor nieuw delictgedrag. De reclassering heeft het risico op recidive als hoog ingeschat. De reclassering ziet, ondanks de zorgen op verschillende leefgebieden, geen mogelijkheid voor het inzetten van een behandel- dan wel begeleidingstraject, omdat verdachte de Nederlandse taal niet machtig is.
Voor de kwaliteit en de effectiviteit van een reclasseringstoezicht is het van belang dat
toezichthouder en de cliënt dezelfde taal spreken (of beiden zeer goed Engels). Omdat bij geen van de gecontacteerde reclasseringsorganisaties (RN Utrecht, Inforsa Utrecht, Fivoor Den Haag en Fivoor Rotterdam) een Pools sprekende toezichthouder werkzaam is, adviseert de reclassering verdachte zich tot Stichting Barka te wenden om op vrijwillig basis hulp en ondersteuning te krijgen.
Strafoplegging
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van vijftien (15) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden. Ter beteugeling van het herhalingsgevaar acht de rechtbank het noodzakelijk om een deel daarvan, groot vijf (5) maanden, voorwaardelijk op te leggen. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal de rechtbank een proeftijd van twee (2) jaar verbinden. Vanwege de taalbarrière en het feit dat verdachte zich op vrijwillige basis al bij Stichting Barka heeft aangemeld, zal de rechtbank, in overeenstemming met het advies van de reclassering, aan het voorwaardelijk strafdeel geen bijzondere voorwaarden verbinden.

9.BESLAG

Ten aanzien van het tenlastegelegde feit is beslag gelegd op een aansteker.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de aansteker wordt verbeurd verklaard.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de inbeslaggenomen aansteker verbeurd verklaren, nu zij bewezen acht dat de aansteker gebruikt is bij het plegen van de brandstichting.

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft bij de vordering tot tenuitvoerlegging gepersisteerd.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, omdat verdachte zich niet aan een soortgelijk feit schuldig heeft gemaakt. In het reclasseringsrapport is bovendien aangegeven dat er geen sprake is van een delictpatroon.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij onherroepelijk vonnis van de politierechter te Noord-Holland van 19 januari 2023 (parketnummer 15.255391.22) is aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week opgelegd. Verdachte was bij die zitting aanwezig.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de rechtbank de vordering tot tenuitvoerlegging toewijzen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, en 157 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een
gedeelte van 5 (vijf) maanden, nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1 STK Aansteker (omschrijving: PL0900-2023035068-3114912, Wit);
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 15.255391.22
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter te Noord-Holland bij vonnis van 19 januari 2023 opgelegde voorwaardelijke
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) week.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Reijnierse, voorzitter, mrs. A.J.P. Schotman en J.C. Hooker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Broere, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 mei 2023.
mrs. L.M. Reijnierse en J.C. Hooker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 3 februari 2023 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk brand heeft gesticht door spiritus, althans een brandbare vloeistof, tegen de gevel, althans nabij de gevel, van het monumentale gebouw van de bibliotheek aan de Neude te spuiten, en met open vuur in aanraking te brengen ten gevolge waarvan het raamkozijn en/of de gevel geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan, en daarvan gemeen gevaar voor fietsen en/of de inboedel van de fietsenstalling en/of de inboedel van het restaurant Meneer Potter en/of de inboedel van Bibliotheek Neude,in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de bezoekers, althans de personen die aanwezig zijn, in de fietsenstalling en/of restaurant Meneer Potter en/of Bibliotheek Neude, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bezoekers, althans de personen die aanwezig zijn, in de fietsenstalling en/of restaurant Meneer Potter en/of Bibliotheek Neude, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 5 februari 2023, met registratienummer 2023035068, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 72. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever] , pagina 6.
3.Proces-verbaal van aangifte [aangever] , pagina 7.
4.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 11.
5.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 12.
6.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 61.
7.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 62.
8.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 63.
9.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 64.
10.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 65.
11.(Aanvullend) proces-verbaal van bevindingen, pagina 1.
12.Proces-verbaal van bevindingen, pagina 57.
13.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 mei 2023.