4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Proces-verbaal van aangifte [aangever] d.d. 3 februari 2023
[aangever] heeft bij de politie aangifte gedaan en onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik doe namens Bibliotheek Neude aangifte van brandstichting. Op 3 februari 2023 is er aan het gebouw van de bibliotheek welke gevestigd is in Utrecht brand gesticht.Op dat moment waren er ongeveer 150 mensen aanwezig in de bibliotheek. Op de begane grond is restaurant Meneer Potter gevestigd.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 3 februari 2023 zag ik dat op anderhalve meter afstand van [verdachte] een fles met doorzichtige vloeistof stond, die ik voor 100% als een fles spiritus herkende.
Ik herkende de fles als de fles die gebruikt is voor het aansteken dan wel versnellen van het vuur. Ik heb een onderzoek ingesteld op de plaats delict. Ik zag dat achter het raam dat vernield was en waar het vuur woedde, er een openbare fietsenstalling gevestigd was. Ik zag dat de fietsenstalling in gebruik was.Ik zag dat er op 3 meter afstand van het vuur fietsen gestald waren. Ik zag dat er regelmatig mensen de fietsenstalling betraden en verlieten. Ik zag dat er direct boven het vernielde raam het restaurant Potter gevestigd was. Ik zag dat dit restaurant druk was. Er waren diverse tafels bezet met mensen die aan het dineren waren.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 2] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb de camerabeelden van de brandstichting van 3 februari 2023 op De Neude in Utrecht bekeken. Door mij werd het volgende waargenomen. De verdachte pakt een klein voorwerp aan.De verdachte pakt vervolgens een voorwerp wat lijkt op een fles. Hij loopt met het voorwerp en de fles richting de muur van de bibliotheek.De verdachte spuit vloeistof op de grond voor de muur van de bibliotheek. De verdachte bukt en er ontstaat een vlam.De verdachte staat op en tijdens het lopen spuit hij vloeistof op het vuur waardoor de vlammen groter worden. De verdachte loopt om het vuur heen en blijft vloeistof op het vuur spuiten.Het brandt tegen het raam met rooster van de bibliotheek.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik heb met [A] van de Forensische Opsporing Midden Nederland, specialisme brandonderzoeken, gesproken. Hij vertelde mij dat bij een brand als deze altijd risico voor gevaar van goederen dan wel personen met zich meebrengt. Het risico bij deze
brand was onder andere de aanwezigheid van de kozijnen met glas. Een raam kan
springen en ertoe leiden dat de brand naar binnen slaat. Ook is de kans altijd aanwezig dat zich smeulende vuurresten tussen de muur en het kozijn gaan zitten en op een later moment alsnog ontbranden. Het gevaar voor goederen en ook personen was zeker aanwezig.
Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2023
Verbalisant [verbalisant 4] en [verbalisant 5] hebben in het proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag dat het kozijn van het raam waar de vlammen waren, zwart geblakerd en daarmee vernield was. Ik zag dat de gevel zwart gekleurd was ter hoogte van de brand.
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 9 mei 2023
Ik herken mezelf op de foto's. Ik ben degene geweest die brand heeft gesticht.
Voltooid delict
De rechtbank oordeelt, in overeenstemming met het standpunt van de officier van justitie, dat er geen sprake is geweest van een poging tot brandstichting maar van een voltooid delict. Verdachte heeft op korte afstand van de fietsenstalling en de bibliotheek brand gesticht.
Dit heeft hij gedaan door vlak bij de gevel van de bibliotheek een brandversneller op de grond te spuiten en in brand te steken. Nadat de brandbare vloeistof vlam heeft gevat, heeft verdachte meermaals brandversneller op het vuur gespoten, wat het vuur verder heeft aangewakkerd. Dat er wel degelijk sprake is geweest van een voltooide brand blijkt uit het feit dat de vloeistof vlam heeft gevat, er brand heeft gewoed die geblust moest worden en het kozijn van het raam en ook de gevel door de brand zwartgeblakerd waren.
Gevaar voor personen en goederen
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat op basis van het dossier wettig en overtuigend bewezen kan worden dat door de brandstichting gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen is ontstaan. Volgens vaste rechtspraak is vereist dat het gevaar ten tijde van de brandstichting naar algemene ervaringsregels voorzienbaar is geweest.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de directe nabijheid van een gebouw waar zich op dat moment (veel) goederen en mensen bevonden, brand heeft gesticht. Dit gevaar was, gezien de locatie en de wijze waarop er brand is gesticht, naar het oordeel van de rechtbank voor verdachte voorzienbaar. Direct achter het door de brand vernielde raam is de fietsenstalling gevestigd. Boven het raam bevindt zich het restaurant Meneer Potter . Dat de brand snel door anderen geblust is waardoor erger is voorkomen, maakt dat niet anders. Volgens vaste rechtspraak is niet vereist dat het gevaar zich daadwerkelijk heeft verwezenlijkt. Dat er sprake is geweest van gevaar voor personen en goederen volgt ook uit de verklaring van de deskundige van de Forensische Opsporing Midden Nederland.
Conclusie
Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte opzettelijk brand heeft gesticht waardoor gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was.