ECLI:NL:RBMNE:2023:2366

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
555065 HA RK 23-69
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een rechter na einduitspraak in strafzaak

In deze wrakingszaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 april 2023 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van mr. I.L. Gerrits. Het verzoek is ingediend door de verzoeker na de einduitspraak in de hoofdzaak, die op 5 april 2023 had plaatsgevonden. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een rechter te wraken nadat er een einduitspraak is gedaan. De wrakingskamer heeft op 5 april 2023 om 15.10 uur het verzoek ontvangen, maar de hoofdzaak was al op 5 april om 12.00 uur behandeld en de rechter had het onderzoek ter zitting gesloten en mondeling vonnis gewezen. De verzoeker had eerder brieven gestuurd op 1 en 4 april, maar de wrakingskamer vond geen aanknopingspunten in deze brieven voor een eerder wrakingsverzoek. Gezien deze omstandigheden heeft de wrakingskamer de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer/rekestnummer: 555065 HA RK 23-69
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 12 april 2023
op het verzoek in de zin van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (verder: Sv) van:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
(verder te noemen verzoeker),

1.De procedure

1.1.
De wrakingskamer heeft op 5 april 2023, om 15.10 uur het verzoek tot wraking van mr. I.L. Gerrits (hierna: de rechter) ontvangen in de hoofdzaak met zaaknummer 005127-23.
1.2.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Artikel 512 Sv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van de verdachte of het openbaar ministerie kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Het middel van wraking is toegekend aan een procespartij die wenst te voorkomen dat een rechter die tegenover een procespartij een vooringenomenheid koestert, althans aan een procespartij die daarvoor vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter een einduitspraak heeft gedaan, omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd. De wet voorziet daarom niet in de mogelijkheid om wraking te verzoeken van een rechter nadat er een einduitspraak is gedaan.
2.3.
De wrakingskamer stelt vast dat de hoofdzaak op 5 april 2023 om 12.00 uur op zitting is behandeld. Blijkens het proces-verbaal heeft de rechter het onderzoek ter zitting gesloten en is meteen mondeling vonnis gewezen. Het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek is door de wrakingskamer per mail ontvangen op 5 april 2023, om 15.10 uur. Voor zover verzoeker in zijn wrakingsverzoek van 5 april 2023 beoogd heeft aan te voeren dat hij voorafgaand aan de zitting al een wrakingsverzoek heeft ingediend, te weten in de brieven van 1 en 4 april 2023, ziet de wrakingskamer daarvoor geen aanknopingspunten in die brieven. Het wrakingsverzoek is dus gedaan nadat de rechter einduitspraak heeft gedaan.
2.4.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zal de wrakingskamer verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in het wrakingsverzoek.
2.5
Op grond van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid kan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 2 onder c van het wrakingsprotocol van deze rechtbank, een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek achterwege blijven.

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoeker, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, andere betrokken partijen, en aan de betrokken teamvoorzitter van het team strafrecht, waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.C. Stijnen, voorzitter, mr. J.G. Nicholson en mr. J.P. Killian , als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. K.S. Smits, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.