ECLI:NL:RBMNE:2023:2362
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing Belastingdienst/Toeslagen inzake compensatie kinderopvangtoeslag
In deze zaak heeft eiser, een burger die getroffen is door de toeslagenaffaire, beroep ingesteld tegen een beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen over de toekenning van een compensatiebedrag. Eiser had op 29 mei 2020 een verzoek ingediend voor herbeoordeling van zijn kinderopvangtoeslag over de jaren 2014 en 2015. Op 19 augustus 2021 heeft de Belastingdienst een compensatiebedrag van € 30.000,- vastgesteld, maar eiser heeft bezwaar gemaakt tegen een latere brief waarin werd aangegeven dat hij niet in aanmerking kwam voor aanvullende compensatie. De bezwaarschriftenadviescommissie adviseerde om het bezwaar kennelijk ongegrond te verklaren, wat op 5 september 2022 door de Belastingdienst werd gedaan.
Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, waarin hij aanvoert dat hij recht heeft op aanvullende compensatie voor werkelijke schade, die volgens hem hoger is dan het eerder toegekende bedrag. Hij stelt dat zijn kinderen en hijzelf zwaar hebben geleden onder de gevolgen van de toeslagenaffaire, en vraagt om een onafhankelijke deskundige aan te stellen om de ernst van de situatie te beoordelen. De rechtbank heeft de zaak op 14 april 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigden aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiser niet gericht zijn tegen het bestreden besluit, maar tegen het verkrijgen van aanvullende compensatie, waarvoor een aparte regeling bestaat. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange en is openbaar uitgesproken op 22 mei 2023.