ECLI:NL:RBMNE:2023:2360
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag parkeerbelasting en proceskostenvergoeding in bezwaar
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach, en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht, vertegenwoordigd door D. de Winter. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan een bedrijf is opgelegd, alsook de kosten die hieraan verbonden zijn, waaronder aanmaningskosten en dwangbevelkosten. De eiser betwistte de aanmaning en stelde dat hij deze nooit had ontvangen, en vroeg om vergoeding van de proceskosten in de bezwaarfase. De heffingsambtenaar had de aanmaningskosten en dwangbevelkosten herroepen, maar de proceskostenvergoeding afgewezen.
De rechtbank overwoog dat de afwijzing van de proceskostenvergoeding niet onterecht was, omdat de enkele betwisting van de ontvangst van de aanmaning niet voldoende was om aan te nemen dat de kosten onterecht waren opgelegd. De rechtbank stelde vast dat de eiser geen feitelijke omstandigheden had aangedragen die de twijfel aan de ontvangst van de aanmaning konden onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een onrechtmatigheid die aanleiding gaf tot een proceskostenvergoeding. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.