In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. opnieuw een verzoek ingediend om doorhaling van een procedure, nadat eerder een vergelijkbaar verzoek was afgewezen. De kantonrechter heeft op 24 mei 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Zilveren Kruis en een gedaagde die een zorgverzekering bij hen heeft. De gedaagde heeft een geschil met Zilveren Kruis over openstaande zorgpremies, eigen risico en eigen bijdrage, waarbij Zilveren Kruis vorderingen heeft ingesteld voor bedragen uit de jaren 2009, 2017 en 2018. De gedaagde heeft echter aangevoerd dat hij niet meer in het bezit is van de benodigde documentatie en dat hij herhaaldelijk om uitleg heeft gevraagd, maar deze niet heeft ontvangen. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 mei 2023 was Zilveren Kruis niet vertegenwoordigd, terwijl de gedaagde wel aanwezig was met zijn partner.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis in deze procedure voor de tweede keer in korte tijd heeft gedagvaard, zonder de gevraagde specificatie van de openstaande posten te overleggen. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering voor een deel verjaard is, omdat de gedaagde een beroep op verjaring heeft gedaan en Zilveren Kruis niet heeft aangetoond dat de verjaring tijdig is gestuit. De kantonrechter heeft de gehele vordering afgewezen, zowel op formele als inhoudelijke gronden. Zilveren Kruis is veroordeeld in de proceskosten, en de gedaagde heeft recht op een forfaitair bedrag voor zijn kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.