Op 8 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een verzoek tot herbeoordeling ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelde dat eiseres op 22 september 2021 haar aanvraag had ingediend en dat verweerder uiterlijk op 17 november 2021 had moeten beslissen. Aangezien dit niet was gebeurd, heeft de rechtbank vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit was overschreden. Eiseres had verweerder op 6 december 2021 in gebreke gesteld, maar er was sindsdien geen besluit genomen.
De rechtbank heeft besloten dat verweerder alsnog binnen vier weken na de uitspraak een beslissing moet nemen. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50, omdat zij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.