Op 11 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had een verzoek tot herbeoordeling ingediend, maar verweerder had niet tijdig beslist. De rechtbank oordeelt dat eiseres op 29 november 2022 haar aanvraag heeft ingediend en dat verweerder uiterlijk op 24 januari 2023 had moeten beslissen. Aangezien deze termijn is overschreden, heeft eiseres verweerder op 30 januari 2023 in gebreke gesteld. De rechtbank stelt vast dat verweerder nog steeds geen besluit heeft genomen en bepaalt dat verweerder dit alsnog moet doen binnen vier weken na verzending van de uitspraak.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50. Verweerder moet dit bedrag aan eiseres betalen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om het griffierecht van € 365,- aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze beslissing.