ECLI:NL:RBMNE:2023:2221

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
15 mei 2023
Zaaknummer
16/331129-21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en verleiding van minderjarige door verdachte in Utrecht

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan twee verkrachtingen en de verleiding van een minderjarige tot het dulden van ontuchtige handelingen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met daarnaast een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod voor de steden waar zij wonen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, die een schadevergoeding van € 5.000,- eiste, toegewezen. De zaak is behandeld op verschillende zittingen, waarbij de rechtbank kennis heeft genomen van de standpunten van de officier van justitie en de verdediging. De verdachte heeft de feiten ontkend, maar de rechtbank heeft op basis van de verklaringen van de slachtoffers en het forensisch bewijs, waaronder DNA-analyses, de verdachte wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van de slachtoffers, die jonge kwetsbare vrouwen zijn. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers, en heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar passend is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/331129-21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 15 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1990] te [geboorteplaats] (Eritrea),
gedetineerd te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 april 2022, 6 juli 2022, 27 juli 2022, 18 oktober 2022, 16 december 2022, 3 maart 2023, 25 april 2023 en 1 mei 2023. Op de twee laatstgenoemde data is de zaak inhoudelijk behandeld.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. E.C. Lodder, en van hetgeen verdachte en zijn raadslieden, mr. M.N. Greeven en mr. J.C. Reisinger, beiden advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft eveneens kennisgenomen van hetgeen [slachtoffer 1] , alsmede mr. F. ten Berge namens die [slachtoffer 1] en [A] , van Slachtofferhulp, namens benadeelde partij [slachtoffer 2] , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder 1
op 8 augustus 2019 te Utrecht [slachtoffer 1] meermalen heeft verkracht;
onder 2
op 9 januari 2020 te Utrecht [slachtoffer 2] meermalen heeft verkracht;
onder 3, primair
op 21 januari 2021 te Utrecht [slachtoffer 3] meermalen heeft verkracht.
onder 3, subsidiair
op 21 januari 2021 te Utrecht [slachtoffer 3] , zijnde een minderjarige, heeft verleid tot het
dulden van ontuchtige handelingen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 en het onder 3 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft daartoe aangevoerd dat de verklaringen van aangeefsters betrouwbaar zijn en steun vinden in de overige bewijsmiddelen. Bovendien is sprake van schakelbewijs en kunnen alle drie de feiten ook op die manier wettig en overtuigend worden bewezen. De wijze waarop de feiten zijn begaan, komt immers op essentiële punten overeen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde. Door en namens verdachte is aangevoerd dat verdachte wel seks heeft gehad met [slachtoffer 1] (feit 1) en [slachtoffer 2] (feit 2), maar dat dit vrijwillig was. Verdachte ontkent dat hij [slachtoffer 3] heeft verkracht. De raadsvrouw van verdachte heeft voorts aangevoerd dat de verklaringen van de aangeefsters in alle drie de zaken vanwege hun onbetrouwbaarheid niet voor het bewijs gebruikt kunnen worden. Bovendien, ook als de rechtbank die verklaringen wel als bewijsmiddel gebruikt, is niet voldaan aan het wettelijke bewijsminimum. Er is namelijk onvoldoende steunbewijs. Dat steunbewijs kan niet gevonden worden in schakelbewijs omdat de beweerde modus operandi bij alle drie de zaken uiteen liep. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken wegens een gebrek aan wettig én overtuigend bewijs.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 en 3, voor het geval de rechtbank van oordeel is dat de verklaringen van aangeefsters wel voor het bewijs kunnen worden gebezigd, het voorwaardelijke verzoek gedaan om dr. R. Horselenberg, rechtspsycholoog, te benoemen als deskundige ter beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaringen.
Voor zover relevant worden de standpunten van de verdediging verder besproken onder het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1] ten aanzien van feit 1
Het informatief gesprek zeden met [slachtoffer 1] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Hij ging aan mijn benen, borsten zitten. Hij ging me zoenen en probeerde me te beffen en toen duwde ik hem van me af en zei dat ik het niet wilde. Ik wilde mijn [2] telefoon hebben en sleutels en paspoort. Hij had die verstopt.
Hij ging eerst met zijn vinger in mij en deed dat heel hard en ruw. Hij deed dat in mijn vagina. Toen ging hij met zijn piemel in mijn vagina, ook heel hard en ruw. Eerst lag ik op bed en hij bovenop me. Ik duwde hem weg. Ik heb hem ook nog gepijpt, maar dat wilde ik ook niet. Hij zegt dat hij een filmpje heeft van dat wij seks hadden. Ik wil niet dat het op internet komt zoals hij dreigde. Hij zei dat hij het pas na een week zou verwijderen. Als hij niets zou horen zou hij het verwijderen.
Waar is het gebeurd: Utrecht
Wanneer is het gebeurd: Tussen woensdag 7 augustus 2019 en 8 augustus 2019
Het speelde pas rond 02.00-03.00 uur. [3]
Het studioverhoor van [slachtoffer 1] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Dat hij haar kleding had uitgetrokken. Dat ze geschreeuwd en gejankt heeft. Dat hij daarna zijn penis anaal deed, zij begon te huilen. Dat met anaal zij bedoelt dat hij met zijn penis bij haar billen gaat, dat plekje anaal, bij je gat. Dat hij ging bewegen in haar gat.
Dat hij bedreigde als ze naar de politie gaat, ze heel groot probleem heeft, het op internet komt. [4]
De getuigenverklaring van [getuige 1] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Ik ben begeleider van het slachtoffer. Ik ben toen meegegaan naar Almere, naar de politie en het ziekenhuis, om haar te ondersteunen.
Kwam [slachtoffer 1] aangedaan op u over?
Ja.
Waaruit maakte u dat op?
Zij was heel erg verdrietig, in shock ook en overweldigd van 'wat is mij overkomen’. Echt van slag. [5]
Een NFI-rapport – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Daarnaast bevatten bemonsteringen ZAAD0376NL #04 (diep vaginaal) en #07 (in de anus) sperma dat afkomstig kan zijn van onbekende man A. [6]
Een NFI-rapport – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] komt overeen met het DNA-profiel (aanvraag 002) dat in aanvraag 001 is gekoppeld aan onbekende man A.
Dit betekent dat bemonsteringen ZAAD0376NL #04 (diep vaginaal) en #07 (in de anus) sperma bevatten dat afkomstig kan zijn van verdachte [verdachte] . [7]
DNA-mengprofiel ZAAD0376NL#07
(de rechtbank begrijpt: in de anus)is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de betreffende bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en sperma van verdachte [verdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en sperma van een willekeurige (niet aan [verdachte] of [slachtoffer 1] verwante) persoon.
DNA-mengprofiel ZAAD0376NL#04 (diep vaginaal) is ongeveer 20 miljoen keer
waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en sperma van verdachte [verdachte] , dan wanneer de bemonstering DNA bevat van slachtoffer [slachtoffer 1] en sperma van een willekeurige (niet aan [verdachte] of [slachtoffer 1] verwante) persoon. [8]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting – zakelijk weergegeven - inhoudende:
Het klopt dat ik haar vagina heb gelikt of gezoend en dat mijn penis in haar vagina is geweest. [9]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2
De verklaring van verdachte ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Het klopt dat ik in de nacht van 9 op 10 januari 2020 te Utrecht seks heb gehad met aangeefster. Ik heb op enig moment ook geprobeerd om mijn penis in haar anus in te brengen. Ik heb haar ook bij haar keel vastgepakt. [10]
De aangifte van [slachtoffer 2] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Toen deed hij zijn handen op mijn borst onder mijn kleding. Ik zei “Afblijven dit is niet normaal”. Ik heb toen zijn hand weer weggehaald.
Ik zag dat hij iets onder de kussens van de bank pakte. Hij drukte ergens op en toen kwam er een mes naar boven. Hij heeft toen op google een filmpje opgezocht. Ik zag een filmpje dat er mensen dood gemaakt werden. Ik zag dat eerst op het filmpje en toen zei hij: “als jij niet doet wat ik zeg dan maak ik jou dood”. Hij zei ook dat hij mijn hoofd eraf zou halen en dat hij mijn hoofd in de koelkast zou bewaren. Hij zei: “Ik wil graag dat jij jou kleren uit doet”. Toen deed hij het mes bovenop mijn hoofd. Hij zei: “Als jij je kleren niet uit doet dan ga ik met het mes op je hoofd doen en ga ik die naar beneden drukken”. Toen deed hij het mes weg. Hij hield het wel in zijn hand. Toen deed hij mijn t-shirt uit. Toen heeft hij mijn broek uitgedaan. Hij begon toen mijn borsten aan te raken. Ik begon toen heel hard te schreeuwen. Toen pakte hij mijn keel vast met twee handen.
In de slaapkamer heeft hij seks met mij gehad. Ik moest op mijn knieën gaan zitten. Ik moest [11] mijn voorhoofd op het bed leggen. Ik moest mijn handen langs mijn lichaam doen. Als ik mijn handen op het bed zette dan begon hij mij te slaan in mijn zij. Toen hij de seks heeft gedaan op mijn knieën moest ik daarna nog een keer seks doen met hem.
Hij deed het in mijn bil en in mijn vagina. Maar toen hij in mijn billen zat heb ik heel hard geschreeuwd. Toen begon hij mij te slaan. Daarna moest ik van hem gaan slapen. [12]
Eerder heeft hij gezegd dat hij mij tijdens de seks gefilmd heeft. [13]
Er was één hand aan mijn borst. Hij was aan het wrijven. [14]
A: Toen deed hij het mes tegen mijn keel. [15]
V: Wat voel je dan als hij de handen aan je keel had?
A: Ik kon niet meer ademen.
A: hij begint mij te kussen op mijn lip. [16]
V: De piemel ging in jou vagina. Wat gebeurt er dan?
A: Hij doet bewegen met zijn piemel.
A: Ik schreeuwde en toen sloeg hij met gebalde vuist op mijn borst. [17]
V: Wat voor kus gaf hij jou?
A: Hij deed zelf zijn tong in mijn mond. [18]
A: Hij ging met een vinger in mijn vagina en ging met die vinger heen en weer. [19]
De beschrijving van het letsel bij aangeefster
Ik zag dat de betrokkene
(de rechtbank begrijpt: aangeefster)letsels had bij en in haar vagina en op haar borsten. [20]
De getuigenverklaring van [getuige 2] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
V: We willen jouw getuigenverklaring afnemen omdat [slachtoffer 2] aangifte heeft gedaan van een
zedendelict. Vertel ons eens alles wat zij jou daarover verteld heeft?
De volgende ochtend
(de rechtbank begrijpt: de ochtend van 10 januari 2020)belde ze mij huilend op. [21]
V: Toen ze je huilend opbelde, wat zei ze toen?
A: Dat hij
(de rechtbank begrijpt: verdachte)haar had verkracht.
V: Je zei ze huilde, hoe weet je dat?
A: Ik hoorde haar huilen, ik hoorde dat aan haar stem.
A: Toen we terugkwamen uit het ziekenhuis had ze veel moeite met plassen waardoor er veel bloed vrij kwam.
A: Ze was boos en ik zag woede. Ik zag schrammen op haar borst. [22]
A: Ik heb haar hele lichaam gezien, ook donkere plekken op haar dijbeen.
V: Hoe was haar emotie op dat moment, dat je bij haar thuis bent voor de eerste keer dat ze je er over vertelde?
A: Het was een mengeling van woede en schrik.
V: En wat zag je dan aan haar?
A: Woede en haar ogen waren rood van het huilen.
V: Hoe zag je dat ze woedend was?
A: Dat zag ik aan haar gezicht en de manier waarop ze sprak, aan haar hele manier van doen. [23]
Een proces-verbaal van bevindingen – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op het politiebureau Assen hoorde ik, verbalisant [verbalisant 1] , (…) [slachtoffer 2] zeggen: "Als ik zou praten, zou hij de filmpjes op social media zetten". [24]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3
Vrijspraak van het primair tenlastegelegde
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het onder 3 primair tenlastegelegde wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De rechtbank overweegt daartoe dat aangeefster zich niet (precies) kan herinneren wat er is gebeurd, omdat zij bewusteloos was, en het dossier voor het overige onvoldoende bewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen van de primair ten laste gelegde verkrachting door verdachte. De sperma die op de onderbroek van aangeefster is aangetroffen, is niet van verdachte.
Bewijsmiddelen ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde
De verklaring van verdachte ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Aangeefster is op 21 januari 2021 naar mijn woning in [plaats] gekomen om een verleidingsscene te oefenen voor één van de Eritreese films die ik maak en op Youtube publiceer. Het ging om een scene waarin een druk meisje een jongen moest verleiden en dan zijn geld moest afpakken.. Het klopt dat ik de borsten van aangeefster heb betast. [25]
Het informatief gesprek zeden met [slachtoffer 3] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
[slachtoffer 3] is 17 jaar oud. [26] [slachtoffer 3] moest op zijn schoot gaan zitten. [verdachte] trok [slachtoffer 3] het bed op door zichzelf naar achteren te laten vallen. Hij maakte haar BH los. [verdachte] begon [slachtoffer 3] aan de borsten aan te raken onder de kleding. [27]
De aangifte van [slachtoffer 3] – zakelijk weergegeven – inhoudende:
V: Wat vond je ervan dat hij aan je blote borsten zat?
A: Ik vond het niet fijn.
V: Wat deed jij toen?
A: Ik zei 'stop, niet doen.' [28]
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
De beoordeling van het bewijs in zedenzaken laat zich doorgaans kenmerken door de aanwezigheid van slechts twee personen bij de ten laste gelegde seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een ontkennende verdachte brengt dit vaak met zich dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel voorhanden is.
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is de enkele verklaring van één getuige (waaronder het slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Deze bepaling heeft als doel de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De Hoge Raad heeft beslist dat deze bewijsminimumregel slechts geldt voor de gehele tenlastelegging. Onderdelen daarvan mogen wel slechts op één enkele getuigenverklaring berusten. Dat geldt ook voor de diverse ten laste gelegde seksuele handelingen. Een cruciaal onderdeel van de in deze zaak (primair) tenlastegelegde feiten is de onvrijwilligheid van de seks (d.w.z. de dwang). Dat onderdeel dient naar het oordeel van de rechtbank wel ondersteund te worden door een ander bewijsmiddel dan de enkele verklaring van de aangeefster. Zo’n bewijsmiddel moet afkomstig zijn uit een andere bron. De waarneming van (heftige) emoties door een getuige bij de aangeefster kan zo’n andere bron zijn. Daarvoor is wel vereist dat de relatie tussen dergelijke steunbewijs en de vermeende gebeurtenis voldoende nauw is.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1
Door en namens verdachte is – kort gezegd – gesteld dat verdachte en aangeefster vrijwillige seks hebben gehad. De verklaringen van aangeefster zijn onbetrouwbaar en zijn daardoor niet bruikbaar als bewijsmiddel. De verklaringen zijn mogelijk gekleurd door anderen en bevatten innerlijke tegenstrijdigheden. Daarbij vinden de verklaringen van aangeefster geen steun in de overige stukken in het procesdossier. Voor het geval de rechtbank anders oordeelt, heeft de verdediging voorwaardelijk verzocht dr. R. Horselenberg, rechtspsycholoog, te benoemen als deskundige teneinde de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster te doen beoordelen.
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe als volgt. Aangeefster heeft ’s ochtends rond 07.00 de woning van verdachte verlaten en is toen rechtstreeks naar haar werk gegaan. Daar heeft zij vrijwel meteen verteld wat haar is overkomen. Ongeveer anderhalf uur later is zij naar de politie gegaan en heeft daar haar verhaal gedaan. [29] Kort daarna is namens haar door haar toenmalig begeleidster, [aangeefster] , aangifte gedaan. [30] Aangeefster heeft sindsdien meerdere verklaringen afgelegd waarin zij op de essentiële onderdelen consistent heeft verklaard over wat er tussen haar en verdachte is voorgevallen. Dat haar verklaringen op onderdelen iets verschillen, maakt dat niet anders. Aangeefster is vanwege haar verstandelijke beperking weliswaar mogelijk meer beïnvloedbaar, maar de verdediging heeft geen feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht die aannemelijk zouden maken dat aangeefster ook daadwerkelijk is beïnvloed door anderen. Dat zij voorafgaand aan het informatieve gesprek met haar begeleiders heeft gesproken over de nacht bij verdachte thuis, is in ieder geval niet zo’n feit of omstandigheid. Gelet op voorgaande heeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en acht deze dan ook betrouwbaar.
Omdat het een taak van de rechtbank is om het bewijs te waarderen en de rechtbank zich in deze zaak ook een goed oordeel over de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster heeft kunnen vormen, wijst de rechtbank het verzoek om dr. R. Horselenberg te benoemen als deskundige af.
De verklaringen van aangeefster worden daarnaast ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 1] , die uit eigen waarneming heeft verklaard dat zij de dag van het informatief gesprek bij de politie emoties heeft waargenomen bij aangeefster. Zo zag zij dat aangeefster erg verdrietig was en in shock van hetgeen haar overkomen was. Dat ondersteunt de verklaring van aangeefster dat de seks tegen haar wil heeft plaatsgevonden. De verklaringen van aangeefster worden eveneens ondersteund door de bij haar aangetroffen DNA-sporen van verdachte. De aangetroffen sporen ondersteunen namelijk de verklaring van aangeefster dat zij door verdachte vaginaal en anaal gepenetreerd is en passen niet in het verhaal van verdachte, die stelt dat zij geen anale seks hebben gehad.
Het voorgaande, in samenhang bezien, maakt dat de rechtbank de verklaringen van aangeefster betrouwbaar acht en op essentiële onderdelen voldoende ondersteund ziet door bewijs uit andere bron. Het alternatieve scenario van verdachte, dat aangeefster vrijwillig seks met hem heeft gehad, acht de rechtbank niet aannemelijk.
Alles overwegende acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De rechtbank zal het tenlastegelegde dan ook bewezen verklaren (zoals hieronder onder 5 is weergegeven).
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 2
Door en namens verdachte is – kort gezegd – gesteld dat verdachte en aangeefster vrijwillige seks hebben gehad. De verklaringen van aangeefster zijn beperkt betrouwbaar en vinden bovendien onvoldoende steun in de overige stukken in het procesdossier.
De rechtbank verwerpt deze verweren en overweegt daartoe als volgt. Aangeefster heeft de dag volgend op de nacht dat zij in de woning van verdachte is verbleven haar verhaal gedaan bij haar huisarts en is diezelfde dag nog naar de politie gestapt. Aangeefster heeft sindsdien meerdere verklaringen afgelegd en die komen op essentiële onderdelen overeen. Dat deze verklaringen iets verschillen, doet daar, mede gelet op het tijdsverloop, niet aan af. De rechtbank acht de verklaringen van aangeefster dan ook betrouwbaar en zal deze gebruiken voor het bewijs.
De verklaringen van aangeefster vinden daarnaast steun in het letsel dat bij haar is geconstateerd. De rechtbank acht de mogelijkheid dat dit letsel is ontstaan door vrijwillige seks, mede gelet op het feit dat het voor aangeefster de eerste keer was dat zij seks had, niet aannemelijk. Dat de seks onvrijwillig is geweest en er dwang is uitgeoefend door verdachte vindt bovendien steun in de verklaring van getuige, [getuige 2] , die uit eigen waarneming heeft verklaard dat aangeefster overstuur was. Aangeefster belde haar vroeg in de ochtend op, toen zij nog lag te slapen, en vertelde dat zij verkracht was. Aangeefster heeft de woning van verdachte die ochtend rond 07.00 verlaten. [31] [getuige 2] verklaarde dat aangeefster aan het huilen was en erg boos en gefrustreerd was door hetgeen haar was overkomen. Daarop is zij meteen naar aangeefster toe gegaan. Daar aangekomen heeft zij eveneens letsel bij aangeefster waargenomen.
Alles overwegende acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. De rechtbank zal het tenlastegelegde dan ook bewezen verklaren (zoals hieronder onder 5 is weergegeven).
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3 subsidiair
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en zal het tenlastegelegde dan ook bewezen verklaren (zoals hieronder onder 5 is weergegeven). Verdachte heeft ter terechtzitting immers bekend dat hij de borsten van aangeefster heeft betast. De rechtbank stelt daarnaast vast dat verdachte, gezien het aanzienlijk leeftijdsverschil tussen beiden, misbruik heeft gemaakt van de feitelijke verhoudingen tussen hem en aangeefster. Aangeefster was ten tijde van het feit 17 jaar en dus minderjarig en verdachte was toen 30 jaar oud. De rechtbank betrekt daarbij dat de aanrakingen van de borsten van aangeefster geen onderdeel uitmaakte van de filmscene die zij in zijn woning oefenden. Die scene ging immers, zo verklaarde verdachte op zitting, om de verleiding van een man (gespeeld door verdachte) door een vrouw (gespeeld door aangeefster) waarbij de man geen actieve handelingen moest verrichten.
Gelet op het feit dat verdachte ter terechtzitting heeft bekend dat hij de borsten van aangeefster heeft betast, ziet de rechtbank geen reden op dr. Horselenberg als deskundige te benoemen. De rechtbank wijst dit verzoek dan ook af.
Ten slotte
Hoewel de rechtbank van oordeel is dat het dossier voor elk feit afzonderlijk voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat, heeft voor wat betreft de overtuiging dat verdachte de hieronder onder 5 genoemde feiten heeft begaan meegespeeld dat alle feiten verlopen volgens een soortgelijk patroon. Het bewijsmateriaal in de drie zaken vertoont immers op essentiële punten belangrijke overeenkomsten en kenmerkende gelijkenissen.. In alle drie de zaken gaat het om jonge kwetsbare vrouwen die op een laat tijdstip door verdachte in zijn woning zijn uitgenodigd om te oefenen voor een eventuele rol in een film. Het begint gezellig, maar na verloop van tijd verandert dat en dringt verdachte zich aan hen op. Om [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te beletten het huis te verlaten of iemand te waarschuwen, verstopt verdachte de telefoon en/of spullen van beide aangeefsters. [32] De modus operandi van die twee feiten komt bovendien overeen voor wat betreft de door verdachte uitgevoerde seksuele handelingen. Beide aangeefsters zijn door verdachte immers niet alleen vaginaal, maar ook anaal gepenetreerd. Ook heeft verdachte beide aangeefsters gedreigd met het openbaar maken van een filmpje dat verdachte van aangeefsters zou hebben gemaakt.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1
op 8 augustus 2019 te Utrecht, door feitelijkheden, [slachtoffer 1] , meermalen, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte meermalen, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina en in de anus en in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of gehouden

bestaande die andere feitelijkheden uit het meermalen, althans éénmaal (telkens)

- betasten, aanraken van de borsten en benen van die [slachtoffer 1] en
- zoenen van die [slachtoffer 1] en
- het uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 1] en
- trachten te likken aan de vagina van die [slachtoffer 1] en
- verstoppen van de telefoon, sleutels en paspoort van die [slachtoffer 1] en
- op die [slachtoffer 1] gaan liggen en
- het toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 1] : “ik ga de video op internet zetten” en “als ik een week niets ga horen, dan zal ik de video verwijderen”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking.
2
op 9 januari 2020 te Utrecht, door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 2]
meermalen, heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina en anus van die [slachtoffer 2] gebracht en gehouden

bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld uit het meermalen, althans éénmaal (telkens)

- betasten, wrijven en aanraken van de borst(en) van die [slachtoffer 2] en
- tong zoenen in de mond van die [slachtoffer 2] en
- tonen en voorhouden van een mes, althans een scherp en puntig voorwerp aan die [slachtoffer 2] en
- tonen van één of meer filmpje(s) aan die [slachtoffer 2] , waarin mensen gedood worden en
- (daarbij) toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 2] : “als jij niet doet wat ik zeg dan maak ik je dood” en “ik haal je hoofd er vanaf en bewaar ik in de koelkast” en “ik wil dat jij je kleding uitdoet” en “als jij je kleding niet uit doet dan ga ik met het mes op je hoofd en ga ik die naar beneden drukken”, en
- drukken en houden van een mes, althans een scherp en puntig voorwerp tegen de keel en op het hoofd van die [slachtoffer 2] en
- uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 2] en
- bij de keel vastpakken en (dicht) knijpen van de keel van die [slachtoffer 2] , ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] minder lucht kreeg en
- op die [slachtoffer 2] gaan liggen en
- slaan op de zij, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] en
- dwingen die [slachtoffer 2] op haar knieën te gaan liggen en daarbij met het gezicht in het bed en armen langs het lichaam
- dreigen van het plaatsen van filmpjes op internet en
- gebieden dat die [slachtoffer 2] bij hem ging slapen, althans de nacht bij hem, verdachte zal doorbrengen, in elk geval voorkomen dat die [slachtoffer 2] naar huis zou gaan.
3op 21 januari 2021 te Utrecht door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, [slachtoffer 3] , geboren op [2003] , die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen van hem, verdachte, te dulden, door die [slachtoffer 3] naar achteren op een bed te trekken en de bh van die [slachtoffer 3] los te maken en de blote borst(en) van die [slachtoffer 3] te betasten en aan te raken.
1
hij op of omstreeks 8 augustus 2019 te Utrecht,
door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer 1] , meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1]
gebracht en/of gehouden
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
- onder valse voorwendselen en/of beloften laten komen van die [slachtoffer 1]
naar zijn, verdachtes woning en/of
- betasten, wrijven en/of aanraken en/of knijpen in de borst(en) en/of
be(e)n(en) van die [slachtoffer 1] en/of
- (tong) zoenen (in) (op de mond) van die [slachtoffer 1] en/of
- het uittrekken van de broek, althans de kleding van die [slachtoffer 1] en/of
- trachten te likken aan/van de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- verstoppen van de telefoon, sleutels en/of paspoort van die [slachtoffer 1]
en/of
- op die [slachtoffer 1] gaan liggen en/of
- filmen en/of maken van video-opnamen van de seks tussen hem, verdachte en
die [slachtoffer 1] en/of
- het toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 1] : “ik ga de video op
internet zetten” en/of “als ik een week niets ga horen, dan zal ik de
video verwijderen”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of
strekking;
( art 242 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 9 januari 2020 te Utrecht,
door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2]
meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina en/of anus van die
gebracht en/of gehouden
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
- onder valse voorwendselen en/of beloften laten komen van die [slachtoffer 2]
, naar zijn, verdachtes woning en/of
- betasten, wrijven en/of aanraken en/of knijpen in de borst(en) van die
en/of
- (tong) zoenen (in) op de mond van die [slachtoffer 2] en/of
- tonen en/of voorhouden van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 2] en/of
- tonen van één of meer filmpje(s) aan die [slachtoffer 2] , waarin
mensen gedood worden en/of
- (daarbij) toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 2] : “als
jij niet doet wat ik zeg dan maak ik je dood” en/of “ik haal je hoofd er
vanaf en bewaar ik in de koelkast” en/of “ik wil dat jij je kleding
uitdoet” en/of “als jij je kleding niet uit doet dan ga ik met het
mes op je hoofd en ga ik die naar beneden drukken”, althans woorden van
dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- drukken en/of houden van een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp tegen de keel en/of op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2]
en/of
- uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 2] en/of
- bij de keel vastpakken en/of (dicht) knijpen van/in de keel van die
, ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2]
geen/minder lucht kreeg en/of
- op die [slachtoffer 2] gaan liggen en/of
- slaan op de rug en/of zij, althans het lichaam van die [slachtoffer 2]
en/of
- gebieden/dwingen die [slachtoffer 2] op haar knieën te gaan liggen
en/of (daarbij) met het gezicht in het bed en/of armen langs het lichaam
en/of
- filmen en/of maken van video-opnamen van de seks tussen hem, verdachte en
die [slachtoffer 2] en/of
- gebieden/dwingen dat die [slachtoffer 2] bij hem ging slapen,
althans de nacht bij hem, verdachte zal doorbrengen, in elk geval
voorkomen dat die [slachtoffer 2] naar huis zou gaan;
( art 242 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 21 januari 2021 te Utrecht,
door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, heeft
gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 3]
gebracht en/of gehouden
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
- onder valse voorwendselen en/of beloften laten komen van die [slachtoffer 3]
, naar zijn, verdachtes woning en/of
- toevoegen van een verdovend/bedwelmend middel (aan de aangeboden drank
en/of voedsel) aan die [slachtoffer 3] en/of
- trekken van die [slachtoffer 3] naar (achteren) en/of op het bed van
hem, verdachte en/of
- het masseren en/of losmaken van de bh van die [slachtoffer 3] en/of
- het betasten en/of aanraken van de (blote) borsten van die [slachtoffer 3]
en/of
- (vervolgens) nadat die [slachtoffer 3] bedwelmd en/of bewusteloos
is, uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 3] ;
( art 242 Wetboek van Strafrecht )
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
telkens: verkrachting, meermalen gepleegd; en
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen van hem te dulden.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN/OF MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van het voorarrest.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoel in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op te leggen, inhoudende dat:
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] ;
- zich niet ophoudt in [plaats] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 2] ;
- zich niet ophoudt in [plaats] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 3] ;
- zich niet ophoudt in [plaats] .
De officier van justitie vordert deze vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen voor de duur van 5 jaren en voor iedere overtreding een week hechtenis op te leggen, met een maximum van 6 maanden.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft verzocht om in strafmatigende zin rekening te houden met het blanco strafblad van verdachte. De raadsvrouw heeft bovendien verzocht rekening te houden met de omstandigheid dat verdachte jonge kinderen heeft waar hij voor moet zorgen. Voorts wil verdachte weer een volwaardige partner zijn voor zijn vrouw, die suikerziekte heeft en wil hij weer kunnen werken zodat hij zijn moeder weer financieel kan ondersteunen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van de feiten
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. Verdachte heeft met zijn handelen een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van aangeefsters. Seksuele delicten hebben voor slachtoffers vaak ernstige en langdurige psychische gevolgen. Blijkens de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] opgestelde slachtofferverklaringen geldt dit ook voor hen. De rechtbank weegt daarbij mee dat de slachtoffers in alle drie de gevallen jonge kwetsbare vrouwen waren. Voor [slachtoffer 2] gold dat het de eerste keer was dat zij seks had en hij haar op grove wijze haar maagdelijkheid heeft ontnomen. Verdachte heeft beide vrouwen hardhandig gedwongen om allerlei seksuele handelingen te ondergaan en daarna nog gedreigd om filmpjes daarvan openbaar te maken. Dat alles moet ontzettend traumatisch zijn geweest en de rechtbank acht het aannemelijk dat zij hier nog lange tijd gevolgen van zullen ondervinden. De rechtbank neemt het verdachte dan ook zeer kwalijk dat hij zich enkel heeft laten leiden door zijn eigen seksuele verlangens en aangeefsters daarbij pijn en leed heeft aangedaan.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het uittreksel justitiële documentatie (het strafblad) van verdachte van 8 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De rechtbank weegt dit niet in strafmatigende of strafverzwarende zin mee.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het rapport van het Pieter Baan Centrum, uitgebracht door F.S. van Huis, GZ-psycholoog, en M. Fluit, psychiater, op 24 februari 2023. Uit het rapport volgt dat verdachte het onderzoek consequent geweigerd heeft en dat door de beperkingen van het onderzoek niet valt te bepalen of verdachte lijdende is aan een psychische stoornis of een verstandelijke handicap. Aldus kunnen een doorwerking van eventuele psychopathologie in het tenlastegelegde, noch een gevaar voor recidive op basis van vastgestelde psychopathologie, worden onderbouwd. De onderzoekers kunnen dientengevolge ook geen antwoord geven op de vraag of behandeling voor betrokkene geïndiceerd is in het kader van recidivebeperking en – als dit al geïndiceerd zou zijn – in welk (juridisch) kader dit dan zou moeten plaatsvinden. Beantwoording van de overige gestelde vragen is eveneens niet mogelijk gebleken door een gebrek aan eigen onderzoek.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het reclasseringsadvies van 11 april 2023, opgesteld door R.T.M. Holthuijsen, reclasseringswerker, ten behoeve van de zitting. Hierin adviseert de reclassering om verdachte bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. De rechtbank zal dit advies volgen.
De rechtbank heeft gelet op de conclusies in voornoemde rapporten en de ontkennende houding van verdachte op zitting geen zicht kunnen krijgen op wat hem heeft gedreven om de bewezenverklaarde feiten te plegen. Dat maakt dat oplegging van enige maatregel of het stellen van voorwaarden, in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf, met als doel verdachte te behandelen niet aan de orde is. Gelet op de ernst, de frequentie en de manier waarop de feiten zijn gepleegd, vreest de rechtbank evenwel voor herhaling. Daarom kan, ook ter beveiliging van de maatschappij, geen andere straf volgen dan een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Op te leggen straf
Voor het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de vastgestelde landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Volgens de vastgestelde oriëntatiepunten is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vierentwintig (24) maanden het oriëntatiepunt voor verkrachting met een beperkte mate van dwang. Voor verkrachting met geweld of met een daarmee vergelijkbare mate van dwang is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zesendertig (36) maanden het uitgangspunt. Voor het daadwerkelijk formuleren van een straf dient de rechtbank wel de bewezenverklaarde handelingen in ogenschouw te nemen. De rechtbank stelt vast dat in feit 1 weliswaar geen sprake was van direct geweld, maar dat wel sprake was van meer dan lichte dwang. Ook is bewezen verklaard dat er sprake was van bedreigingen. Feit 2 ging wel gepaard met geweld waarbij eveneens sprake was van bedreigingen met (ernstig) geweld.
Voor verleiding van een minderjarige is er geen oriëntatiepunt. Voor dat feit heeft de rechtbank gekeken naar de straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en heeft de rechtbank in strafverzwarende zin rekening gehouden met de ernst van het feit en de context waarin dit feit, mede in het licht van de feiten 1 en 2 heeft plaatsgevonden. In alle drie gevallen was sprake van misbruik van vertrouwen dat de drie jonge vrouwen kennelijk in verdachte als producent van video-filmpjes hadden.
Alles afwegende ziet de rechtbank aanleiding om de eis van de officier van justitie te volgen en acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 jaarpassend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Op te leggen 38v-maatregel
De rechtbank zal voor de beveiliging van de maatschappij en voor het voorkomen van (nieuwe) strafbare feiten bevelen dat verdachte:
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] ;
- zich niet ophoudt in [plaats] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 2] ;
- zich niet ophoudt in [plaats] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 3] ;
- zich niet ophoudt in [plaats] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 5 jaren. Voor het geval een van deze verboden wordt overtreden zal de rechtbank bepalen dat per overtreding 7 dagen vervangende hechtenis zal worden toegepast.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 7.500,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot schadevergoeding integraal toe te wijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is heeft, gelet op de bepleite vrijspraak, primair verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de vordering te matigen en aansluiting te zoeken bij soortgelijke zaken.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de aard en ernst van de normschending die volgen uit het bewezen verklaarde feit en de gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zodanig zijn dat aangenomen kan worden dat de benadeelde partij in haar persoon is aangetast, als bedoeld in artikel 6:106 lid 1, onder b, van het Burgerlijk Wetboek. De benadeelde partij komt daarom een immateriële schadevergoeding toe. De rechtbank acht een bedrag van € 5.000,00, gelet op de bedragen die in soortgelijke zaken worden toegewezen, redelijk.
De rechtbank zal de vordering daarom tot een bedrag van € 5.000,00 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 augustus 2019 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 5.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 8 augustus 2019 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 60 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

10.BESLAG

In deze stafzaak is kleding van [slachtoffer 1] in beslag genomen. De rechtbank zal gelasten dat deze kleding aan haar wordt terug gegeven.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 38v, 38w, 57, 242, 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 3 primair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 en het onder 3 subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf en maatregel
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- legt aan verdachte op de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van 5 jaren;
- beveelt dat verdachte
  • zich niet ophoudt in [plaats] ;
  • zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] ;
  • zich niet ophoudt in [plaats] ;
  • zich onthoudt van contact met [slachtoffer 2] ;
  • zich niet ophoudt in [plaats] ;
  • zich onthoudt van contact met [slachtoffer 3] ;
- beveelt dat voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan de maatregel wordt vervangen door 7 dagen hechtenis; toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolge de maatregel niet op.
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende [slachtoffer 1] van de volgende voorwerpen:
  • Kleding (Ondergoed); goednummer: PL0900-2019237737-2469288;
  • Kleding (Ondergoed, Bh); goednummer: PL0900-2019237737-2469289.
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 5.000,00;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 augustus 2019 tot de dag van volledige betaling;
  • verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 5.000,00 te betalen, bij niet betaling aan te vullen met 60 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.H.M. Druijf, voorzitter, mrs. I.J.B. Corbeij en J.P. Verboom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Opsteyn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 mei 2023.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 8 augustus 2019 te Utrecht,
door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer 1] , meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina en/of in de anus en/of in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of gehouden
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
- onder valse voorwendselen en/of beloften laten komen van die [slachtoffer 1]
naar zijn, verdachtes woning en/of
- betasten, wrijven en/of aanraken en/of knijpen in de borst(en) en/of
be(e)n(en) van die [slachtoffer 1] en/of
- ( tong) zoenen (in) (op de mond) van die [slachtoffer 1] en/of
- het uittrekken van de broek, althans de kleding van die [slachtoffer 1] en/of
- trachten te likken aan/van de vagina van die [slachtoffer 1] en/of
- verstoppen van de telefoon, sleutels en/of paspoort van die [slachtoffer 1]
en/of
- op die [slachtoffer 1] gaan liggen en/of
- filmen en/of maken van video-opnamen van de seks tussen hem, verdachte en
die [slachtoffer 1] en/of
- het toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 1] : “ik ga de video op
internet zetten” en/of “als ik een week niets ga horen, dan zal ik de
video verwijderen”, althans woorden van dergelijke dreigende aard en/of
strekking.
2
hij op of omstreeks 9 januari 2020 te Utrecht,
door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2]
meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina en/of anus van die
[slachtoffer 2] gebracht en/of gehouden
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
- onder valse voorwendselen en/of beloften laten komen van die [slachtoffer 2]
, naar zijn, verdachtes woning en/of
- betasten, wrijven en/of aanraken en/of knijpen in de borst(en) van die
[slachtoffer 2] en/of
- ( tong) zoenen (in) op de mond van die [slachtoffer 2] en/of
- tonen en/of voorhouden van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 2] en/of
- tonen van één of meer filmpje(s) aan die [slachtoffer 2] , waarin
mensen gedood worden en/of
- ( daarbij) toevoegen van de woorden aan die [slachtoffer 2] : “als
jij niet doet wat ik zeg dan maak ik je dood” en/of “ik haal je hoofd er
vanaf en bewaar ik in de koelkast” en/of “ik wil dat jij je kleding
uitdoet” en/of “als jij je kleding niet uit doet dan ga ik met het
mes op je hoofd en ga ik die naar beneden drukken”, althans woorden van
dergelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- drukken en/of houden van een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp tegen de keel en/of op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2]
en/of
- uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 2] en/of
- bij de keel vastpakken en/of (dicht) knijpen van/in de keel van die
[slachtoffer 2] , ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2]
geen/minder lucht kreeg en/of
- op die [slachtoffer 2] gaan liggen en/of
- slaan op de rug en/of zij, althans het lichaam van die [slachtoffer 2]
en/of
- gebieden/dwingen die [slachtoffer 2] op haar knieën te gaan liggen
en/of (daarbij) met het gezicht in het bed en/of armen langs het lichaam
en/of
- filmen en/of maken van video-opnamen van de seks tussen hem, verdachte en
die [slachtoffer 2] en/of
- dreigen van het plaatsen van filmpjes en/of video-opnamen op internet en/of
- gebieden/dwingen dat die [slachtoffer 2] bij hem ging slapen,
althans de nacht bij hem, verdachte zal doorbrengen, in elk geval
voorkomen dat die [slachtoffer 2] naar huis zou gaan.
3
hij op of omstreeks 21 januari 2021 te Utrecht,
door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een)
andere feitelijkhe(i)d(en) door geweld of (een)andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] meermalen, althans eenmaal, heeft
gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
immers heeft hij, verdachte meermalen, althans éénmaal, (telkens)
- zijn geslachtsdeel en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 3]
gebracht en/of gehouden
bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met
geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit het
meermalen, althans éénmaal (telkens)
- onder valse voorwendselen en/of beloften laten komen van die [slachtoffer 3]
, naar zijn, verdachtes woning en/of
- toevoegen van een verdovend/bedwelmend middel (aan de aangeboden drank
en/of voedsel) aan die [slachtoffer 3] en/of
- trekken van die [slachtoffer 3] naar (achteren) en/of op het bed van
hem, verdachte en/of
- het masseren en/of losmaken van de bh van die [slachtoffer 3] en/of
- het betasten en/of aanraken van de (blote) borsten van die [slachtoffer 3]
en/of
- ( vervolgens) nadat die [slachtoffer 3] bedwelmd en/of bewusteloos
is, uittrekken van de kleding van die [slachtoffer 3] .
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 21 januari 2021 te Utrecht,
door giften en/of beloften van geld en/of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of misleiding, te weten door
- het beloven van geld, en/of
- het doen alsof hij, verdachte, een film ging maken,
[slachtoffer 3] , geboren op [2003] , die de leeftijd van achttien jaren nog
niet had bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden,
door die [slachtoffer 3] op zijn, verdachtes, schoot te laten zitten en/of die [slachtoffer 3] naar achteren en/of op een bed te trekken en/of die [slachtoffer 3] te masseren en/of de bh van die [slachtoffer 3] los te maken en/of de (blote) borst(en) van die [slachtoffer 3] te betasten en/of aan te raken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 24 maart 2022, genummerd 2019237737, 2020013253 & 2020010710, 2021151979 & PL1700-2021023489, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 391. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 8 augustus 2019, pagina 13.
3.Idem, pagina 14.
4.Proces-verbaal uitwerking studioverhoor van [slachtoffer 1] van 30 september 2019, pagina 26.
5.Proces-verbaal verhoor van getuige door de rechter-commissaris van 25 augustus 2022, pagina 6.
6.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 17 december 2021, opgesteld door drs. C. van Kooten, pagina 237.
7.Een geschrift, te weten een rapport van het NFI van 19 januari 2022, opgesteld door L.J.W. Grol BASc., pagina 385.
8.Idem, pagina 386.
9.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 april 2023.
10.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 april 2023.
11.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 16 januari 2020, pagina 67.
12.Idem, pagina 68.
13.Idem, pagina 70.
14.Idem, pagina 71
15.Idem, pagina 72.
16.Idem, pagina 73.
17.Idem, pagina 74.
18.Idem, pagina 76.
19.Idem, pagina 77.
20.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict met bijlagen van 11 januari 2020, pagina 88.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 9 december 2021, pagina 141.
22.Idem, pagina 142.
23.Idem, pagina 143.
24.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten, [verbalisant 1] hoofdagent van politie Eenheid
25.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 25 april 2023.
26.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden met [slachtoffer 3] van 23 januari 2021, pagina 157.
27.Idem, pagina 158.
28.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 25 november 2021, pagina 191.
29.Proces-verbaal van bevindingen zijnde de letterlijke uitwerking van het informatieve gesprek door [verbalisant 3] (UTR22021), Buitengewoon opsporingsambtenaar in het domein generieke opsporing bij de Eenheid Midden-Nederland, pagina 10 en 12
30.Proces-verbaal van aangifte door [aangeefster] van 10 september 2019, pagina 16.
31.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 16 januari 2020, pagina 76.
32.Proces-verbaal van bevindingen van 10 januari 2020, pagina 59; Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] van 25 november 2021, pagina 188 en 189.