ECLI:NL:RBMNE:2023:2186
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om handhaving tegen gedragingen door huisgenoot en de rol van de burgemeester
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van Amersfoort, op 25 juli 2022 een verzoek ingediend bij de burgemeester om op te treden tegen strafrechtelijke gedragingen van een huisgenoot, waaronder diefstal en bedreigingen. De burgemeester heeft op 28 juli 2022 gereageerd met de aanbeveling om aangifte te doen, maar heeft het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het e-mailbericht geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is. Eiser is het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld, vergezeld van een verzoek om voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 29 maart 2023 behandeld. Tijdens de zitting is vastgesteld dat de gedragingen van de huisgenoot zich binnen de woning van eiser afspelen en derhalve geen relatie hebben met de openbare orde, zoals bedoeld in de Gemeentewet. De burgemeester heeft geen bevoegdheid om op te treden in deze situatie, aangezien de gedragingen niet onder de handhaving van de openbare orde vallen. Ook de verwijzing naar de Wet tijdelijk huisverbod biedt geen soelaas, omdat de betrokkenen niet voldoen aan de definitie van huisgenoten zoals bedoeld in die wet.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep ongegrond is. Eiser krijgt geen gelijk en er is geen aanleiding voor een voorlopige voorziening. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. K.E. Pruntel, en is openbaar uitgesproken op 29 maart 2023. Eiser kan binnen zes weken hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.