Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
4.
[eiseres sub 4],
1.De procedure
- de namens [gedaagde] overgelegde producties 1 tot en met 22;
- de pleitnota van [eiseres sub 1 (B.V.)] c.s.
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.Waar gaat deze zaak over?
- alle stukken van [eiseres sub 1 (B.V.)] , maar ook van [eiseres sub 2 (B.V.)] en [eiseres sub 3 (B.V.)] teruggeeft, met uitzondering van de stukken die deel uitmaken van de procesdossiers in de procedures waarbij [gedaagde] partij is;
- een overzicht verstrekt van alle (rechts)personen aan wie zij na 6 november 2019 deze stukken heeft verstrekt, welke stukken dat precies zijn en wanneer dat is gebeurd;
- de medische gegevens van [eiseres sub 4] vernietigt;
- alle privéfoto’s- en video’s van [eiseres sub 4] teruggeeft;
- als zij niet voldoet aan de veroordelingen zij per overtreding een dwangsom van € 5.000,- moet betalen, met een maximum van € 100.000,-;
- de proces- en nakosten van [eiseres sub 1 (B.V.)] c.s. betaalt.
3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter?
alle’bedrijfseigendommen moet inleveren ‘
in de ruimste zin van het woord’kan het niet anders dan dat partijen bedoeld hebben dat [gedaagde] ook deze mailbox met inhoud en eventuele verdere gegevens van [eiseres sub 1 (B.V.)] c.s. moest afstaan. Dat digitale informatie geen ‘zaak’ is waarop goederenrechtelijk eigendom kan rusten, is geen reden om die afspraak anders te interpreteren. [gedaagde] heeft die e-mails en eventuele verdere gegevens dus ten onrechte van de laptop gehaald, voordat zij die inleverde bij [eiseres sub 1 (B.V.)] . Dat betekent dat [gedaagde] de back-up met gegevens van [eiseres sub 1 (B.V.)] en de daaraan gelieerde vennootschappen ( [eiseres sub 2 (B.V.)] en [eiseres sub 3 (B.V.)] ) moet afgeven aan [eiseres sub 1 (B.V.)] c.s.
per overtredingvan één of meer van de veroordelingen verbeurt. Dat betekent dat als [gedaagde] 14 dagen na betekening van het vonnis niet aan de veroordelingen heeft voldaan, zij dit per veroordeling één keer kan overtreden. Er kan geen sprake zijn van een voortdurende overtreding van een veroordeling, want dan had [eiseres sub 1 (B.V.)] c.s. moeten vorderen dat de dwangsom wordt opgelegd
per dagdat [gedaagde] niet voldoet aan de veroordelingen. Verder stelt de voorzieningenrechter vast dat als aan één veroordeling helemaal niet of gedeeltelijk wordt voldaan, dat dit geldt als één overtreding. Omdat aan [gedaagde] twee veroordelingen worden opgelegd, wordt de maximale dwangsom op totaal € 10.000,- vastgesteld.