4.2Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, subsidiair, ten aanzien van een bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 3 is aangevoerd dat het in voorraad hebben van 595,7 liter Oxycodon verdachte ook wordt verweten onder feit 1. De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 4 ten laste gelegde feit, omdat het procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte een groothandel in de zin van artikel 1 lid 1 sub kk van de Geneesmiddelenwet heeft gedreven. Ten slotte is ten aanzien van de feiten 3 en 4 gesteld dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het opzet op alle ten laste gelegde gedragingen met uitzondering van het ‘in voorraad hebben gehad’.
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft bekend de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde (genees)middelen opzettelijk aanwezig dan wel in voorraad te hebben gehad en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit van deze bestanddelen. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenvan 4 november 2022, genummerd 2022327479-8, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , respectievelijk hoofdagent en brigadier bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisanten of één hunner
(
pagina’s 37-41 van ‘Procesdossier’);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenmet bijbehorende fotomap van 4 november 2022, genummerd 2022327479-7, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant
(
pagina’s 50-71 van ‘Procesdossier’);
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenmet bijbehorend Excel bestand (specificatie) van 24 januari 2023, genummerd 2022327479/ MD2R022168-76, opgemaakt door [verbalisant 4] , hoofdagent bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant
(
pagina’s 122-124 van ‘Procesdossier p. 1-73’);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal onderzoek verdovende middelenvan 14 november 2022, genummerd 2022327479-22, opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , respectievelijk hoofdagent en brigadier bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisanten of één hunner
(
pagina’s 116-120 van ‘Procesdossier p. 1-73’);
- een NFiDENT rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 10 november 2022, opgemaakt door ing. F. Wallace, NFI-deskundige, houdende een verklaring van voornoemde deskundige
(
pagina 121 van ‘Procesdossier p.1-73);
- een Rapport ‘
Identificatie van drugs’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 april 2023, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, NFI-deskundige, houdende een verklaring van voornoemde deskundige
(
pagina’s 1-2 van ‘NFI rapport 18-04-23’);
- een
schriftelijk bescheid, te weten:
productbeoordeling22-160 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, opgemaakt door drs. [A]
(
paginanummers 99-104 van ‘Procesdossier p. 1-73’);
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 28 april 2023.
Bewijsmiddelenvoor het onder 4 ten laste gelegde feit
1) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 4 november 2022 volgt dat verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben verklaard:
Op 3 november 2022 gingen wij aan de deur bij de woning aan de [adres] . Dit betreft de woning van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1999. [verdachte] stond als enige ingeschreven op dit adres. Na de constatering dat de eerder geopende garagebox niet de juiste was stelden wij opnieuw onderzoek in bij de schuren. Wij zagen dat er bij de schuur een nummerbordje was bekrast met zwarte stift. Wij schenen met en zaklamp op dit nummerbordje en wij zagen dat nummer ' [nummer] ' zichtbaar was. De deur werd geopend. Vanaf de ingang van de schuur zagen wij direct tientallen dozen met daarop een sticker 'Oxycodone'. Omstreeks 21.15 uur kwam er een man naar de schuur toegelopen. Verbalisant [verbalisant 2] hoorde dat deze man zei: "Dit is mijn schuur”. Ik dacht ik kom me maar even melden, anders komen jullie me wel halen." Er werden diverse goederen in beslag genomen gedurende de doorzoeking in de schuur, te weten:
Medicijnen
- 195 dozen Oxycodone 12 flessen x250 ml, 2340 flessen;
- 15 flessen Oxycodone 250 ml;
- 1 pot Concerta;
- 8 dozen Fentanil;
- 1 pot Methyl fenidaat;
- 6 dozen + 3 strips Pregabaline;
- 51 kleine dozen morfine;
- 23 ampullen morfine (aantal aangebroken);
- 35 dozen Lorazepam.
2) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 24 januari 2023 met bijbehorend Excel bestand (specificatie) volgt dat verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 3 november 2022 werd er in een garagebox aan de [adres] in [plaats] een
grote hoeveelheid medicamenten aangetroffen. Op 8 november 2022 werd er onderzoek gedaan naar de medicamenten en werden dezen geteld en gefotografeerd. In dit proces-verbaal van bevindingen worden de juiste hoeveelheden weergegeven.
Naam van het medicijn
Juiste hoeveelheid medicijnen
Methylfenidaat HCL 10
3.820 pillen
Lorazepam 2,5mg
1.020 pillen
Morfine HCI 10mg/ml, 1m1 ampul
510 ampullen
Morfine HCL 10mg/ml, 10m1 ampul
23 ampullen
Fentanyl 200microgram
60 pillen
Oxycodon Hydrochloride 5mg/5m1
2383 flessen, totaal 595,75 liter
Bijlage: als bijlage is het aangepaste Excel bestand gevoegd met de juiste telling en hoeveelheden.
Volgnummer
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Totaal aantal (tabletten)
1
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
240
2
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
240
3
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
200
4
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
400
5
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
60
6
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
20
7
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
60
8
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
90
9
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
20
10
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
760
11
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
30
12
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
430
13
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
50
14
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
170
15
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
20
16
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
150
17
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
60
18
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
130
19
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
70
20
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
160
21
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
80
22
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
180
23
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
60
24
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
30
25
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
30
26
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
40
27
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
10
28
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
10
29
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
20
32
Lorazepam Aurobindo 2,5 mg
2,5mg Lorazepam
570
33
Lorazepam Prolepha 2,5 mg
2,5mg Lorazepam
450
34
Morfine Hcl 10mg/ml
Morfine hydrochloride trihydraat
10 ampullen
35
Morfine Hcl 10mg/ml
Morfine hydrochloride trihydraat
10 ampullen
36
Morfine Hcl 10mg/ml
10mg morfinehydrochloride
370 ampullen
37
Morfine Hcl 10mg/ml
10mg morfinehydrochloride
120 ampullen
38
Morfine Hcl 10mg/ml
10mg HCL
23 ampullen
40
Fentanyl Sandoz 200microgram
200 microgram fentanyl
60
46
Oxycodon Hydrochloride 5mg/5ml
5mg oxycodon hydrochloride
595,750 liter
47
Pregabaline Sandoz
150mg
56
48
Pregabaline Sandoz
150mg
168
49
Pregabaline Sandoz
150mg
56
50
Pregabaline Accord
150mg pregabaline
56
3) Uit een
productbeoordelingvan 18 november 2022 volgt dat drs. [A] van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft gerapporteerd:
Op verzoek van [senior tactisch opsporingsambtenaar] , senior tactische opsporing bij de politie-Eenheid
Midden-Nederland, heb ik een productbeoordeling opgesteld betreffende de op 3
november 2022 aangetroffen en inbeslaggenomen producten.
Conclusie
De producten Methylfenidaat HCI Teva 10 mg (10), Methylfenidaat HO 1A Pharma
10 mg (12), Lorazepam Aurobindo 2,5 mg (32), Morfine HCI Teva 10 mg/ml (36),
Fentanyl Sandoz 200 microgram (40), Oxycodone Hydrochloride 5 mg/5 ml (46)
en Pregabaline Sandoz 150 mg (48) voldoen aan de omschrijving van het begrip
geneesmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Geneesmiddelenwet.
4) Uit een
bevoegdheidsbeoordelingvan 23 november 2022 volgt dat [B] van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft gerapporteerd:
Op verzoek van [senior tactisch opsporingsambtenaar] , senior tactische opsporing bij Politie Eenheid Midden-Nederland, heb ik een bevoegdheidsbeoordeling opgesteld betreffende [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] , woonachtig op [adres] , [plaats] , in verband met op 3 november 2022 op [adres] te [plaats] aangetroffen en inbeslaggenomen vermoedelijke geneesmiddelen.
Conclusies
Aan verdachte is geen fabrikanten- of groothandelaarsvergunning verleend als
bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. Krachtens artikel 18,
eerste lid, Geneesmiddelenwet is een dergelijke vergunning vereist om bepaalde
handelsactiviteiten te mogen verrichten, waaronder in voorraad hebben, met
geneesmiddelen.
Verdachte staat niet geregistreerd als apotheker die zijn beroep uitoefent in een
apotheek noch als apotheekhoudend huisarts. Verdachte valt daarmee niet onder
de uitzonderingen als bedoeld in artikel 61, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet
met betrekking tot het verbod tot het verrichten van bepaalde activiteiten,
waaronder ter hand stellen, met UR-geneesmiddelen.
Verdachte staat niet geregistreerd als apotheekhoudende of dierenarts en
daarmee valt verdachte niet onder de uitzonderingen als bedoeld in artikel 5,
eerste lid, van de Opiumwet. Aan verdachte is tevens geen ontheffing verleend als
bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Opiumwet. Het krachtens artikel 2 en/of 3
Opiumwet gestelde verbod om bepaalde handelsactiviteiten te verrichten,
waaronder aanwezig hebben, met middelen als bedoeld in respectievelijk lijst
I of II behorende bij de Opiumwet is op verdachte onverminderd van
toepassing.
Hiermee beschikt verdachte niet over enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig
verrichten van activiteiten met een geneesmiddel als bedoeld in de
Geneesmiddelenwet en/of met een middel als bedoeld in lijst I of II behorende bij
de Opiumwet.
5) Uit de
verklaring van verdachte ter terechtzittingvan 28 april 2023 blijkt dat verdachte onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
De door de politie op 3 november 2022 aangetroffen geneesmiddelen lagen in mijn schuur die hoorde bij mijn toenmalige woning aan de [adres] in [plaats] . Een persoon vroeg mij om goederen voor één dag op te slaan en deze goederen zijn in de avond van 2 november 2022 door een persoon gebracht. Ik was hierbij aanwezig en heb de deur opengedaan. Ik heb de kartonnen dozen zien staan en ik had een vermoeden over hetgeen in mijn schuur opgeslagen werd.
Bewijsoverwegingen voor het onder 4 ten laste gelegde feit
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 3 november 2022 de ten laste gelegde geneesmiddelen opzettelijk in voorraad heeft gehad.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van de overige ten laste gelegde gedragingen ten aanzien van de geneesmiddelen. Ondanks dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard over een langere periode geneesmiddelen te hebben afgeleverd, bevat het strafdossier geen bewijsmiddelen waaruit volgt dat verdachte op de ten laste gelegde datum (3 november 2022), waarop de geneesmiddelen door de politie zijn aangetroffen, eveneens geneesmiddelen heeft verkocht of afgeleverd.
Verdachte zal eveneens partieel worden vrijgesproken van het in voorraad hebben gehad van 912 pillen met de opdruk ‘Xanax’ (bevattende flualprazolam), omdat uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd of anderszins uit het procesdossier niet blijkt dat flualprazolam voldoet aan de omschrijving van het begrip geneesmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Geneesmiddelenwet.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een groothandel in geneesmiddelen heeft gedreven zonder dat hem hiervoor een handelsvergunning was verleend. Onder het drijven van een groothandel in de zin van de Geneesmiddelenwet dient volgens artikel 1, eerste lid, onder kk, van die wet te worden verstaan ‘een of meer activiteiten binnen het geheel van groothandelen, zoals het inkopen, in voorraad hebben, afleveren of uitvoeren van door derden bereide of ingevoerde geneesmiddelen of werkzame stoffen’. De enkele omstandigheid waarin een entiteit geneesmiddelen in (handels)voorraad heeft, leidt reeds tot de vaststelling dat sprake is van het ‘drijven van een groothandel’. Nu verdachte een grote hoeveelheid geneesmiddelen in voorraad heeft gehad en aan hem geen fabrikanten- of groothandelaarsvergunning was verleend als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van het opzettelijk drijven van een groothandel in geneesmiddelen terwijl hij niet in het bezit was van een handelsvergunning