ECLI:NL:RBMNE:2023:2178

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
16/285608-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor opzettelijk bezit van verdovende middelen en geneesmiddelen zonder vergunning

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 mei 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die op 3 november 2022 in Almere werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van verschillende soorten verdovende middelen, waaronder fentanyl, cocaïne, hennep en hasjiesj, alsook van het opzettelijk in voorraad hebben van een grote hoeveelheid geneesmiddelen, waaronder 595,75 liter oxycodon, zonder de vereiste handelsvergunning. De rechtbank achtte alle ten laste gelegde feiten (deels) wettig en overtuigend bewezen. De verdediging voerde aan dat het binnentreden van de schuur onrechtmatig was, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ernstige feiten die schadelijk zijn voor de volksgezondheid, en dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van de verdachte uitsloten. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en psychische problemen, maar vond dat een vrijheidsbenemende straf noodzakelijk was.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/285608-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 mei 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] , locatie [locatie] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. F.E. Leeman en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A. Wijburg, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1
op 3 november 2022 in Almere ongeveer 595,75 liter oxycodon, 3.871 pillen bevattende methylfenidaat (concerta), 137 pillen bevattende fentanyl, 533 ampullen bevattende morfine en/of 5 gripzakjes bevattende cocaïne opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 2
op 3 november 2022 in Almere ongeveer 1020 pillen bevattende lorazepam, 912 pillen Xanax (bevattende flualprazolam), 100 gram hennep en/of 100 gram hasjiesj opzettelijk aanwezig heeft gehad;
feit 3
op 3 november 2022 in Almere al dan niet opzettelijk het geneesmiddel oxycodon (595,75 liter), waarvoor geen handelsvergunning gold, in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht, heeft afgeleverd, ter hand heeft gesteld, heeft ingevoerd, heeft uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht;
feit 4
op 3 november 2022 (in een pand aan de [adres] ) in [plaats] , al dan niet opzettelijk, een groothandel in geneesmiddelen, waarvoor geen handelsvergunning was verleend, heeft gedreven, door de geneesmiddelen (bevattende) oxycodonhydrochloride, methylfenidaathydrochloride, fentanyl, morfinehydrochloride, pregabaline, lorazepam en/of fluaprazolam te bereiden, in te voeren, in voorraad te hebben gehad, te koop te hebben aangeboden, te hebben afgeleverd, uit te voeren en/of anderszins binnen of buiten het Nederlandse grondgebied te hebben gebracht.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Overwegingen over de rechtmatigheid van het bewijs
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit bij gebrek aan wettig en overtuigend bewijs. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat het binnentreden van de schuur ter inbeslagname onrechtmatig was, omdat op dat moment geen sprake was van een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. De MMA-melding, in combinatie met hetgeen ter plaatse door de politie is waargenomen waarbij niet kan worden gesteld dat die waarnemingen de inhoud van de MMA-melding in voldoende mate verifiëren, is daartoe onvoldoende. Hierdoor is sprake van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), als gevolg waarvan de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, dienen te worden uitgesloten van het bewijs.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het binnentreden van de schuur ter inbeslagname rechtmatig was, omdat er op dat moment een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit bestond.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of sprake is geweest van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek en zo ja, of dat vormverzuim ertoe moet leiden dat de resultaten van dat onderzoek, die door het verzuim zijn verkregen, ingevolge het bepaalde in artikel 359a, eerste lid, aanhef en onder b van het Wetboek van Strafvordering, niet mogen bijdragen aan het bewijs van de ten laste gelegde feiten.
Het onderzoek in de onderhavige zaak is gestart naar aanleiding van een door de politie op 3 november 2022 ontvangen MMA-melding met de titel ‘drugshandel vanuit pand en vuurwapens te Almere’. In de melding kwam naar voren dat bekend was dat [verdachte] , woonachtig aan de [adres] te [plaats] , op 3 november 2022 een grote partij drugs en medicatie in de schuur van zijn woning opgeslagen zou hebben liggen. Daarnaast zouden er meerdere vuurwapens liggen. De partij zou in de avonduren van 3 november 2022 naar een onbekende locatie worden gebracht. Na toestemming van de officier van justitie werd dezelfde dag door de politie binnengetreden in de schuur, behorend bij de woning aan de [adres] in [plaats] , waarna een grote hoeveelheid (genees)middelen is aangetroffen.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een vormverzuim en acht zij het binnentreden van de schuur van verdachte rechtmatig. Uit vaste jurisprudentie volgt dat een (anonieme) melding van (bijvoorbeeld) Meld Misdaad Anoniem daartoe voldoende kan zijn, mits deze melding voldoende concreet van aard is. Op basis daarvan kan een verdenking rijzen en kunnen dwangmiddelen worden ingezet. De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van bedoelde MMA-melding voldoende concrete informatie bevatte over de aard van de strafbare feiten, de tijd en plaats daarvan en degene die daarbij betrokken zou zijn. Er heeft met betrekking tot de naam van de in de MMA-melding genoemde persoon een verificatie plaatsgevonden in de (politie)systemen, waaruit naar voren kwam dat verdachte stond ingeschreven op het genoemde adres. Dat maakt dat reeds de enkele (geverifieerde) MMA-melding een voldoende grondslag vormde voor een verdenking van overtreding van de Wet wapens en munitie, de Opiumwet en de Geneesmiddelenwet, temeer de melding voorts zeer actueel was. Het verweer van de verdediging wordt derhalve verworpen en de resultaten van het binnentreden in de schuur kunnen dan ook voor het bewijs worden gebruikt.
4.2
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich, subsidiair, ten aanzien van een bewezenverklaring van de feiten 1 en 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 3 is aangevoerd dat het in voorraad hebben van 595,7 liter Oxycodon verdachte ook wordt verweten onder feit 1. De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 4 ten laste gelegde feit, omdat het procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat verdachte een groothandel in de zin van artikel 1 lid 1 sub kk van de Geneesmiddelenwet heeft gedreven. Ten slotte is ten aanzien van de feiten 3 en 4 gesteld dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor het opzet op alle ten laste gelegde gedragingen met uitzondering van het ‘in voorraad hebben gehad’.
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft bekend de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde (genees)middelen opzettelijk aanwezig dan wel in voorraad te hebben gehad en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit van deze bestanddelen. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenvan 4 november 2022, genummerd 2022327479-8, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , respectievelijk hoofdagent en brigadier bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisanten of één hunner
(
pagina’s 37-41 van ‘Procesdossier’);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenmet bijbehorende fotomap van 4 november 2022, genummerd 2022327479-7, opgemaakt door [verbalisant 3] , hoofdagent bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant
(
pagina’s 50-71 van ‘Procesdossier’);
- het in wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal van bevindingenmet bijbehorend Excel bestand (specificatie) van 24 januari 2023, genummerd 2022327479/ MD2R022168-76, opgemaakt door [verbalisant 4] , hoofdagent bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisant
(
pagina’s 122-124 van ‘Procesdossier p. 1-73’);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte
proces-verbaal onderzoek verdovende middelenvan 14 november 2022, genummerd 2022327479-22, opgemaakt door [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , respectievelijk hoofdagent en brigadier bij politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een verklaring van voornoemde verbalisanten of één hunner
(
pagina’s 116-120 van ‘Procesdossier p. 1-73’);
- een NFiDENT rapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 10 november 2022, opgemaakt door ing. F. Wallace, NFI-deskundige, houdende een verklaring van voornoemde deskundige
(
pagina 121 van ‘Procesdossier p.1-73);
- een Rapport ‘
Identificatie van drugs’ van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 april 2023, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, NFI-deskundige, houdende een verklaring van voornoemde deskundige
(
pagina’s 1-2 van ‘NFI rapport 18-04-23’);
- een
schriftelijk bescheid, te weten:
productbeoordeling22-160 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, opgemaakt door drs. [A]
(
paginanummers 99-104 van ‘Procesdossier p. 1-73’);
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 28 april 2023.
Bewijsmiddelen [1] voor het onder 4 ten laste gelegde feit
1) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 4 november 2022 volgt dat verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, hebben verklaard:
Op 3 november 2022 gingen wij aan de deur bij de woning aan de [adres] . Dit betreft de woning van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1999. [verdachte] stond als enige ingeschreven op dit adres. Na de constatering dat de eerder geopende garagebox niet de juiste was stelden wij opnieuw onderzoek in bij de schuren. Wij zagen dat er bij de schuur een nummerbordje was bekrast met zwarte stift. Wij schenen met en zaklamp op dit nummerbordje en wij zagen dat nummer ' [nummer] ' zichtbaar was. De deur werd geopend. Vanaf de ingang van de schuur zagen wij direct tientallen dozen met daarop een sticker 'Oxycodone'. Omstreeks 21.15 uur kwam er een man naar de schuur toegelopen. Verbalisant [verbalisant 2] hoorde dat deze man zei: "Dit is mijn schuur”. Ik dacht ik kom me maar even melden, anders komen jullie me wel halen." Er werden diverse goederen in beslag genomen gedurende de doorzoeking in de schuur, te weten:
Medicijnen
- 195 dozen Oxycodone 12 flessen x250 ml, 2340 flessen;
- 15 flessen Oxycodone 250 ml;
- 1 pot Concerta;
- 8 dozen Fentanil;
- 1 pot Methyl fenidaat;
- 6 dozen + 3 strips Pregabaline;
- 51 kleine dozen morfine;
- 23 ampullen morfine (aantal aangebroken);
- 35 dozen Lorazepam. [2]
2) Uit het
proces-verbaal van bevindingenvan 24 januari 2023 met bijbehorend Excel bestand (specificatie) volgt dat verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Op 3 november 2022 werd er in een garagebox aan de [adres] in [plaats] een
grote hoeveelheid medicamenten aangetroffen. Op 8 november 2022 werd er onderzoek gedaan naar de medicamenten en werden dezen geteld en gefotografeerd. In dit proces-verbaal van bevindingen worden de juiste hoeveelheden weergegeven.
Naam van het medicijn
Juiste hoeveelheid medicijnen
Methylfenidaat HCL 10
3.820 pillen
Lorazepam 2,5mg
1.020 pillen
Morfine HCI 10mg/ml, 1m1 ampul
510 ampullen
Morfine HCL 10mg/ml, 10m1 ampul
23 ampullen
Fentanyl 200microgram
60 pillen
Oxycodon Hydrochloride 5mg/5m1
2383 flessen, totaal 595,75 liter [3]
Bijlage: als bijlage is het aangepaste Excel bestand gevoegd met de juiste telling en hoeveelheden.
Volgnummer
Soort/naam product
Werkzame stof(fen)
Totaal aantal (tabletten)
1
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
240
2
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
240
3
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
200
4
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
400
5
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
60
6
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
20
7
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
60
8
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
90
9
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
20
10
Methylfenidaat HCL
HCL Teva 10MG
760
11
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
30
12
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
430
13
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
50
14
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
170
15
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
20
16
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
150
17
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
60
18
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
130
19
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
70
20
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
160
21
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
80
22
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
180
23
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
60
24
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
30
25
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
30
26
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
40
27
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
10
28
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
10
29
Methylfenidaat HCL 1a Pharma
10mg HCL
20
32
Lorazepam Aurobindo 2,5 mg
2,5mg Lorazepam
570
33
Lorazepam Prolepha 2,5 mg
2,5mg Lorazepam
450
34
Morfine Hcl 10mg/ml
Morfine hydrochloride trihydraat
10 ampullen
35
Morfine Hcl 10mg/ml
Morfine hydrochloride trihydraat
10 ampullen
36
Morfine Hcl 10mg/ml
10mg morfinehydrochloride
370 ampullen
37
Morfine Hcl 10mg/ml
10mg morfinehydrochloride
120 ampullen
38
Morfine Hcl 10mg/ml
10mg HCL
23 ampullen
40
Fentanyl Sandoz 200microgram
200 microgram fentanyl
60
46
Oxycodon Hydrochloride 5mg/5ml
5mg oxycodon hydrochloride
595,750 liter
47
Pregabaline Sandoz
150mg
56
48
Pregabaline Sandoz
150mg
168
49
Pregabaline Sandoz
150mg
56
50
Pregabaline Accord
150mg pregabaline
3) Uit een
productbeoordelingvan 18 november 2022 volgt dat drs. [A] van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft gerapporteerd:
Op verzoek van [senior tactisch opsporingsambtenaar] , senior tactische opsporing bij de politie-Eenheid
Midden-Nederland, heb ik een productbeoordeling opgesteld betreffende de op 3
november 2022 aangetroffen en inbeslaggenomen producten.
Conclusie
De producten Methylfenidaat HCI Teva 10 mg (10), Methylfenidaat HO 1A Pharma
10 mg (12), Lorazepam Aurobindo 2,5 mg (32), Morfine HCI Teva 10 mg/ml (36),
Fentanyl Sandoz 200 microgram (40), Oxycodone Hydrochloride 5 mg/5 ml (46)
en Pregabaline Sandoz 150 mg (48) voldoen aan de omschrijving van het begrip
geneesmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Geneesmiddelenwet. [5]
4) Uit een
bevoegdheidsbeoordelingvan 23 november 2022 volgt dat [B] van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft gerapporteerd:
Op verzoek van [senior tactisch opsporingsambtenaar] , senior tactische opsporing bij Politie Eenheid Midden-Nederland, heb ik een bevoegdheidsbeoordeling opgesteld betreffende [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] , woonachtig op [adres] , [plaats] , in verband met op 3 november 2022 op [adres] te [plaats] aangetroffen en inbeslaggenomen vermoedelijke geneesmiddelen.
Conclusies
Aan verdachte is geen fabrikanten- of groothandelaarsvergunning verleend als
bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. Krachtens artikel 18,
eerste lid, Geneesmiddelenwet is een dergelijke vergunning vereist om bepaalde
handelsactiviteiten te mogen verrichten, waaronder in voorraad hebben, met
geneesmiddelen.
Verdachte staat niet geregistreerd als apotheker die zijn beroep uitoefent in een
apotheek noch als apotheekhoudend huisarts. Verdachte valt daarmee niet onder
de uitzonderingen als bedoeld in artikel 61, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet
met betrekking tot het verbod tot het verrichten van bepaalde activiteiten,
waaronder ter hand stellen, met UR-geneesmiddelen.
Verdachte staat niet geregistreerd als apotheekhoudende of dierenarts en
daarmee valt verdachte niet onder de uitzonderingen als bedoeld in artikel 5,
eerste lid, van de Opiumwet. Aan verdachte is tevens geen ontheffing verleend als
bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Opiumwet. Het krachtens artikel 2 en/of 3
Opiumwet gestelde verbod om bepaalde handelsactiviteiten te verrichten,
waaronder aanwezig hebben, met middelen als bedoeld in respectievelijk lijst
I of II behorende bij de Opiumwet is op verdachte onverminderd van
toepassing.
Hiermee beschikt verdachte niet over enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig
verrichten van activiteiten met een geneesmiddel als bedoeld in de
Geneesmiddelenwet en/of met een middel als bedoeld in lijst I of II behorende bij
de Opiumwet. [6]
5) Uit de
verklaring van verdachte ter terechtzittingvan 28 april 2023 blijkt dat verdachte onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
De door de politie op 3 november 2022 aangetroffen geneesmiddelen lagen in mijn schuur die hoorde bij mijn toenmalige woning aan de [adres] in [plaats] . Een persoon vroeg mij om goederen voor één dag op te slaan en deze goederen zijn in de avond van 2 november 2022 door een persoon gebracht. Ik was hierbij aanwezig en heb de deur opengedaan. Ik heb de kartonnen dozen zien staan en ik had een vermoeden over hetgeen in mijn schuur opgeslagen werd.
Bewijsoverwegingen voor het onder 4 ten laste gelegde feit
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 3 november 2022 de ten laste gelegde geneesmiddelen opzettelijk in voorraad heeft gehad.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van de overige ten laste gelegde gedragingen ten aanzien van de geneesmiddelen. Ondanks dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard over een langere periode geneesmiddelen te hebben afgeleverd, bevat het strafdossier geen bewijsmiddelen waaruit volgt dat verdachte op de ten laste gelegde datum (3 november 2022), waarop de geneesmiddelen door de politie zijn aangetroffen, eveneens geneesmiddelen heeft verkocht of afgeleverd.
Verdachte zal eveneens partieel worden vrijgesproken van het in voorraad hebben gehad van 912 pillen met de opdruk ‘Xanax’ (bevattende flualprazolam), omdat uit de productbeoordeling van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd of anderszins uit het procesdossier niet blijkt dat flualprazolam voldoet aan de omschrijving van het begrip geneesmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Geneesmiddelenwet.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een groothandel in geneesmiddelen heeft gedreven zonder dat hem hiervoor een handelsvergunning was verleend. Onder het drijven van een groothandel in de zin van de Geneesmiddelenwet dient volgens artikel 1, eerste lid, onder kk, van die wet te worden verstaan ‘een of meer activiteiten binnen het geheel van groothandelen, zoals het inkopen, in voorraad hebben, afleveren of uitvoeren van door derden bereide of ingevoerde geneesmiddelen of werkzame stoffen’. De enkele omstandigheid waarin een entiteit geneesmiddelen in (handels)voorraad heeft, leidt reeds tot de vaststelling dat sprake is van het ‘drijven van een groothandel’. Nu verdachte een grote hoeveelheid geneesmiddelen in voorraad heeft gehad en aan hem geen fabrikanten- of groothandelaarsvergunning was verleend als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van het opzettelijk drijven van een groothandel in geneesmiddelen terwijl hij niet in het bezit was van een handelsvergunning

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1
op 3 november 2022 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 595,75 liter oxycodon,- 3.871 pillen methylfenidaat (concerta),- 137 pillen fentanyl,- 533 ampullen morfine en- 5 gripzakjes bevattende cocaïne,telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 2op 3 november 2022 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad
- 1020 pillen lorazepam,- 912 pillen met opdruk ‘Xanax’ bevattende flualprazolam,- 100 gram hennep en- 100 gram hasjiesj,telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
feit 3
op 3 november 2022 te Almere, al dan niet opzettelijk een geneesmiddel, als bedoeld in artikel 1 sub b van de Geneesmiddelenwet, waarvoor geen handelsvergunning gold, te weten 595,75 liter oxycodon, in voorraad heeft gehad;
feit 4op 3 november 2022 te [plaats] opzettelijk een groothandel in geneesmiddelen in een pand aan de [adres] heeft gedreven, waarvoor geen handelsvergunning was verleend, door- 595,75 liter 'Oxycodone Hydrochloride 5mg/5ml', bevattende 5 mg van de werkzame stof oxycodonhydrochloride,- 3.820 pillen Methylfenidaat HCL Teva10 mg en Methylfenidaat HCL 1a Pharma 10 mg, elk bevattende 10 mg van de werkzame stof methylfenidaathydrochloride,- 60 pillen Fentanyl Sandoz 200 microgram, elk bevattende 200 mg van de werkzame stof fentanyl,- 533 ampullen Morfine HCl 10 mg/ml, elk bevattende 10 mg van de werkzame stof morfinehydrochloride,- 336 capsules Pregabaline 150 mg, elk bevattende 150 mg van de werkzame stof pregabaline,- 1020 pillen Lorazepam 2,5 mg, elk bevattende 2,5 mg van de werkzame stof lorazepamin voorraad te hebben gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 tot en met 4 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 3:
opzettelijk begaan van de overtreding van artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet;
Feit 4:
opzettelijk begaan van de overtreding van artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, meermalen gepleegd.
Eendaadse samenloop ten aanzien van:
- de feiten 1, 3 en 4 (voor zover het oxycodon betreft);
- de feiten 1 en 4 (voor zover het methylfenidaat (concerta), fentanyl en morfine betreft) en
- de feiten 2 en 4 (voor zover het lorazepam betreft).

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van vier jaren, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie heeft gevorderd aan het voorwaardelijk op te leggen deel van de gevangenisstraf, naast de algemene voorwaarden, een aantal bijzondere voorwaarden te verbinden:
• een meldplicht bij de reclassering;
• een ambulante behandeling.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de strafoplegging verwezen naar het verweer met betrekking tot het vormverzuim en hieraan toegevoegd dat, indien de rechtbank het bewijs gebruikt voor de bewezenverklaring, dit tot strafvermindering zou moeten leiden. Daarnaast is sprake geweest van een ander onherstelbaar vormverzuim, omdat bij de aanhouding van verdachte in strijd met de Ambtsinstructie voor de politie transportboeien zijn aangelegd. Dit moet volgens de raadsman eveneens leiden tot strafvermindering. Daarnaast heeft de raadsman verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de volgende omstandigheden. Verdachte is een jonge jongen en is niet eerder in aanraking geweest met politie en justitie. Daarnaast bevindt verdachte zich momenteel reeds ruim zes maanden in voorlopige hechtenis en is sprake van eendaadse samenloop.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van verschillende hoeveelheden hard- en softdrugs en het opzettelijk in voorraad hebben van grote hoeveelheden van verschillende soorten geneesmiddelen. Dat zijn ernstige feiten. Het is algemeen bekend dat drugs, mede vanwege de verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. Wat betreft de aangetroffen geneesmiddelen geldt dat die in deze hoeveelheden over het algemeen bestemd zijn voor de handel. Dat is zonder meer het geval bij de bijna 600 liter Oxycodon die bij verdachte is aangetroffen en de ruim 3800 pillen Methylfenidaat.
De (legale) handel in geneesmiddelen is verbonden aan allerlei voorschriften en vergunningen. Dit heeft er onder andere mee te maken dat op het gebruik van bepaalde geneesmiddelen controle nodig is in het belang van de volksgezondheid. Zo zijn sommige geneesmiddelen niet voor iedereen geschikt of nodig, zijn sommige combinaties van de middelen gevaarlijk voor de gezondheid en kunnen zij bijwerkingen of een verslavende werking hebben. Bovendien zijn sommige middelen niet eens toegelaten in de handel. Dergelijke veiligheidsaspecten vallen weg zodra geneesmiddelen illegaal worden verhandeld. Om de mogelijke gevolgen voor afnemers van de diverse middelen en voor de samenleving in het algemeen lijkt verdachte zich niet te hebben bekommerd. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij niet heeft gedacht aan deze risico’s.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van en houdt rekening met een
Reclasseringsadviesvan 25 april 2023, uitgebracht door Reclassering Nederland. Hierin komt naar voren dat bij verdachte sprake is van diverse problemen die zowel direct als indirect invloed hebben gehad op het plegen van de delicten. Zo heeft hij geen dagbesteding en geen inkomen. Daarnaast is hij zijn woning kwijtgeraakt en is er sprake van psychische problemen. Verdachte kreeg rond de pubertijd last van depressies, waarna hij in een GGZ-kliniek heeft verbleven. Tijdens deze periode is hij gediagnosticeerd met autisme en OCS (dwanggedachten). Gelet op deze risicofactoren wordt het algemeen risico op recidive inschat op hoog. Verdachte mag na detentie voor onbepaalde tijd bij zijn vader wonen en is voornemens opnieuw te starten met een opleiding en werk te zoeken. Daarnaast wil hij starten met specialistische zorg voor zijn psychische problemen. Hoewel de reclassering de motivatie van verdachte positief vindt, moet blijken of deze motivatie standhoudt na detentie. Om de voortgang te monitoren adviseert de reclassering (bij een veroordeling) oplegging van een deels voorwaardelijke met de volgende bijzondere voorwaarden:
• een meldplicht bij de reclassering;
• een ambulante behandeling.
De rechtbank houdt voorts rekening met het
uittreksel uit de justitiële documentatievan
10 april 2023, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
De op te leggen straf
Ten aanzien van het verweer van de raadsman dat sprake zou zijn geweest van een schending van artikel 22 van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren, overweegt de rechtbank het volgende. Op grond van voornoemd artikel kan de ambtenaar een persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd ten behoeve van het vervoer handboeien aanleggen als de feiten of omstandigheden dit redelijkerwijs vereisen met het oog op gevaar voor ontvluchting dan wel met het oog op gevaar voor de veiligheid of het leven van de persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, van de ambtenaar of van derden. De rechtbank stelt aan de hand van het procesdossier vast dat op basis van de concrete MMA-melding onder meer sprake was van een verdenking van de Wet Wapens en Munitie (vuurwapenbezit). Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er redelijke vrees bestond voor gevaar voor de veiligheid van de opsporingsambtenaren die verdachte hebben aangehouden. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder dit door verdachte is begaan. De rechtbank let daarnaast op de straffen die in soortgelijke strafzaken zijn opgelegd en houdt ten slotte rekening met de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals hiervoor omschreven.
Gelet op de aard en ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Met een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak zouden de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde miskend worden. Nu verdachte voornamelijk grote hoeveelheden geneesmiddelen voorhanden dan wel in voorraad heeft gehad en in mindere mate (hard)drugs, heeft de rechtbank bij de bepaling van de duur van de op te leggen gevangenisstraf acht geslagen op uitspraken in zaken waarin het eveneens ging om het voorhanden hebben dan wel in voorraad hebben van grote hoeveelheden geneesmiddelen. De rechtbank heeft in tegenstelling tot de officier van justitie dan ook geen aansluiting gezocht bij de LOVS-oriëntatiepunten, die zijn toegespitst op het aanwezig hebben van (hard)drugs. In vergelijkbare uitspraken zijn veelal gevangenisstraffen van lange duur opgelegd, maar beduidend minder lang dan de duur van de gevangenisstraf, zoals gevorderd door de officier van justitie. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting spijt betuigd en verklaard zijn leven op positieve wijze vorm te willen geven. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank aanleiding bij de straftoemeting in het voordeel van verdachte af te wijken van de eis van de officier van justitie.
De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen. Enerzijds om verdachte ervan te weerhouden opnieuw een (dergelijk) strafbaar feit te plegen en anderzijds om verdachte begeleiding en behandeling in een verplicht kader op te kunnen leggen. Deze begeleiding en behandeling dienen ertoe bij te dragen dat verdachte zich in de toekomst niet opnieuw schuldig zal maken aan (soortgelijke) strafbare feiten. Verdachte heeft verklaard hieraan te willen meewerken en gemotiveerd te zijn voor de behandeling.
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren, alsmede oplegging van algemene voorwaarden en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, passend en geboden. De tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal op de op te leggen gevangenisstraf in mindering worden gebracht.

9.BESLAG

Blijkens een ‘
Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel’van 25 april 2023 is beslag gelegd op:
3 DS Medicijn, 3 x verpakking met inhoud Oxycodone Hydrochloride 5 mg/5ml, nummer G3070276;
195 DS Medicijn, nummer G3070246;
12 FLS Medicijn, nummer G3070256;
1 STK Medicijn, nummer G3070257;
8 STK Medicijn, nummer G3070259;
15 STK Medicijn, nummer G3070260;
3 STK Medicijn, nummer G3070261;
1 STK Medicijn, nummer G3070262;
2 STK Medicijn, nummer G3070263;
00 STK Medicijn, nummer G3070264;
6 STK Medicijn, nummer G3070266;
3 STK Medicijn, nummer G3070267;
51 kleine doosjes met Morfine, nummer G3070268;
23 STK Medicijn, nummer G3070269;
35 DS Medicijn, nummer G3070270;
20 DS Medicijn, nummer G3070271;
46 DS Medicijn, nummer G3070272;
1 STK Hennep, nummer G3070273;
1 STK Hashish, nummer G3070274;
5 ZAK Cocaine, nummer G3070275;
3 FLS Schoonmaakartikel, 1,4-Butanediol, nummer G3072561;
912 pillen met opdruk "Xanax", nummer G3072565;
12 flessen a 250 ml Oxycodone Hydrochloride, nummer G3072573;
4 zakken vermoedelijk hennep/hasj, nummer G3072576;
1 STK Verdovende middelen, 1 bewaarbox met witte substantie en ponypacks, nummer G3072577.
9.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd alle in beslag genomen goederen te onttrekken aan het verkeer. De verdediging heeft zich ten aanzien van een te nemen beslissing over de in beslag genomen goederen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen goederen, hierboven genoemd onder 1 tot en met 25, onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Deze voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten aangetroffen.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 36b, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
  • 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
  • 18 en 40 van de Geneesmiddelenwet;
  • 1, 2 en 6 van de Wet op de Economische delicten,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 tot en met 4 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 tot en met 4 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 20 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
zes (6) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijd van twee (2) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- als
voorwaardengelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte (gedurende de proeftijd):
* zich binnen drie dagen na invrijheidsstelling zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Middendreef 293, 8233 GT Lelystad en zich zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dat nodig acht;
* zich onder behandeling zal stellen van een forensische ambulante zorgverlener, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorgverlener aan te geven, teneinde zich te laten behandelen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
1. DS Medicijn, 3 x verpakking met inhoud Oxycodone Hydrochloride 5 mg/5ml, nummer G3070276;
2 195 DS Medicijn, nummer G3070246;
3 12 FLS Medicijn, nummer G3070256;
4 1 STK Medicijn, nummer G3070257;
5 8 STK Medicijn, nummer G3070259;
6 15 STK Medicijn, nummer G3070260;
7 3 STK Medicijn, nummer G3070261;
8 1 STK Medicijn, nummer G3070262;
9 2 STK Medicijn, nummer G3070263;
10 100 STK Medicijn, nummer G3070264;
11 6 STK Medicijn, nummer G3070266;
12 3 STK Medicijn, nummer G3070267;
13 51 kleine doosjes met Morfine, nummer G3070268;
14 23 STK Medicijn, nummer G3070269;
15 35 DS Medicijn, nummer G3070270;
16 20 DS Medicijn, nummer G3070271;
17 46 DS Medicijn, nummer G3070272;
18 1 STK Hennep, nummer G3070273;
19 1 STK Hashish, nummer G3070274;
20 5 ZAK Cocaine, nummer G3070275;
21 3 FLS Schoonmaakartikel, 1,4-Butanediol, nummer G3072561;
22 912 pillen met opdruk "Xanax", nummer G3072565;
23 12 flessen a 250 ml Oxycodone Hydrochloride, nummer G3072573;
24 4 zakken vermoedelijk hennep/hasj, nummer G3072576;
25 1 STK Verdovende middelen, 1 bewaarbox met witte substantie en ponypacks, nummer G3072577.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W.B. Snijders Blok, voorzitter, mrs. A.M. Loots en E.G. de Jong, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.B. Postma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 mei 2023.
Mr. De Jong is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hijop of omstreeks 3 november 2022 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer- 595,75 liter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende oxycodon, zijnde oxycodon,- 3.871 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methylfenidaat, zijnde methylfenidaat (concerta),- 137 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fentanyl, zijnde fentanyl,- 533 ampullen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende morfine, zijnde morfine, en/of- 5 gripzakjes, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;2
hijop of omstreeks 3 november 2022 te Almere opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer- 1020 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende lorazepam, zijnde lorazepam,- 912 pillen Xanax, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fluaprazolam, zijnde flualprazolam,- 100 gram, in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde hennep , en/of- 100 gram, in elk geval een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj,(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;3
hij op of omstreeks 3 november 2022 te Almere, al dan niet opzettelijk een geneesmiddel, als bedoeld in artikel 1 sub b van de Geneesmiddelenwet, waarvoor geen handelsvergunning gold, te weten 595,75 liter oxycodon, in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht, heeft afgeleverd, ter hand heeft gesteld, heeft ingevoerd, heeft uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht;4
hijop of omstreeks 3 november 2022 te [plaats] , al dan niet opzettelijk een groothandel in geneesmiddelen, in een pand aan de [adres] heeft gedreven, waarvoor geen handelsvergunning was verleend, door- 595,75 liter 'Oxycodone Hydrochloride 5mg/5ml', (elk) bevattende 5 mg van de werkzame stof oxycodonhydrochloride,- 3.871 pillen Methylfenidaat HCl Teva 10 mg en/of Methylfenidaat HCl 1A Pharma 10 mg, (elk) bevattende 10 mg van de werkzame stof methylfenidaathydrochloride,- 137 pillen Fentanyl Sandoz 200 microgram, , (elk) bevattende 200 mg van de werkzame stof fentanyl,- 533 ampullen Morfine HCl Teva 10 mg/ml, (elk) bevattende 10 mg van de werkzame stof morfinehydrochloride,- 336 capsules Pregabaline Sandoz 150 mg, (elk) bevattende 150 mg van de werkzame stof pregabaline,- 1020 pillen Lorazepam Aurobindo 2,5 mg, (elk) bevattende 2,5 mg van de werkzame stof lorazepam, en/of- 912 pillen Xanax, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fluaprazolam, zijnde fluaprazolamte bereiden en/of in te voeren en/of in voorraad te hebben gehad en/of te koop hebben aangeboden en/of te hebben afgeleverd en/of uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied te hebben gebracht.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 1) 5 november 2022, genummerd MD2R022168, opgemaakt door politie-eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 72 (‘Procesdossier’) en 2) 2 februari 2023, genummerd MD2R022168, opgemaakt door politie-eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 73 tot en met 133 (‘Procesdossier p. 1-73’). Tenzij anders vermeld, zijn deze processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 37 t/m 39 van ‘Procesdossier’.
3.Pagina’s 122 en 123 van ‘Procesdossier p. 1-73’.
4.Pagina 124 van ‘Procesdossier p. 1-73’.
5.een schriftelijk bescheid, te weten: productbeoordeling 22-160 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, pagina’s 99-104 van ‘Procesdossier p. 1-73’.
6.een schriftelijk bescheid, te weten: bevoegdheidsbeoordeling 22-160 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, pagina’s 113-115 van ‘Procesdossier p. 1-73’.