In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een geschil tussen [geopposeerde] en de commanditaire vennootschap [opposante] over de huur van een appartement. [geopposeerde] heeft van 15 augustus 2021 tot en met 31 december 2021 een appartement gehuurd van [opposante] en vordert terugbetaling van de waarborgsom en te veel betaalde voorschotbedragen voor de servicekosten. [opposante] betwist deze vorderingen en vordert op haar beurt betaling van energiekosten en andere kosten die zij aan [geopposeerde] in rekening heeft gebracht. De kantonrechter heeft de zaak op 20 februari 2023 mondeling behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betalingsverplichting van [geopposeerde] voor de verbruikskosten van gas en elektriciteit is overeengekomen in de huurovereenkomst. De discussie over de vraag of het pand over één of twee meters beschikt, is tijdens de zitting naar voren gekomen. De kantonrechter heeft [opposante] in de gelegenheid gesteld om bewijsstukken te overleggen ter onderbouwing van haar stelling dat er twee aparte aansluitingen zijn. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en de beslissing over de vorderingen van beide partijen is op dat moment nog niet genomen.