8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging en bedreiging van slachtoffer [slachtoffer 1] . Ook nadat het slachtoffer had aangegeven geen contact meer te willen met verdachte, is verdachte doorgegaan met het sturen van berichten, waaronder ook vervelende en zelfs bedreigende berichten, en heeft hij haar ook nog bij haar woning opgezocht. Dit moet voor het slachtoffer zeer intimiderend en angstaanjagend zijn geweest en het heeft een forse inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer opgeleverd. Daarnaast heeft verdachte ook zijn ouders bedreigd en daarmee angst aangejaagd.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank gekeken naar een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 12 oktober 2022, waaruit volgt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Dit weegt noch in strafverzwarende noch in strafverminderende zin mee.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een reclasseringsadvies van 9 januari 2023, uitgebracht door J. Mertens;
- een psychiatrisch rapport van 4 januari 2023, uitgebracht door drs. J. Marx en drs. C.M. Gouverneur, psychiaters.
Uit het psychiatrisch rapport volgt dat bij verdachte sprake is van schizofrenie en een stoornis in het gebruik van middelen (cannabis en stimulantia) en dat sprake is van duurzame problematiek, wat betekent dat deze stoornissen ook aanwezig waren gedurende de periode dat de bewezenverklaarde feiten zich hebben afgespeeld. De psychische stoornis beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van de bewezen verklaarde feiten en daarom adviseert de psychiater om de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen.
De rechtbank is het eens met de conclusies van de psychiaters en maakt die tot de hare. De rechtbank is daarom van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
De psychiaters zijn verder van oordeel dat er sprake is van een hoog recidiverisico als verdachte niet behandeld wordt. Zij omschrijven ook dat verdachte zich in het afgelopen jaar veelvuldig niet aan behandelafspraken heeft gehouden en tegen het advies voortijdig is vertrokken van klinische opnames. Daarnaast wordt omschreven dat hij zichzelf kan overvragen en overschatten en dat er voldoende toezicht zal moeten zijn. Zij adviseren behandelinterventies gericht op nastreven van abstinentie van middelen, medicamenteuze behandeling ter preventie van psychotische klachten, casemanagement gericht op ondersteuning in diverse levensgebieden (bij een forensisch FACT). Cognitieve gedragstherapie (CGT) gericht op het uitpluizen van waangedachten en een behandelprogramma gericht op ver minderen risico van stalking en vergelijkbaar gedrag (aangeboden bij de Waag). Volgens de psychiaters kunnen de interventies worden geboden in het kader van bijzondere voorwaarden met een voorwaardelijk strafdeel. Na een eventuele klinische start kunnen de interventies worden aangeboden door een forensisch FACT-team.
De reclassering volgt het advies van de psychiaters. Volgens de reclassering is er sprake van een hoog recidiverisico als verdachte niet behandeld wordt, zowel ten aanzien van stalkingsgedrag als ten aanzien van het inzetten van gewelddadig gedrag. De reclassering adviseert om een deels voorwaardelijk straf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden, waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven om toezicht te houden:
- Meldplicht bij de reclassering
- Opname in een zorginstelling
- Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- Contactverbod met mw. [slachtoffer 1]
- Locatieverbod voor de woning van mw. [slachtoffer 1] (met elektronische monitoring)
- Meewerken aan middelencontrole
- Meewerken aan dagbesteding
De reclassering adviseert om de voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
De straf
Gelet op de combinatie en de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Aan de andere kant houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte zich al aanzienlijke tijd in voorlopige hechtenis bevindt, de feiten verminderd aan verdachte kunnen worden toegerekend en dat het noodzakelijk is dat verdachte behandeld wordt voor zijn psychische problemen. Gelet op het advies van de psychiaters en de reclassering dient dit ook een (deels) een klinische behandeling te zijn, voor zo lang de reclassering dat nodig acht.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 210 dagen waarvan 30 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar passend en geboden is. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel de volgende (en in de beslissing nader omschreven) bijzondere voorwaarden koppelen:
- Meldplicht bij de reclassering
- Opname in een zorginstelling
- Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
- Meewerken aan middelencontrole
- Meewerken aan dagbesteding.
Een contactverbod en locatieverbod zullen niet als bijzondere voorwaarden opgenomen, omdat de rechtbank deze verboden zal opleggen als vrijheidsbeperkende maatregel (artikel 38v Sr), hetgeen hierna wordt omschreven.
Dadelijke uitvoerbaarheid bijzondere voorwaarden
Gelet op het psychiatrisch rapport en het reclasseringsrapport is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte een misdrijf zal begaan dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meerdere personen. Daarom zal zij bevelen dat de bijzondere voorwaarden die verdachte zal worden opgelegd en het toezicht door de reclassering, dadelijk uitvoerbaar zijn.
38v-maatregel
Daarnaast zal de rechtbank – eveneens op basis van de conclusies uit het psychiatrisch rapport en het reclasseringsrapport –voor het voorkomen van strafbare feiten een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht opleggen en bevelen dat verdachte:
- zich niet ophoudt in of bij de buurt van het huis van [slachtoffer 1] ;
- zich onthoudt van contact met [slachtoffer 1] .
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van 2 jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd. Gelet op het psychiatrisch rapport en het reclasseringsrapport, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens [slachtoffer 1] . Daarom zal zij bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.