ECLI:NL:RBMNE:2023:2129

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
10177950
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid en ontbinding van koopovereenkomst bij afwijkende levering van airconditioning units

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, hebben eisers, [eisers c.s.], een overeenkomst gesloten met Bestair Technics B.V. voor de levering en installatie van airconditioning units. De eisers hebben op 29 mei 2021 een aanbetaling van € 9.000,00 gedaan voor de levering van een buitenunit en vijf binnenunits, waarvan vier speciaal geschikt voor carapatiënten. Bij de installatie op 14 juli 2021 constateerden de eisers dat de geleverde units afweken van de door hen aangewezen units. Na herhaaldelijk contact met Bestair, waarbij de eisers melding maakten van lekkage en de verkeerde units, hebben zij op 3 oktober 2021 de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.

Bestair voerde verweer en stelde dat zij de juiste units had geleverd en dat de schade niet door haar was veroorzaakt. De kantonrechter oordeelde dat Bestair tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde units niet overeenkwamen met de door de eisers aangewezen units. De kantonrechter oordeelde verder dat de exoneratieclausule in de algemene voorwaarden van Bestair onredelijk bezwarend was en dus vernietigbaar. De eisers kregen gelijk in hun vordering tot terugbetaling van de aanbetaling en schadevergoeding voor de lekkage, die door de kantonrechter werd vastgesteld op € 11.966,90.

De kantonrechter veroordeelde Bestair tot betaling van in totaal € 20.966,90, inclusief wettelijke rente vanaf 3 oktober 2021, en de proceskosten van de eisers. Dit vonnis werd uitgesproken op 10 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10177950 UC EXPL 22-7230 AP/1183
Vonnis van 10 mei 2023
inzake

1.[eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats]

2.[eiser sub 2] ,

wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eisers c.s.] ,
eisende partij,
gemachtigde: Vereniging Eigen Huis,
tegen:
de besloten vennootschap
Bestair Technics B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
verder ook te noemen Bestair,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. W.M. Bond-Stroek.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de mondelinge behandeling, waarbij de heer en mevrouw [eisers c.s.] aanwezig waren, vergezeld van mr. L.C. Alkadiri (Vereniging Eigen Huis). Namens Bestair was aanwezig de heer [A] (manager), vergezeld van de gemachtigde van Bestair, mr. W.M. Bond-Stroek. De griffier heeft aantekeningen gehouden van de zitting.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat vonnis wordt gewezen.

2.Waar gaat de zaak over?

2.1.
Deze zaak gaat, kort samengevat, over het volgende. [eisers c.s.] hebben op 29 mei 2021 een overeenkomst gesloten met Bestair, voor de levering en montage van airconditioning in hun woning, bestaande uit 1 buitenunit en 5 binnenunits, waarvan vier units speciaal geschikt voor carapatiënten. Bestair is daarvoor met een bus bij [eisers c.s.] thuis geweest. In die bus hingen verschillende voorbeelden. [eisers c.s.] hebben zich laten voorlichten en hebben in de bus aangewezen welke units zij wilden bestellen. De overeenkomst is door Bestair op schrift gesteld en is door [eisers c.s.] ondertekend. Zij hebben voor aanvang van de levering een bedrag van € 9.000,00 inclusief btw aanbetaald. Op 14 juli 2021 kwam Bestair de units installeren. Bestair is met de installatie begonnen, maar tijdens die werkzaamheden hebben [eisers c.s.] geconstateerd dat de units die Bestair wilde plaatsen afweken van de units die zij hadden aangewezen in de bus en daarover contact opgenomen met Bestair. Hierdoor zijn de werkzaamheden stil komen te liggen. Na de (gedeeltelijke) installatie is lekkage ontstaan in de woning van [eisers c.s.] . [eisers c.s.] hebben dat aan Bestair laten weten en aangegeven dat zij dit moesten oplossen.
2.2.
In een e-mail van 10 september 2021 heeft Bestair bevestigd dat op 17 september 2021 een monteur zou langskomen om de schade op te maken en dat op 19 november 2021 de geleverde units zouden worden omgewisseld. Op 17 september 2021 is een monteur langs geweest. De monteur heeft tape gebruikt om de lekkage te verhelpen. Kort daarna hebben [eisers c.s.] geconstateerd dat de lekkage niet was verholpen. Zij hebben hierover diverse e-mails gestuurd naar Bestair. Ook zijn er meerdere afspraken gemaakt met Bestair om langs te komen bij [eisers c.s.] , maar die afspraken zijn door Bestair niet nagekomen. In een e-mail van 3 oktober 2021 heeft [eisers c.s.] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
2.3.
In een e-mail van 12 november 2021 heeft Bestair nogmaals bevestigd dat op 19 november 2021 een monteur zou langskomen om de units om te wisselen naar cara filter. Op 19 november 2021 zijn twee monteurs van Bestair bij [eisers c.s.] langs geweest. Zij hadden twee units in de auto liggen om om te wisselen. [eisers c.s.] hebben geconstateerd dat die units overeenkwamen met de units die zij hadden aangewezen, maar dat er vier units moesten worden vervangen, in plaats van twee. De monteurs hebben daarop telefonisch contact opgenomen met kantoor, en hebben daarna aangegeven dat zij van Bestair de units niet mochten vervangen, omdat volgens Bestair de juiste units al waren geleverd. [eisers c.s.] hebben Bestair daarop in een e-mail van 22 november 2021 laten weten de buitengerechtelijke ontbinding te handhaven en haar in de gelegenheid gesteld de geleverde units op te komen halen.
2.4.
[eisers c.s.] vorderen in deze procedure (terug)betaling van de aanbetaling van € 9.000,00 en betaling van de schade door lekkage, door hen begroot op € 11.966,90, beide te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021 tot aan de voldoening, met veroordeling van Bestair in de kosten van deze procedure. Daartoe stelt zij dat Bestair toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de op 29 mei 2021 tussen partijen gesloten overeenkomst door onjuiste units te leveren en de installatiewerkzaamheden onjuist en onvolledig uit te voeren. Ter onderbouwing van haar schade hebben [eisers c.s.] een tweetal offertes overgelegd (van respectievelijk € 7.429,40 en € 4.537,50).
2.5.
Bestair heeft verweer gevoerd. Dit verweer komt er, samengevat, op neer dat zij aan [eisers c.s.] de juiste units heeft geleverd omdat de geleverde units overeenkomen met hetgeen op de schriftelijke, door [eisers c.s.] ondertekende, overeenkomst staat vermeld. Er is daarom volgens Bestair geen sprake van een tekortkoming in de nakoming. Verder betwist Bestair dat zij de schade in en/of aan de woning van [eisers c.s.] heeft veroorzaakt. Bestair vindt dat [eisers c.s.] dat onvoldoende hebben onderbouwd. Bestair stelt bovendien dat zij niet aansprakelijk is voor gevolgschade, omdat zij de aansprakelijkheid voor gevolgschade in haar algemene voorwaarden heeft uitgesloten. Daarnaast stelt Bestair dat de begrote schade veel te hoog is en meer werkzaamheden betreft dan die daadwerkelijk nodig zouden zijn. Tot slot beroept Bestair zich op eigen schuld aan de kant van [eisers c.s.] . Volgens Bestair hebben [eisers c.s.] herhaaldelijk verhinderd dat de installatiewerkzaamheden zouden worden afgerond en moet de schade daarom voor hun eigen rekening blijven.

3.De beoordeling

3.1.
Welke units hebben [eisers c.s.] nu gekocht? Vast staat dat [eisers c.s.] zich in de bus van Bestair hebben laten informeren over de daar aanwezige producten. Bij die gelegenheid hebben [eisers c.s.] de units aangewezen die zij wilden bestellen. Daarbij is besproken dat de bewoners van de woning waar de units geplaatst zouden moeten worden, last hebben van cara en dat dit één van de belangrijkste redenen was voor de aankoop. Om die reden was het voor [eisers c.s.] van groot belang dat de units een fijnstoffilter zouden hebben. Bestair heeft niet weersproken dat op de door [eisers c.s.] aangewezen unit, bovenop het apparaat, een dergelijke fijnstoffilter zat. De units die door [eisers c.s.] zijn aangewezen zijn de units die door hen zijn gekocht. Vast staat dat op de geleverde units het filter (bovenop) ontbreekt. De geleverde units beschikken over een ionisatior, dat is niet hetzelfde.
3.2.
Het verweer van Bestair dat op de schriftelijke (door [eisers c.s.] ondertekende) overeenkomst een andere type staat doet daaraan niet af. [eisers c.s.] mochten erop vertrouwen dat het typenummer dat door Bestair op het orderformulier is gezet overeenkwam met de unit die [eisers c.s.] hadden aangewezen en dat het door hen gewenste fijnstoffilter aanwezig zou zijn. Bovendien hebben [eisers c.s.] direct bij de installatie opgemerkt dat de geleverde units afweken. Bestair mocht er daarom niet van uitgaan dat de schriftelijke overeenkomst leidend was. Daarbij komt dat het voor [eisers c.s.] onmogelijk was om te controleren welke unit in de overeenkomst was genoemd doordat Bestair daarin een aanduiding gebruikt (ZUG-serie) die op de website van de producent (LG) niet terug te vinden is. Bestair zegt daarover dat zij dit bewust doet om te voorkomen dat een klant zich door hen laat informeren, om vervolgens de apparatuur elders te bestellen. Dat is begrijpelijk, maar dan kan de klant niet verweten worden dat op de schriftelijke overeenkomst een ander product is genoemd dan door de klant is gekocht. Verder lijkt Bestair steeds van standpunt te wisselen. Enerzijds stelt zij dat zij de juiste units heeft geleverd, anderzijds heeft zij tot twee maal toe bevestigd dat zij de units zou omwisselen. Bestair heeft wat dat betreft haar zaken niet op orde en dat kan niet worden afgewenteld op de consument.
3.3.
Dit betekent dat sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. [eisers c.s.] hebben Bestair, bij herhaling, in de gelegenheid gesteld de geleverde units om te wisselen, maar Bestair is daartoe niet overgegaan. [eisers c.s.] mochten daarom de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden. Ontbinding van de overeenkomst heeft tot gevolg dat er ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan en Bestair de koop/aanneemsom moet terugbetalen. Dat betekent dat het gevorderde bedrag van € 9.000,00 met betrekking tot de aanbetaling zal worden toegewezen.
3.4.
De kantonrechter merkt daarbij op dat door de ontbinding van de overeenkomst niet alleen de verplichting ontstaat aan de zijde van Bestair om de koopprijs terug te betalen, maar ook de verplichting aan de zijde van [eisers c.s.] om de units terug te geven aan Bestair. [eisers c.s.] heeft dat aanbod steeds gedaan, maar Bestair is daar niet op ingegaan en heeft dat in deze procedure ook niet als voorwaardelijke vordering in reconventie ingediend, zodat daarover niets in het dictum zal worden opgenomen.
3.5.
Moet Bestair ook de schade betalen? Bestair stelt dat zij niet aansprakelijk is omdat zij de aansprakelijkheid voor gevolgschade in een zogenaamd exoneratiebeding in haar algemene voorwaarden heeft uitgezonderd. Een beding dat de gebruiker geheel of ten dele bevrijdt van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding wordt op grond van artikel 6:237 sub f van het Burgerlijk Wetboek (hierna BW) vermoed onredelijk bezwarend te zijn. Wanneer de wet bepaalt dat een beding vermoed wordt onredelijke bezwarend te zijn, dan moet de gebruiker van die algemene voorwaarden, in dit geval Bestair, bewijzen dat het beding niet onredelijk bezwarend is. Bestair heeft daarover alleen gesteld dat een dergelijk beding gebruikelijk is. Los van de vraag of dat voldoende zou zijn, heeft Bestair die stelling in het geheel niet onderbouwd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat het beding onredelijk bezwarend en dus vernietigbaar is. Een beroep op dat artikel gaat om die reden niet op.
3.6.
Bestair betwist daarnaast dat zij de schade heeft veroorzaakt en stelt dat dát niet uit de overgelegde foto’s blijkt. De kantonrechter overweegt dat uit de foto’s en de op de zitting getoonde video-opname blijkt dat er sprake is van een aanzienlijke lekkage. [eisers c.s.] heeft gesteld dat er voor de installatie van units geen sprake was van enige vorm van lekkage. De stelling van Bestair dat de betreffende schade al in de woning aanwezig had kunnen zijn voordat zij haar werkzaamheden begon gaat niet op. De lekkage is van dien aard dat de monteurs van Bestair deze direct hadden moeten opmerken. Gesteld noch gebleken is dat zij een dergelijke constatering hebben gedaan. Vast staat ook dat de monteurs gaten in het dak hebben moeten boren, die er daarvoor niet zaten. Bovendien onderbouwt [eisers c.s.] haar stelling met een rapportage van Klimaateq, die tot de conclusie komt dat de lekkage is veroorzaakt door de onjuiste installatie. Klimaateq benoemt specifiek het feit dat bij [eisers c.s.] sprake is van een zogenaamd omgekeerd dak, met onder dakleer en bovenop isolatieplaten. De dakdoorvoeren zijn vastgemaakt aan de isolatieplaten en liggen los op het dakleer. Het regenwater kan daardoor onderlangs door de gaten in het dak het huis in, en dat is ook gebeurd, met lekkage, vochtproblemen en schimmel tot gevolg. Ook heeft Klimaateq geconstateerd dat de dakdoorvoeren niet zijn geïsoleerd, waardoor condensvorming ontstaat. In combinatie met de elektrische bedrading veroorzaakt dit een risicovolle situatie. Bestair heeft niet betwist dat de montage heeft plaats gevonden zoals hier beschreven. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat [eisers c.s.] voldoende gesteld en onderbouwd heeft dat Bestair de gestelde schade heeft veroorzaakt.
3.7.
Bestair stelt verder dat de schade niet voor haar rekening komt, met een beroep op artikel 6:101 BW (eigen schuld), omdat [eisers c.s.] haar herhaaldelijk hebben verhinderd de installatiewerkzaamheden af te ronden en [eisers c.s.] daarom zelf schuld hebben aan het ontstaan van de schade. De kantonrechter is van oordeel dat Bestair geen beroep toekomt op eigen schuld aan de kant van [eisers c.s.] . [eisers c.s.] hebben aangegeven dat de verkeerde units waren geleverd en dat de units moesten worden omgewisseld. Daaraan wilde Bestair niet voldoen, zoals hiervoor overwogen: ten onrechte. Bovendien heeft [eisers c.s.] de monteur van Bestair wel toegelaten om de reparaties te verrichten, maar hebben de door die monteur verrichte werkzaamheden de lekkages niet verholpen. Tot slot is Bestair meerdere keren de gemaakte afspraken om langs te komen niet nagekomen.
3.8.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat Bestair gehouden is de schade te vergoeden. Over de hoogte van de schade verschillen partijen ook van mening. De kantonrechter overweegt daarover het volgende.
3.9.
Bestair stelt dat het schadebedrag te hoog en legt zelf een offerte over van aannemer [bedrijf] BV, die, op basis van de door [eisers c.s.] overgelegde offertes, een offerte heeft gemaakt voor de herstelwerkzaamheden. De offertes die zijn overgelegd door [eisers c.s.] bedragen in totaal € 11.966,90, de offerte die door Bestair is overgelegd € 1.917,43.
3.10.
De kantonrechter stelt voorop dat de offertes van [eisers c.s.] zijn gemaakt op basis van een opname ter plaatse, terwijl de offerte van Bestair is gemaakt op basis van de offerte van [eisers c.s.] . [bedrijf] heeft derhalve geen inschatting ter plaatse kunnen maken van de schade en de ernst daarvan die, zoals blijkt uit het overgelegde beeldmateriaal, aanzienlijk is. [eisers c.s.] heeft aangegeven dat zij vlak voor de aanvang van de installatie van de units, in 2020, alle ruimtes heeft laten schilderen. Zij heeft aangeboden indien nodig daarvan een betaalbewijs, dat zij ter zitting digitaal kon laten zien, te verstrekken. Volgens [eisers c.s.] is dit schilderwerk gaan bladderen door het vocht en verklaart dit waarom de schilderwerkzaamheden tamelijk uitgebreid zijn. Verder zijn in de offerte van [bedrijf] geen werkzaamheden opgenomen voor herstel van het dak. Onduidelijk blijft waarom dit niet is gebeurd. Uit de offerte van [bedrijf] kan ook niet worden opgemaakt hoeveel uur zij denkt te moeten besteden aan de verschillende posten, zodat een vergelijking moeilijk valt te maken. Bovendien laat de offerte van [bedrijf] (Bestair) ook posten ongespecificeerd (zoals de afvoer van bouwmaterialen) die in de door [eisers c.s.] overgelegde offertes wel zijn opgenomen. De kantonrechter zal daarom de door [eisers c.s.] overgelegde offertes als uitgangspunt nemen en de schade begroten op € 11.966,90.
3.11.
[eisers c.s.] vorderen de wettelijke rente vanaf 14 juli 2021. De wettelijke rente is verschuldigd vanaf het moment dat Bestair in verzuim is. Het verzuim treedt in, wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld door een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft. Verzuim treedt zonder ingebrekestelling in wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten. Van geen van die situaties was op 14 juli 2021 sprake. In de e-mail van 23 september 2021 volgt die officiële ingebrekestelling wel. Bestair heeft daarop aangegeven de units niet te zullen omwisselen en is bovendien op 1 oktober 2021 zonder nadere berichtgeving niet komen opdagen voor de afspraak die zij met [eisers c.s.] had om te spreken over een mogelijke oplossing. [eisers c.s.] mocht dit beschouwen als een mededeling waaruit blijkt dat niet zal worden nagekomen. De kantonrechter zal daarom 3 oktober 2021, de dag waarop [eisers c.s.] dit schriftelijk aan Bestair bevestigt en aanspraak maakt op schadevergoeding, aanhouden als de dag waarop de wettelijke rente ingaat.
3.12.
Bestair zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eisers c.s.] begroot op
Explootkosten € 125,03
Vast recht € 693,00
Salaris gemachtigde
€ 996,00
Totaal € 1.814,03

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt Bestair om aan [eisers c.s.] tegen bewijs van kwijting te betalen € 20.966,90 met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 oktober 2021 tot de voldoening;
4.2.
veroordeelt Bestair tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eisers c.s.] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.814.03, waarin begrepen € 996,00 aan salaris gemachtigde;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.L Rijnbout, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2023.