Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 mei 2023 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De zaak betreft een beroep van de eiser omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek tot herbeoordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op 29 december 2022 zijn aanvraag heeft ingediend en dat verweerder uiterlijk op 23 februari 2023 had moeten beslissen. Aangezien deze termijn is overschreden, heeft de rechtbank geoordeeld dat de eiser verweerder op 24 februari 2023 in gebreke heeft gesteld, waarna er geen beslissing is genomen.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht, als een bestuursorgaan niet op tijd beslist, het een dwangsom moet betalen. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op het maximale bedrag van € 1.442,-, omdat de termijn van 42 dagen is verstreken. Tevens heeft de rechtbank verweerder opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de eiser recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50,-. Verweerder is ook verplicht om het griffierecht van € 50,- aan de eiser te betalen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.