Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep aangetekend omdat verweerder niet tijdig had beslist op haar verzoek tot herbeoordeling van een betrokkene. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 22 september 2021 een aanvraag heeft ontvangen, waarop binnen acht weken een beslissing had moeten worden genomen, maar dit is niet gebeurd. Eiseres heeft verweerder op 6 december 2021 schriftelijk in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen besluit genomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestuursorgaan in gebreke is gebleven en heeft verweerder opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50,-. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd, met de verplichting voor verweerder om het griffierecht aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.