ECLI:NL:RBMNE:2023:2097

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
UTR 23/1291
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen uitblijven beslissing op bezwaar niet-ontvankelijk verklaard

Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat een bestuursorgaan verplicht is om binnen een bepaalde termijn te beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift. Indien dit niet gebeurt, kan de betrokkene in beroep gaan, mits hij eerst een ingebrekestelling heeft gestuurd. In deze zaak heeft verweerder op 3 oktober 2022 een last onder dwangsom opgelegd aan eiser, waarop eiser op 7 oktober 2022 pro forma bezwaar heeft gemaakt. Verweerder heeft het besluit van 3 oktober 2022 op 22 december 2022 ingetrokken, wat door de rechtbank als een beslissing op bezwaar wordt aangemerkt. De rechtbank concludeert dat verweerder tijdig heeft beslist op het bezwaar, aangezien de beslissing binnen de wettelijke termijn van 12 weken is genomen. Daarom is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/1291

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 mei 2023 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. R. Grijpstra),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3. Verweerder heeft bij besluit van 3 oktober 2022 aan eiser een last onder dwangsom opgelegd. Eiser heeft hiertegen op 7 oktober 2022 pro forma bezwaar gemaakt en op 25 oktober 2022 aanvullende bezwaargronden ingediend. Bij besluit van 22 december
2022 heeft verweerder het besluit van 3 oktober 2022 ingetrokken. Hoewel dit besluit niet is vormgegeven als een beslissing op bezwaar, is de rechtbank van oordeel dat dit besluit wel als zodanig moet worden aangemerkt. Het gaat hier immers om een herroeping van het primaire besluit na indiening van een bezwaarschrift. Uit verweerders brief van 12 april 2023 blijkt dat verweerder gebruik maakt van een bezwarencommissie. Dit betekent dat verweerder na ontvangst van de bezwaargronden 12 weken had om een beslissing op bezwaar te nemen. De beslissing op bezwaar is dus tijdig genomen. Ook is voor het instellen van beroep een tegemoetkoming in de proceskosten in bezwaar aan eiser overgemaakt. Eisers beroep tegen het uitblijven van een beslissing op bezwaar is daarom naar het oordeel van de rechtbank kennelijk niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen rechter, in aanwezigheid van S. Ayyildiz griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.