Uitspraak
hierna: EFAA,
[eiser sub 3],
hierna: [eiser sub 3] ,
[eiser sub 4],
hierna: [eiser sub 4] ,
hierna: KNVB,
advocaten: mrs. R. Elkerbout en P.F.L. Wassenaar,
hierna: FIFA,
gedaagde sub 2,
advocaten mrs. H.M. Cornelissen, P. Sluijter en L.N.M. van Uden.
- de aan de KNVB en FIFA betekende dagvaarding met producties 1 tot en met 65,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 5 van de KNVB,
- de nagekomen producties 66 tot en met 69 van de voetbalagenten.
Tijdens deze mondelinge behandeling hebben partijen hun standpunten aan de hand van een pleitnota nader toegelicht en vragen van de voorzieningenrechter beantwoord.
10 mei 2023 een vonnis zal komen. Partijen zijn er daarbij op gewezen dat dit niet betekent dat er al een oordeel is gegeven over de (on)rechtmatigheid van de door de voetbalagenten in dit kort geding ter discussie gestelde examenregeling. De voorzieningenrechter is van oordeel dat ook als deze examenregeling onrechtmatig zou zijn er onvoldoende reden is om het examen van 19 april 2023 af te blazen. Reden hiervoor is dat alle deelnemers aan het examen (wereldwijd ruim 6.000 voetbalagenten) al in de startblokken staan om dit examen af te leggen.
- het wereldwijd verbeteren en bevorderen van voetbal,
- het opstellen van reglementen en bepalingen met betrekking tot voetbal en daaraan
verwante zaken waaronder het voetbaltransfersysteem en het toezien op de
naleving daarvan,
- het bevorderen van integriteit, ethiek en fair play teneinde bepaalde praktijken te
voorkomen, zoals corruptie, doping of wedstrijdmanipulatie.
De nationale voetbalbonden, zoals de KNVB, moeten uiterlijk op 30 september 2023 de FFAR overnemen in een nationaal reglement genaamd “National Football Agency Regulations” (hierna: de NFAR). Het is de nationale voetbalbonden daarbij uitsluitend toegestaan om strengere eisen te stellen dan in de FFAR wordt gedaan. [2]
1. een “Service Fee Cap” ofwel een prijsplafond geldt voor het verlenen van
“Football Agency Services” (artikel 15 van de FFAR),
voor het verkrijgen van die licentie, onder andere, is vereist dat met succes een
door FIFA geleid examen wordt afgelegd (artikel 4 sub c van de FFAR).
Voor deze examenverplichting geldt een vrijstelling voor voetbalagenten die
onder:
i) de oude reglementen van FIFA van 1991, 1995, 2001 over een licentie
beschikten (artikel 23 van de FFAR),
ii) de “Regulations on Working with Intermediairs” (RWWI) over een licentie
beschikten (artikel 24 van de FFAR).
1. FIFA onbevoegd is om hun beroepsgroep te reguleren, aangezien de
voetbalagenten geen (indirect) lid zijn van FIFA en er ook geen publiekrechtelijke
(wettelijke) grondslag is voor de regulering van de beroepsgroep door FIFA,
2. a. de bepaling met betrekking tot de “Service Fee Cap” (het prijsplafond) in
strijd is met het nationale en het Europese mededingingsrecht, en meer in
het bijzonder met het kartelverbod [3] en het verbod op misbruik maken van
een economische machtspositie [4] ,
b. de examenregeling en de daarbij behorende vrijstellingsbepaling in strijd
| is met het vrij verkeer van vestiging en diensten [5] /de Dienstenrichtlijn [6] .
Midden-Nederland aanhangig gemaakt.
I.
FIFAde werking schorst van
primair, de gehele FFAR, en
subsidiair, de in de
FFAR opgenomen bepalingen met betrekking tot de i) de “Service Fee Cap” en/of
ii) de examenregeling. [7] II.
de KNVBde implementatie van i) de gehele FFAR, althans ii) de bepalingen in de
FFAR met betrekking tot de “Service Fee Cap” en/of de examenregeling, in de
NFAR schorst. [8]
4.De beoordeling
tussen de vorderingen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven”.
Court of Arbitration for Sport” (CAS) in Lausanne (Zwitserland) exclusief bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van de voetbalagenten tegen FIFA. De Nederlandse (voorzieningen)rechter moet zich daarom volgens FIFA op grond van artikel II lid 3 Verdrag van New York [10] , althans artikel 1074d Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, onbevoegd verklaren om van de tegen FIFA ingestelde vorderingen kennis te nemen.
“
56 Court of Arbitration for Sport (CAS)1.FIFA recognises the independent Court of Arbitration for Sport (CAS) with headquarters in
Lausanne (Switzerland) to resolve disputes between FIFA, member associations, confederations,
leagues, clubs, players, officials, foorball agents and match agents.
2.The provisions of the CAS Code of Sports-related Arbitration shall apply to the proceedings,
CAS shall primarily apply the various regulations of FIFA and, additionally Swiss law.
58 Obligations relating to dispute resolution1.The confederations, member associations and leagues shall agree to recognise CAS as anindependent authority and to ensure that their members, affiliated players and officials complywith the decisions passed by CAS. The same obligation shall apply to football agents and matchagents that are licensed by FIFA.
regulations. Recourse to ordinary courts of law for all types of provisional measures is also
prohibited. (…).“
In de hiervoor geciteerde artikelen is volgens FIFA uitdrukkelijk bepaald dat bestaande of toekomstige geschillen tussen FIFA en voetbalagenten exclusief worden voorgelegd aan het CAS in Zwitserland en dat dat ook geldt voor voorlopige maatregelen (“provisional measures”).
4.13. FIFA stelt dat de gebondenheid aan haar statuten, en het daarin voorkomende arbitragebeding, volgt uit de ondertekening door de voetbalagenten van een zogenoemde “intermediairsverklaring”. Op grond van het vanaf 1 april 2015 in werking getreden reglement van FIFA genaamd “Regulations on Working with Intermediaries” (RWWI) [11] geldt er vanaf 1 april 2015 een registratieverplichting om als voetbalagent werkzaam te kunnen zijn. Deze registratieverplichting wordt uitgevoerd door de nationale voetbalbonden. Onderdeel van die registratieverplichting is dat er door de voetbalagent een intermediairs-verklaring moet worden ondertekend, welke verklaring ten minste de inhoud moet hebben zoals is vermeld in bijlage 1 en 2 bij de RWWI.
“(…)
VERKLAAR HIERBIJ ALS VOLGT:
Statuten en/of reglementen van de KNVB, UEFA, en/of FIFA en/of besluiten van een of meer van
hun organen na te leven. In dit verband bevestig ik en ga ik er uitdrukkelijk mee akkoord dat door
de registratie als intermediair door de KNVB (overeenkomstig het Reglement Intermediairs van de
KNVB) ik gebonden ben aan de Statuten en/of reglementen van de KNVB, UEFA en/of FIFA
en/of besluiten van een of meer van hun organen en val onder de jurisdictie van de organen van de
KNVB waaronder de tuchtrechtelijke organen en het college van arbiters.”
Dat komt omdat zij in de intermediairsverklaring ook verklaren dat zij vallen onder de jurisdictie van de organen van de KNVB waaronder het college van arbiters. Dat college van arbiters is, zoals partijen hebben bevestigd, niet het CAS. Er worden in de intermediairsverklaring dus twee arbitragebedingen genoemd. Het is echter onduidelijk wanneer welk arbitragebeding geldt en of deze arbitragebedingen überhaupt wel naast elkaar kunnen bestaan, en als dat laatste niet zo is welk arbitragebeding dan voorgaat. Deze onduidelijkheid heeft tot gevolg dat er geen gebondenheid bestaat aan één van de twee arbitragebedingen. Allebei de bedingen gelden dus niet.
Ook in deze procedure voor de Duitse rechter wordt de (on)rechtmatigheid van de:
- “Service Fee Cap” gegrond op strijd met het Europese mededingingsrecht
(kartelverbod en misbruik van economische machtspositie),
- examenregeling gegrond op strijd met het vrij verkeer van diensten en de
Dienstenrichtlijn.
Er wordt ook nog betoogd dat sprake is van strijd met de AVG.
De Duitse rechter heeft in zijn beschikking van 30 maart 2023 [12] over alle rechtsvragen die ook in dit kort geding voorliggen prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU). De behandeling van de zaak is daarbij in afwachting van de uitkomst van deze prejudiciële procedure geschorst. De Duitse rechter heeft daarbij overwogen dat het door de eiser aangevoerde spoedeisende karakter niet in de weg staat aan het voeren van een prejudiciële procedure, omdat met name niet valt in te zien waarom het HJEU niet even snel als een nationale rechter uitspraak zou kunnen doen [13] .
1. Het is niet uitgesloten dat het HJEU vóór de invoering van de FFAR op
1 oktober 2023, of in ieder geval kort daarna, duidelijkheid geeft.
De Duitse rechter gaat daar ook vanuit (zie 4.18.1.). Daarbij komt dat deze Duitse
rechter ook geen aanleiding heeft gezien om vooruitlopend op de beantwoording
van de prejudiciële vragen alvast een ordemaatregel te treffen.
2. Het is evenmin uitgesloten dat er in de door de voetbalagenten bij de rechtbank
Midden-Nederland aanhangig gemaakte bodemprocedure vóór 1 oktober 2023, of
kort daarna, duidelijkheid komt.
3. Het CAS zal volgens FIFA in juli a.s. uitspraak doen over de
(on)rechtmatigheid van de FFAR. Als het CAS van oordeel is dat de FFAR
onrechtmatigheden bevat dan zal FIFA, zo heeft zij verklaard, zich dat ter harte
nemen en het reglement aanpassen. Het kan dus zo zijn dat het FFAR in
juli/augustus 2023 wordt aangepast.
4. Bovendien treden de (financiële) gevolgen van de FFAR voor de voetbalagenten
pas vanaf 1 oktober 2023 in werking. Voetbalagenten kunnen als zij de examens op
19 april 2023 en 20 september 2023 niet zouden halen, en dus per 1 oktober 2023
geen licentie zouden krijgen, die licentie nog op een later tijdstip krijgen. Er mag
oneindig keer examen worden gedaan; er geldt geen limiet daarvoor. De examens
worden bovendien twee keer per jaar afgenomen. Daarbij komt dat als een
voetbalagent het examen niet haalt en dus geen licentie krijgt dit nog niet betekent
dat hij daarmee zijn inkomstenbron (volledig) kwijtraakt. De voetbalagent mag dan
alleen geen “Football Agency Services“ zoals omschreven in de FFAR
verrichten [15] . Dat zijn kort gezegd diensten die zien op de transfer van een
voetbalspeler naar een andere voetbalclub. Hij mag echter nog wel “Other
Services” zoals omschreven in de FFAR [16] verrichten. Het gaat daarbij om diensten
die niet vallen onder “Football Agency Services”, zoals het verlenen van juridisch
advies, financiële planning, scouting, consultancy, management van intellectuele
eigendomsrechten, en onderhandelen over commerciële contracten. Voor deze
diensten mag de voetbalagent provisie in rekening brengen waarvoor de “Service
Fee Cap” (het prijsplafond) niet geldt.
hebben echter niet onderbouwd dat dit verlies zodanig is dat ze dan zullen
omvallen/failliet zullen gaan en dat er daarom toch op dit moment al een
ordemaatregel moet worden getroffen en de beslissing van het HJEU niet kan
worden afgewacht.