Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met 2 producties,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 22 maart 2023, staat de terugvordering van een gestolen auto centraal. De eiseres, een rechtspersoon naar buitenlands recht, heeft de auto, een Volvo XC90, teruggevorderd van de gedaagde, een autohandelaar. De gedaagde had de auto gekocht van een verkoper die niet de eigenaar was, en de auto was gesignaleerd als gestolen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet te goeder trouw heeft gehandeld, ondanks zijn bewering dat hij niet wist dat de auto gestolen was. De rechtbank stelt vast dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd dat hij de koopprijs daadwerkelijk heeft betaald en dat hij als ervaren autohandelaar extra voorzichtig had moeten zijn bij de aankoop van de auto, gezien de omstandigheden waaronder deze werd aangeboden. De rechtbank wijst de vordering van de eiseres toe en veroordeelt de gedaagde tot teruggave van de auto, alsook tot betaling van een dwangsom en proceskosten. De rechtbank wijst de vordering van de eiseres tot schadevergoeding voor waardevermindering af, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van autohandelaren bij de aankoop van voertuigen en de toepassing van artikel 3:86 BW, dat de bescherming van de goede trouw van de verkrijger regelt.