ECLI:NL:RBMNE:2023:2039
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schadevergoeding wegens datalek; niet ontvankelijk verklaard
Op 7 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een eiser uit [woonplaats], een verzoek tot schadevergoeding indiende tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Dit verzoek volgde op een afwijzing door verweerder van een eerder verzoek om schadevergoeding, dat op 19 januari 2023 was verzonden. Verzoekster had in haar verzoekschrift, dat op 31 januari 2023 werd ingediend, schadevergoeding gevraagd naar aanleiding van een datalek dat door verweerder zou zijn veroorzaakt.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat verzoekster niet heeft voldaan aan de eisen die artikel 8:92, eerste lid, onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) stelt. Dit artikel vereist dat het verzoekschrift een opgave bevat van de aard van de geleden schade en, voor zover mogelijk, het bedrag van de schade en een specificatie daarvan. Ondanks een herinneringsbrief van de rechtbank op 2 februari 2023, waarin verzoekster werd verzocht om deze informatie binnen vier weken aan te leveren, heeft verzoekster in haar reactie van 18 februari 2023 nagelaten om de benodigde informatie te verstrekken.
De rechtbank heeft vervolgens geconcludeerd dat, aangezien de gevraagde stukken niet zijn overgelegd, het verzoek om schadevergoeding niet aan de wettelijke eisen voldoet. Gelet op artikel 6:6 van de Awb, dat bepaalt dat een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien de indiener niet de gelegenheid heeft gehad om het verzuim te herstellen, heeft de rechtbank het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 7 april 2023, en de beslissing is genomen door mr. R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier S. Ayyildiz.