Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 april 2023 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laren, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
.Omdat er een adviescommissie is geldt in dit geval een termijn van twaalf weken
.Dat staat in de artikelen 7:10 en 7:13 van de Awb. Per e-mail van 8 februari 2022 heeft verweerder aan eiser meegedeeld dat het niet mogelijk zal zijn om het benodigde onderzoek in deze zaak af te ronden voorafgaand aan de op 15 februari 2022 geplande hoorzitting en dat de zaak van de twee verleende omgevingsvergunningen daarom tot nader order wordt opgeschort. Voor zover dit bericht is bedoeld als een verdaging van de beslissing op bezwaar, kan die verdaging niet langer dan zes weken duren. Verweerder had dus uiterlijk op 12 april 2022 moeten beslissen.
.Dat betekent ook dat eiser een vergoeding krijgt voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet dit betalen. Volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht is dit een vast bedrag omdat eiser een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor hem een beroepschrift in te dienen. Omdat de zaak alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden wordt een lager bedrag toegekend (wegingsfactor 0,5). Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden. Toegekend wordt € 418,50,-.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 april 2023.