ECLI:NL:RBMNE:2023:1991

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
28 april 2023
Zaaknummer
16.019598.21 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor schuld aan verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel

Op 6 augustus 2020 vond er een ernstig verkeersongeval plaats op de Kamperweg (N50) te Ens, waarbij de verdachte, als bestuurder van een motorrijtuig, achterop een stilstaand voertuig botste. Dit voertuig stond stil voor een openstaande brug, de Ramspolbrug, en de verdachte had onvoldoende aandacht voor de weg en het overige verkeer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend had gereden, wat leidde tot het ongeval waarbij vijf inzittenden van het stilstaande voertuig zwaar lichamelijk letsel opliepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte voorafgaand aan de botsing was gewaarschuwd door knipperende waarschuwingslichten, maar desondanks niet tijdig heeft geremd. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 90 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 45 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank hield rekening met de ernst van het letsel van de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere verkeersdelicten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.019598.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 april 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1968] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. G. Nicolaas-Alagahgi en van hetgeen verdachte naar voren heeft gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Primair:
op 6 augustus 2020 te Ens als bestuurder van een motorrijtuig een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt, waarbij vijf slachtoffers zwaar lichamelijk letsel, dan wel letsel waaruit tijdelijke ziekte of verhindering van de normale bezigheden is ontstaan, hebben opgelopen.
Subsidiair:
op 6 augustus 2020 te Ens met een motorrijtuig gevaar en hinder op de weg heeft veroorzaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen en is van oordeel dat verdachte zich aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gedragen.
4.2
Het standpunt van de verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij verantwoordelijk is voor het ongeval, omdat hij met de door hem bestuurde auto achterop de auto van de slachtoffers is gebotst, die voor een openstaande brug stond te wachten. Verdachte weet niet hoe het kan dat hij de auto van de slachtoffers niet heeft gezien.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Uit de
verklaring van verdachte ter terechtzittingvan 14 april 2023 blijkt dat verdachte onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard:
Ik was op 6 augustus 2020 op weg naar mijn werk in Wezep. Ik reed bij Ens de N50 op. Ik reed ongeveer 80 km per uur. Ik was bekend met de weg, ik reed die route elke dag op weg naar mijn werk. Het was een zonnige dag en het viel mee met de drukte op de weg. Tussen het moment dat ik de weg op kwam en de klap weet ik niets meer. Het eerste dat ik mij kan herinneren is het in elkaar drukken van mijn borstkas door de klap. Ik kan mij niet herinneren of ik de waarschuwingslichten voor het openen van de brug heb zien knipperen. Ook weet ik niet zeker of ik heb geremd.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in
een proces-verbaal verkeersongeval analyse [2] van 26 september 2020 – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
Op donderdag 6 augustus 2020 vond er een ongeval plaats op de Kamperweg (N50) ter hoogte van Ens. De bestuurder van voertuig 1 remde niet af en reed met de voorzijde tegen de achterzijde van voertuig 2 welke vervolgens werd doorgedrukt tegen de achterzijde van voertuig 3. De plaats van het ongeval was ongeveer 100 meter voor de Ramspolbrug.
Ter plaatse waren de volgende verkeerstekens van toepassing.
-
Voor het beweegbare deel van de Ramspolbrug waren bruglichten boven het wegdek aangebracht.
-
900, 600 en 300 meter voor de Ramspolbrug waren aan beide zijden van de rijbaan bord J15 beweegbare brug van de Bijlage 1 van het RVV 1990 geplaatst. Met onderbord met de tekst afsluitbomen sluiten automatisch. Tevens waren daar waarschuwingslichten aangebracht.
Bestuurder van voertuig 1 reed achter voertuig 2. Gezien de hoogte van de schade aan voertuig 2 welke was gelegen tussen de 0,2 en 0,9 meter heeft voertuig 1 voor de botsing met voertuig 2 geen noodremming uitgevoerd. Door een noodremming zou de voorzijde van het voertuig gedompt hebben dan was de hoogte van de schade aan voertuig 2 niet zo hoog zijn geweest.
Uit onderzoek bleek dat de waarschuwingslichten de bestuurders waarschuwden dat de brug geopend ging worden. De lichten op 900 meter gingen 47,9 seconden branden voordat de aanrijdbomen werden gesloten. De lichten op 600 meter gingen 33,3 seconden branden voordat de aanrijdbomen werden gesloten. De lichten op 300 meter gingen 18,7 seconden branden voordat de aanrijdbomen werden gesloten. De bestuurder van voertuig 1 had verklaard dat hij met een snelheid van ongeveer 85 km/uur = 23,6 m/s voor het ongeval had gereden. Dat hield in dat de bestuurder van voertuig 1 deze afstand van 900 meter in ongeveer 39 seconden had aflegt. De bestuurder van voertuig 1 was dus vooraf op 900, 600 en 300 meter gewaarschuwd dat de brug werd geopend.
Een schriftelijk bescheid, [3] te weten een geneeskundige verklaring van 10 augustus 2020, opgemaakt door [A] , arts, met betrekking tot het letsel van [slachtoffer 1] , zakelijk weergegeven:
Uitwendig waargenomen letsel:
2 ribfracturen
1 wervelfractuur
wond aan lip
Overige van belang zijnde informatie:
trauma capitis (hersenschudding)
Een schriftelijk bescheid, [4] te weten een geneeskundige verklaring van 10 september 2020, opgemaakt door [B] , arts, met betrekking tot het letsel van [slachtoffer 2] , zakelijk weergegeven:
Uitwendig waargenomen letsel:
hematoom k apicaal + dorsaal op thorax (= borstkas)
hematoom rechter oogkas
Een schriftelijk bescheid, [5] te weten een geneeskundige verklaring van 29 september 2020, opgemaakt door [C] , arts, met betrekking tot het letsel van [slachtoffer 3] , zakelijk weergegeven:
Uitwendig waargenomen letsel:
impresssiefractuur schedel
bloeding linker long
miltlaceratie graad 2
Overige van belang zijnde informatie:
niet aangeboren hersenletsel
Een schriftelijk bescheid, [6] te weten een geneeskundige verklaring van 17 september 2020, opgemaakt door [D] , arts, met betrekking tot het letsel van [slachtoffer 4] , zakelijk weergegeven:
Overige van belang zijnde informatie:
heup L uit kom en breuk in heupkom
breuk borstbeen
breuk sleutelbeen
Verbalisant [verbalisant 3] heeft in een
aanvullend proces-verbaal van bevindingen [7] over het verloop van het letsel – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd:
[slachtoffer 4] is inmiddels overleden. Tot aan haar dood heeft zij niet meer kunnen lopen. Zij had meerdere botbreuken opgelopen en heeft door haar ziekte, zij had kanker, haar revalidatie niet kunnen afronden. [slachtoffer 1] is nog steeds onder behandeling van een fysiotherapeut. [slachtoffer 5] kampt nog steeds met rugklachten en loopt hiervoor bij een fysiotherapeut. Ook spelen psychische klachten een rol. [slachtoffer 2] heeft nog steeds last van angsten. Hij heeft hiervoor begeleiding gehad. [slachtoffer 3] is tot op heden nog bezig met haar revalidatie in de Vogellanden te Zwolle. Verder is zij nog onder behandeling van een kinderarts van het Isala Ziekenhuis in Zwolle. Op dit moment kan [slachtoffer 3] nog niet normaal meedraaien op school en de toekomst hierin is erg onzeker.
Bewijsoverweging
Vast staat dat op 6 augustus 2020 een verkeersongeval heeft plaatsgevonden waarbij verdachte met de door hem bestuurde auto achterop de auto bestuurd door [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) is gebotst. De auto van [slachtoffer 1] is hierdoor in aanrijding gekomen met een zich voor [slachtoffer 1] bevindende vrachtauto. Alle vijf de inzittenden van de door [slachtoffer 1] bestuurde auto zijn als gevolg van de aanrijding gewond geraakt.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of dit verkeersongeval te wijten is aan de schuld van verdachte in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW). Bij de beantwoording van die vraag komt het aan op het geheel van de gedragingen van verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Hierbij geldt dat uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag niet reeds kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Van schuld in de zin van dit wetsartikel is pas sprake in geval van aanmerkelijk onvoorzichtig of onoplettend handelen door verdachte.
Op grond van de hierboven weergegeven bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte voorafgaand aan de botsing met de auto die door [slachtoffer 1] werd bestuurd niet heeft geremd. Verder stelt de rechtbank vast dat verdachte zowel op 900 meter als op 600 meter als op 300 meter voor de Ramspolbrug is gewaarschuwd voor het openen van deze brug door knipperende waarschuwingslichten met daaronder een verkeersbord met de aanduiding “beweegbare brug”.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich niet te kunnen herinneren of hij de waarschuwingslichten heeft zien knipperen. Hij herinnert zich enkel nog dat hij de N50 bij Ens op reed, dat hij ongeveer 80 km per uur reed, dat het een zonnige dag was en dat het niet heel druk was op de weg.
Uit de verkeersongevallen analyse volgt dat verdachte de afstand van 900 meter (de afstand van het eerste waarschuwingslicht tot de brug) in 39 seconden heeft afgelegd. Dit betekent dat verdachte zich over een periode van in ieder geval 39 seconden niets meer kan herinneren. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld wat er in deze periode precies is gebeurd en of verdachte zich mogelijk heeft laten afleiden. Vast staat echter wel dat verdachte zijn aandacht gedurende deze periode niet, althans onvoldoende, op de weg voor zich heeft gehouden en onvoldoende aandacht heeft gehad voor het overige verkeer. Verdachte is hiermee meer dan een enkel moment onvoldoende oplettend en onvoorzichtig geweest. Als gevolg hiervan heeft verdachte niet geregistreerd dat de waarschuwingslichten knipperden en dat het verkeer voor hem afremde en tot stilstand kwam in verband met het openen van de brug en is verdachte zonder snelheid te minderen achterop de auto van de slachtoffers gebotst. Verdachte was bekend met de weg en het feit dat de hier aanwezige brug kon openen. Juist in deze situatie had van verdachte verwacht mogen worden dat hij extra oplettend zou zijn en oog zou hebben voor de verkeerssituatie. Hij moest er op bedacht zijn dat er ter plaatse afremmend of stilstaand verkeer vóór hem zou zijn. Door zijn aandacht desondanks gedurende langere tijd niet op de weg voor hem te houden heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend gereden en is er sprake van schuld in de zin van artikel 6 WVW.
De rechtbank kwalificeert het letsel dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hebben opgelopen, als zwaar lichamelijk letsel. Zij zijn als gevolg van het ongeval ernstig gewond geraakt en zijn ruim tweeëneenhalf jaar na het ongeval nog steeds aan het revalideren, waarbij het de vraag is of [slachtoffer 3] ooit volledig van de gevolgen van het ongeval zal herstellen. [slachtoffer 4] is helaas overleden aan de gevolgen van kanker voordat zij haar revalidatietraject heeft kunnen afronden. Zij heeft als gevolg van het ongeval tot haar overlijden meer dan een jaar later niet kunnen lopen.
Het letsel van [slachtoffer 5] en het letsel van [slachtoffer 2] kwalificeert de rechtbank, gelet op de aard en de gevolgen en de herstelduur daarvan, als zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan in de zin van artikel 6 WVW.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 6 augustus 2020 te Ens, als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto), daarmede rijdende over de Kamperweg (N50), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend,
als volgt te handelen:
- terwijl hij, verdachte - een in de Kamperweg gelegen – geopende, althans deels geopende,
beweegbare brug (de Ramspolbrug), naderde (voor welke brug meerdere motorrijtuigen op die weg stil stonden) en
- niet voortdurend zijn blik en/of aandacht op de weg te houden en niet op het direct voor hem, verdachte, gelegen weggedeelte van die weg en het overige verkeer te letten en
- geen aandacht te schenken en/of gevolg te geven aan de bruglichten en drie, op een afstand van respectievelijk 900, 600 en 300 meter (vóór voormelde brug), aan beide zijden van de rijbaan van die weg geplaatste (in werking zijnde en goed zichtbare) waarschuwingslichten, met daaronder een verkeersbord van het model J15 (van de bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990), aanduidende “beweegbare brug”, welke borden tevens waren voorzien van een onderbord, met als tekst: "afsluitbomen sluiten automatisch”, en
- vervolgens niet af te remmen en niet uit te wijken voor een van die op die weg stilstaande motorrijtuigen en
- vervolgens met onverminderde snelheid tegen een stilstaand motorrijtuig (personenauto) aan te rijden en/of te botsen waardoor vervolgens voornoemd motorrijtuig (personenauto) in aanrijding/botsing is gekomen met een zich dáárvoor bevindende vrachtauto, waardoor een ander, te weten:
- [slachtoffer 1] (bestuurder van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten twee ribfracturen en een wervelfractuur en een hersenschudding, werd toegebracht en
- [slachtoffer 2] (inzittende van voornoemde personenauto) letsel, te weten een
oogkasfractuur en trauma aan de borstkas, werd toegebracht waaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan en
- [slachtoffer 3] (inzittende van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten
schedel-/hersenletsel (niet-aangeboren hersenletsel) en een bloeding in de long en miltletsel, werd toegebracht en
- [slachtoffer 4] (inzittende van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten een heup uit de kom en een breuk in de heupkom en een breuk in het borstbeen en een breuk in het sleutelbeen, werd toegebracht en
- [slachtoffer 5] (inzittende van voornoemde personenauto) letsel, te weten een of
meerdere gekneusde ribben en rugletsel, werd toegebracht, waaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een taakstraf van 90 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 45 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdachte
De verdachte heeft verklaard dat hij zich kan vinden in de eis van de officier van justitie.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf en de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit feit door verdachte is begaan. De rechtbank let daarnaast op de straffen die in soortgelijke strafzaken zijn opgelegd en houdt ten slotte rekening met de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden zoals die tijdens de terechtzitting zijn gebleken.
De aard en ernst van het feit
Door onvoldoende oplettendheid en onvoorzichtigheid heeft verdachte in de namiddag van 6 augustus 2020 een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Hij was bekend met de weg en wist dat hij een brug naderde die mogelijk open zou zijn. Ondanks deze omstandigheden heeft verdachte zijn aandacht gedurende langere tijd niet op de weg voor hem gehouden en onvoldoende aandacht gehad voor het overige verkeer. Hierdoor heeft verdachte de voor de brug knipperende waarschuwingslichten niet gezien, niet tijdig geremd en is hij zonder snelheid te minderen op het voertuig met daarin de vijf slachtoffers gebotst, dat voor de openstaande brug stond te wachten. Als gevolg hiervan hebben drie slachtoffers zwaar lichamelijk letsel opgelopen en zijn ook de twee overige inzittenden gewond geraakt. Onder de gewonden bevonden zich twee jonge kinderen. Ter terechtzitting is namens de slachtoffers helder verwoord dat de impact die het ongeluk op hun leven heeft gehad en nog steeds heeft, zeer groot is. Bij hen is groot en onherstelbaar leed veroorzaakt. Hoewel verdachte dit niet heeft gewild en duidelijk is dat het ongeval ook hem heeft aangegrepen, is het ongeval en het ernstige letsel dat de slachtoffers hierbij hebben opgelopen wel aan zijn schuld te wijten.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met het strafblad van verdachte van 30 januari 2023, waaruit blijkt dat verdachte op 25 april 2019 een strafbeschikking heeft ontvangen voor het overtreden van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 in verband met een forse snelheidsovertreding. Het is dus niet de eerste keer dat de verdachte in aanraking is gekomen met politie en justitie in verband met overtreding van de verkeerswetgeving. Ook heeft de rechtbank bij haar beslissing rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals ter terechtzitting besproken. Tenslotte houdt de rechtbank rekening met de tijd die sinds het ongeval verstreken is; pas 2,5 jaar later is verdachte gedagvaard.
De op te leggen straf
Alles beschouwd acht de rechtbank de straf die door de officier van justitie is geëist passend en geboden. De rechtbank zal daarom aan verdachte een taakstraf voor de duur van 90 uren opleggen, te vervangen door 45 dagen hechtenis. Dit betekent dat verdachte 45 dagen naar de gevangenis moet als hij de taakstraf niet of niet naar behoren verricht. Hoewel voor een feit als dit een ontzegging van de rijbevoegdheid passend is, zal de rechtbank daar – evenals de officier van justitie – in dit geval van afzien, gelet op het eerdergenoemde tijdsverloop.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6 en 175 van de Wegenverkeerswet 1994 zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde feit bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
  • verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
  • verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 45 (vijfenveertig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.L. Veendrick, voorzitter, mr. R.P.P. Hoekstra en mr. J.W.B. Snijders Blok, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.C.M. Hardeman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 april 2023.
Mrs. Veendrick en Hoekstra zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 6 augustus 2020, te Ens, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (bedrijfsauto), daarmede rijdende over de weg, te weten de Kamperweg (N50), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- terwijl hij, verdachte - een in de Kamperweg gelegen – geopende, althans deels geopende,
beweegbare brug (de Ramspolbrug), naderde (voor welke brug meerdere motorrijtuigen op die weg stil stonden) en/of
- ( daarbij) niet voortdurend zijn blik en/of aandacht op de weg te houden en/of niet, althans in onvoldoende mate te letten op het direct voor hem, verdachte, gelegen weggedeelte van die weg en/of het overige verkeer te letten en/of is blijven letten en/of
- geen, althans niet voldoende, aandacht te schenken en/of gevolg te geven aan de bruglichten en/of drie, op een afstand van respectievelijk 900, 600 en 300 meter (vóór voormelde brug), aan beide zijden van de rijbaan van die weg geplaatste (in werking zijnde en/of goed zichtbare) waarschuwingslichten, met daaronder (een) verkeersbord(en) van het model J15 (van de bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990), aanduidende “beweegbare brug”, welk(e) bord(en) tevens was/waren voorzien van (een) onderbord(en), met als tekst: "afsluitbomen sluiten automatisch”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) niet, althans niet tijdig en/of voldoende af te remmen en/of niet, althans niet tijdig en/of voldoende uit te wijken voor (een van die) op die weg stilstaand(e) motorrijtuig(en) en/of
- ( vervolgens) met onverminderde, althans met een (te) hoge snelheid tegen een stilstaand
motorrijtuig (personenauto) aan te rijden en/of te botsen en/of waardoor (vervolgens) voornoemd motorrijtuig (personenauto) in aanrijding/botsing is gekomen met een zich dáárvoor bevindende vrachtauto, waardoor een ander, te weten:
- [slachtoffer 1] (bestuurder van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten twee ribfracturen en/of een wervelfractuur en/of een hersenschudding en/of een wond aan de lip, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 2] (inzittende van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten een
oogkasfractuur en/of trauma aan de borstkas, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 3] (inzittende van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten
schedel-/hersenletsel (niet-aangeboren hersenletsel) en/of een bloeding in de long en/of miltletsel, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of
verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 4] (inzittende van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten een heup uit de kom en/of een breuk in de heupkom en/of een breuk in het borstbeen en/of een breuk in het sleutelbeen, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan en/of
- [slachtoffer 5] (inzittende van voornoemde personenauto) zwaar lichamelijk letsel, te weten een of
meerdere gekneusde ribben en/of rugletsel, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 6 augustus 2020, te Ens, gemeente Noordoostpolder, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg, de Kamperweg (N50),
- terwijl hij, verdachte - een in de Kamperweg gelegen – geopende, althans deels geopende,
beweegbare brug (de Ramspolbrug), naderde (voor welke brug meerdere motorrijtuigen op die weg stil stonden) en/of
- ( daarbij) niet voortdurend zijn blik en/of aandacht op de weg heeft gehouden en/of niet, althans in onvoldoende mate heeft gelet op het direct voor hem, verdachte, gelegen weggedeelte van die weg en/of het overige verkeer heeft gelet en/of is blijven letten en/of
- geen, althans niet voldoende, aandacht heeft geschonken en/of gevolg heeft gegeven aan de
bruglichten en/of drie, op een afstand van respectievelijk 900, 600 en 300 meter (vóór voormelde brug), aan beide zijden van de rijbaan van die weg geplaatste (in werking zijnde en/of goed zichtbare) waarschuwingslichten, met daaronder (een) verkeersbord(en) van het model J15 (van de bijlage I van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990), aanduidende “beweegbare brug”, welk(e) bord(en) tevens was/waren voorzien van (een) onderbord(en), met als tekst: "afsluitbomen sluiten automatisch”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- ( vervolgens) niet, althans niet tijdig en/of voldoende heeft afgeremd en/of niet, althans niet tijdig en/of voldoende is uitgeweken voor (een van die) op die weg stilstaand(e) motorrijtuig(en) en/of
- ( vervolgens) met onverminderde, althans met een (te) hoge snelheid tegen een stilstaand
motorrijtuig (personenauto) is aangereden en/of gebotst en/of waardoor (vervolgens) voornoemd motorrijtuig (personenauto) in aanrijding/botsing is gekomen met een zich dáárvoor bevindende vrachtauto,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 6 februari 2021, genummerd PL0900-2020253531, opgemaakt door de politie, Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 92 en een separaat in het dossier opgenomen aanvullend proces-verbaal van bevindingen van 1 juni 2022, genummerd PL0900-2020253531-18, digitale paginanummers 1 – 26. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 15, 17, 18 en 45.
3.Pagina 80.
4.Pagina 86.
5.Pagina 88.
6.Pagina 92.
7.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen pagina 1.