ECLI:NL:RBMNE:2023:1920

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
C/16/554360 / KL ZA 23-81 M/50723
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een overeenkomst inzake verkeersomleiding en schadevergoeding

In deze zaak heeft de besloten vennootschap STRANDPAVILJOEN AT SEA B.V. (hierna: At Sea) een kort geding aangespannen tegen de Provincie Flevoland (hierna: de Provincie) met als doel de Provincie te gelasten om het verkeer van Kampen richting Elburg niet om te leiden, zoals eerder afgesproken. At Sea stelt dat er op 22 april 2021 een overeenkomst is gesloten met de Provincie over de bereikbaarheid van haar strandpaviljoen, maar dat de Provincie zich niet aan deze afspraken houdt, wat leidt tot schade in de vorm van omzetderving. De Provincie voert verweer en betwist dat er een bindende overeenkomst tot stand is gekomen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 april 2023 zijn beide partijen vertegenwoordigd en hebben zij hun standpunten toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vervolgens beoordeeld of At Sea een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Hoewel At Sea enige tijd heeft gewacht met het indienen van de procedure, oordeelt de voorzieningenrechter dat er nog steeds sprake is van een spoedeisend belang, gezien de aanhoudende omleidingen die tot medio juni 2023 zullen duren.

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen sprake is van een overeenkomst tussen At Sea en de Provincie. De e-mailcorrespondentie tussen partijen biedt onvoldoende basis voor de conclusie dat er een bindende afspraak is gemaakt. At Sea heeft niet aangetoond dat de persoon die namens de Provincie heeft gecommuniceerd, bevoegd was om een dergelijke overeenkomst te sluiten. Bovendien blijkt uit de correspondentie dat er geen definitieve afspraken zijn gemaakt over de omleidingen. De vorderingen van At Sea zijn dan ook afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van de Provincie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
handelskamer
locatie Lelystad
zaaknummer / rolnummer: C/16/554360 / KL ZA 23-81 M/50723
Vonnis in kort geding van 24 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STRANDPAVILJOEN AT SEA B.V.,
gevestigd te Dronten,
eiseres, hierna ook te noemen: At Sea,
advocaten: mr. L. Bos en mr. T.D. Polak te Groningen,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE FLEVOLAND,
zetelend te Lelystad,
gedaagde, hierna ook te noemen: de Provincie,
advocaten: mr. G. Verberne, mr. M.J. de Meij en mr. B.S. Wardenier te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord.
1.2.
Op 7 april 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden in het gebouw van de rechtbank. Ter zitting is namens At Sea [A] ( […] van At Sea) met zijn gemachtigde verschenen. Namens de Provincie zijn [B] (omgevingsmanager bij de Provincie), [C] (manager infrastructuur bij de Provincie) en [D] (adviseur verkeerskunde bij de Provincie) met hun gemachtigden verschenen. De gemachtigden van beide partijen hebben ter zitting pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd. Deze zijn toegevoegd aan het dossier. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
At Sea exploiteert een strandpaviljoen dat is gelegen aan de [adres] in [vestigingsplaats] . Deze locatie bevindt zich tussen de N306 en het Drontermeer zoals weergegeven op de volgende afbeelding:
2.2.
De Provincie heeft samen met enkele andere (decentrale) overheden het project ‘N307 Roggebot-Kampen’ (hierna: het project) opgesteld. Het project is onderdeel van het IJsseldelta programma (Ruimte voor de Rivier) en het programma ter verbetering van de N307 en dient de doorstroming en daarmee tevens de verkeersveiligheid van de N307 te verbeteren. De werkzaamheden zullen tot medio juni 2023 duren.
2.3.
Sinds 17 oktober 2022 wordt ten behoeve van het project het verkeer van Kampen richting Elburg omgeleid via Dronten over de N307, N309 en de N305.
2.4.
Op 9 maart 2021 heeft de advocaat van At Sea aan [E] (manager Specials N307 Roggebot-Kampen bij de Provincie, hierna: [E] ) per e-mail onder meer het volgende geschreven:

BereikbaarheidTen eerste is het goed om het misverstand uit de wereld te helpen ten aanzien van de nachtafsluitingen. Dezerzijds leefde de veronderstelling dat tijdens een nachtafsluiting de gehele weg afgesloten zou worden voor verkeer. Inmiddels begrepen wij van jullie dat altijd één baanvak open zal blijven, zodat verkeer – weliswaar met enige vertraging – niet omgeleid hoeft te worden. Graag nog even jullie korte bevestiging.
(…)
Communicatie
We hebben afgesproken dat de aannemer zes wekelijks de bedrijfsleiding van At Sea
informeert over de voortgang van het project. In beginsel zal dit schriftelijk
plaatsvinden, tenzij de planning tussentijds wijzigt of als er nacht- of
weekendafsluitingen in de komende periode van 6 weken gepland staan.
Aanvullend daarop zal uiterlijk eind 2021, althans zes maanden van te voren,
zekerheid wordt gegeven over de precieze datum van de twee weekendafsluitingen
in 2022. Ook zal voor eind maart 2021 een startgesprek met de bedrijfsleiding van At
Sea plaatsvinden om de planning van het gehele project op hoofdlijnen te bespreken,
zodat men zelf mee kan denken wel gevolgen dit voor At Sea heeft.
(…)
SlotIndien alle partijen (projectleiding, aannemer en At Sea) met betrekking tot bovenstaande punten overeenstemming kunnen bereiken, is At Sea bereid het beroep bij de Raad van State in te trekken. Zou je dit met de aannemer willen opnemen en een gezamenlijke reactie willen opstellen, voorafgaand aan een volgend overleg?”
In reactie op At Sea heeft [E] op 22 april 2021 onder meer aan At Sea bericht:

Zoals besproken, kent de realisatiefase 2 weekend afsluitingen. Daarnaast worden er werkzaamheden in de WBU [werkbare uren] uitgevoerd. Dit betekent dat een halve rijbaan zal zijn afgesloten. Het verkeer kan er altijd langs. Het verkeer kan enige hinder (vertraging) ondervinden, maar wordt niet omgeleid.

3.Het geschil

3.1.
At Sea vordert samengevat - de Provincie te gelasten om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, de op haar rustende verbintenis om het verkeer vanuit Kampen richting Elburg niet om te leiden, en aldus dit verkeer over de N307, vanaf de afrit bij de Oudebosweg over de parallelweg en vervolgens over de N306 te leiden, na te komen, met veroordeling van de Provincie in de proceskosten.
3.2.
At Sea legt aan haar vordering ten grondslag dat partijen op 22 april 2021 een overeenkomst hebben gesloten over de bereikbaarheid van At Sea en de wijze waarop het verkeer langs de werkzaamheden worden geleid. De Provincie leidt het verkeer echter niet op de overeengekomen wijze langs de werkzaamheden. Als gevolg hiervan leidt At Sea schade in de vorm van omzetderving. Ter beperking van de schade vordert At Sea derhalve nakoming van de overeenkomst.
3.3.
De Provincie voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In het kader van de in dit kort geding gevorderde voorlopige voorziening dient de voorzieningenrechter, zo nodig ambtshalve, eerst te beoordelen of At Sea ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Vervolgens dient te worden beoordeeld of de vordering in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
Spoedeisend belang
4.2.
Met betrekking tot het spoedeisend belang heeft At Sea gesteld dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar vordering tot nakoming van de overeenkomst nu de werkzaamheden aan de N307 nog tot medio juni 2023 zullen duren. Indien de overeenkomst niet wordt nagekomen zal At Sea gedurende deze periode schade blijven lijden.
4.3.
Allereerst zal beoordeeld worden of At Sea een spoedeisend belang heeft bij haar vordering. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.4.
At Sea heeft ter zitting verklaard dat de huidige omleiding sinds 17 oktober 2022 wordt gebruikt en dat zij eerst in overleg wilde treden met de Provincie om samen tot een oplossing te komen. In december 2022 is het At Sea echter duidelijk geworden dat, gelet op de reactie die zij kreeg van de Provincie, dit niet het gewenste resultaat had, zodat At Sea heeft geconcludeerd dat een kort geding de enige oplossing is om het voor haar gewenste resultaat te bereiken.
4.5.
Vast staat dat At Sea op 30 maart 2023 deze kort geding procedure aanhangig heeft gemaakt. Gelet op het feit dat At Sea ter zitting heeft verklaard dat het voor haar reeds in december 2022 duidelijk was dat verder overleg met de Provincie niet tot het voor haar gewenste resultaat zou leiden, heeft At Sea dus ruim drie maanden gewacht met het aanhangig maken van onderhavige kort geding procedure. Waarom At Sea hier ruim drie maanden mee heeft gewacht, is door At Sea niet nader toegelicht. Een onderbouwing hiervan had op de weg van At Sea gelegen, te meer nu vast staat dat de werkzaamheden aan de N307 medio juni 2023, derhalve over anderhalve maand, zullen zijn afgerond, maar inmiddels wel sinds medio oktober 2022 meer dan 6 maanden zijn verstreken.
4.6.
Echter, de omstandigheid dat At Sea lang heeft stilgezeten kan op zichzelf niet het oordeel rechtvaardigen dat zij geen spoedeisend belang meer heeft bij de gevraagde voorziening. Nu de huidige omleiding nog tot medio juni 2023 voortduurt, zal At Sea een spoedeisend belang bij haar vordering niet worden ontzegd en zal hierna worden beoordeeld of deze toewijsbaar is.
Sprake van een overeenkomst?
4.7.
At Sea heeft gesteld dat zij op 22 april 2021 een overeenkomst heeft gesloten met de Provincie. Volgens At Sea zijn partijen overeengekomen dat het verkeer van Kampen richting Elburg niet wordt omgeleid. Dit verkeer zou over de N307 tot de kruising met de Oudebosweg en vervolgens via de parallelweg naar de N306 worden geleid. At Sea heeft gesteld dat deze overeenkomst blijkt uit de door [E] , namens de Provincie, verstuurde e-mail d.d. 22 april 2021. De e-mail van [E] dient aangemerkt te worden als een aanvaarding van het aanbod van de e-mail van At Sea d.d. 9 maart 2021, zodat sprake is van een overeenkomst, aldus At Sea. De voorzieningenrechter gaat hier echter aan voorbij en overweegt daartoe als volgt.
4.8.
Voorop gesteld dient te worden dat uitsluitend een vertegenwoordigingsbevoegde persoon namens de Provincie rechtshandelingen, zoals het sluiten van een overeenkomst, kan verrichten. Vast staat dat [E] niet bevoegd was tot het maken van een bindende afspraak met betrekking tot het al dan niet omleiden van het verkeer voor het project. At Sea heeft ook onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij er niettemin toch vanuit mocht gaan dat [E] bevoegd was, zodat reeds hierom niet is vast komen te staan dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen.
4.9.
Bovendien schrijft (de advocaat van) At Sea in de e-mail van 9 maart 2021 onder het kopje ‘Slot’ dat At Sea bereid is het beroep bij de Raad van State in te trekken indien partijen, met betrekking tot de punten in de e-mail, ‘overeenstemming’ kunnen bereiken. Dit duidt erop dat er op dat op dat moment volgens At Sea geen sprake was van overeenstemming (aanbod en aanvaarding) tussen partijen, hetgeen wel is vereist voor het sluiten van een overeenkomst. Het beroep bij de Raad van State is na de reactie van [E] op 22 april 2021 niet ingetrokken zodat eveneens om deze reden niet kan worden aangenomen dat er volgens At Sea na de reactie van [E] overeenstemming was.
4.10.
Verder is in de door At Sea verstuurde e-mail van 9 maart 2021 onder het kopje ‘Bereikbaarheid’ de nachtafsluiting voor bepaalde nachten aan de orde gesteld. [E] heeft op 22 april 2021 op dit onderdeel gereageerd in die zin dat hij heeft aangegeven dat het verkeer er altijd langs kan, weliswaar met enige vertragingen, maar dat het verkeer niet wordt omgeleid. Echter, uit deze enkele zinsnede kan niet worden afgeleid dat er in de betreffende e-mail de toezegging is gedaan of is overeengekomen dat er in het geheel geen omleidingen zullen plaatsvinden. De reactie van [E] kan niet anders gelezen worden dan een antwoord op de vraag van At Sea over de nachtafsluitingen.
4.11.
Daar komt bij dat uit het kopje ‘Communicatie’ van de e-mail van 9 maart 2021 volgt dat At Sea er wetenschap van had dat in beginsel iedere zes weken bekend zou worden welke werkzaamheden er voor de aankomende periode gepland zouden staan en welke hinder dat mogelijk tot gevolg zou hebben. Mede gelet hierop heeft At Sea er niet van uit mogen gaan dat er in het geheel geen omleidingen zullen plaatsvinden en heeft zij evenmin mogen aannemen dat de opmerkingen in de betreffende e-mail van [E] gezien dienen te worden als definitieve afspraken tussen partijen.
4.12.
Gelet op het voorgaande is derhalve geen sprake van aanbod en aanvaarding in die zin dat er een overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen is gekomen of dat At Sea anderszins mocht afleiden dat de betreffende e-mail van [E] als een vastlegging van bindende afspraken ten aanzien van de bereikbaarheid van At Sea geldt.
4.13.
De voorzieningenrechter acht ten slotte van belang dat At Sea ter zitting heeft verklaard dat de gederfde omzet met name ziet op passanten, niet zijnde vaste klanten, die At Sea niet goed meer weten te bereiken vanwege de omleiding. De vaste klanten van At Sea zijn voornamelijk inwoners van Elburg en Kampen. Nu het grootste deel van de omzet van At Sea afkomstig is van vaste klanten die At Sea derhalve wel weten te bereiken, heeft de voorzieningenrechter weinig reden om aan te nemen dat er sprake is van dusdanige omzetderving dat de Provincie meer had moeten doen om de belangen van At Sea te waarborgen. Dit alles geldt te meer nu At Sea zelf ter zitting heeft verklaard dat de Provincie middels bebording de bereikbaarheid van At Sea heeft aangegeven.
4.14.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, zullen de vorderingen worden afgewezen.
Proceskosten4.15. At Sea zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de Provincie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Provincie worden begroot op € 697,00 aan salaris gemachtigde. De door de Provincie gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zullen worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijnen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter, recht doende in kort geding:
5.1.
wijs de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt At Sea in de proceskosten aan de zijde van de Provincie, tot de datum van dit vonnis begroot op € 697,00, te voldoen binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening;
5.3.
veroordeelt At Sea in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op
€ 157,00, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, alsmede de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag van voldoening;
5.4.
verklaard deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. van Wegen en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2023.