In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 11 april 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 20 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst is overschreden. Eiseres had de Belastingdienst op 1 april 2022 in gebreke gesteld, maar het bestuursorgaan heeft pas na meer dan twee weken, op 1 december 2022, beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen twee weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft echter ook geconstateerd dat de Belastingdienst om een langere termijn heeft verzocht, wat door de rechtbank is gehonoreerd, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen. De rechtbank heeft een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Belastingdienst veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.