In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 11 april 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst/Toeslagen op haar aanvraag van 28 december 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst is overschreden. Eiseres had de Belastingdienst op 21 oktober 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 16 november 2022 beroep heeft ingesteld.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de Belastingdienst alsnog een besluit moet nemen, en wel binnen twee weken na verzending van de uitspraak. De rechtbank heeft echter ook rekening gehouden met het verzoek van de Belastingdienst om een langere termijn van dertien weken, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de standaard wettelijke termijn van twee weken van toepassing is, maar heeft zij de Belastingdienst een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen waren verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.