ECLI:NL:RBMNE:2023:1909

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
UTR_22_5425
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting gegrond verklaard, proceskostenveroordeling

Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden en eiser, vertegenwoordigd door N.G.A. Voorbach. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 68,50, opgelegd op 21 augustus 2022, wegens het parkeren zonder betaling op een gefiscaliseerde parkeerplaats. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar op 10 november 2022 ongegrond, maar trok de naheffingsaanslag op 16 maart 2023 alsnog in en bood een vergoeding van € 764,50 aan voor griffierecht en proceskosten. Eiser heeft op 18 maart 2023 aangegeven het beroep in te trekken indien het bedrag voor de zitting was bijgeschreven. De zitting vond plaats op 22 maart 2023 via MS Teams, maar beide partijen verschenen niet. De rechtbank constateerde dat het bedrag niet was overgemaakt en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50,- moest vergoeden en veroordeelde hem tot betaling van € 714,50 aan proceskosten aan eiser, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 6 april 2023.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5425

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 april 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: N.G.A. Voorbach),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Woerden

(gemachtigde: mr. F. Darar).

Procesverloop

1.1.
Verweerder heeft aan eiser op 21 augustus 2022 een naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] (de naheffingsaanslag) opgelegd van € 68,50, wegens het parkeren met een auto, merk Volkswagen, kenteken [kenteken] , op een zogenaamde gefiscaliseerde parkeerplaats op de Specht in Nieuwegein, zonder dat de verschuldigde parkeerbelasting was voldaan.
1.2.
Bij uitspraak op bezwaar van 10 november 2022 heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
1.3.
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
1.4.
Verweerder heeft 30 januari 2023 een verweerschrift ingediend.
1.5.
Verweerder heeft het bezwaar van eiser bij brief van 16 maart 2023 alsnog gegrond verklaard en de naheffingsaanslag ingetrokken. Verweerder heeft zich bereid verklaard om een bedrag van € 50,- aan griffierecht en een bedrag van € 714,50 aan proceskosten voor het indienen van het bezwaarschrift, het deelnemen aan de hoorzitting en het indienen van het beroepschrift te vergoeden (een totaalbedrag van € 764,50).
1.6.
Eiser heeft per e-mailbericht van 18 maart 2023 toegezegd het beroep te zullen intrekken indien voornoemd totaalbedrag vóór de zitting op haar rekening is bijgeschreven.
1.7.
De rechtbank heeft het beroep op 22 maart 2023 op zitting behandeld via MS Teams. Eiser en verweerder zijn, zonder bericht van verhindering, niet op de zitting verschenen. Op de zitting is niet gebleken dat verweerder een geldbedrag € 764,50 aan eiser heeft overgemaakt.

Overwegingen

2. Verweerder is eiser in zijn brief van 16 maart 2023 volledig in zijn beroep tegemoetgekomen. De rechtbank verklaart het beroep daarom gegrond. De rechtbank bepaalt dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 50,- vergoedt. Verder ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten die eiser in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op
€ 714,50 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting en 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een wegingsfactor 0,5 omdat het gaat om een parkeerbelastingzaak).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 714,50 aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. J.M.T. Bouwman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 april 2023.
De griffier is verhinderddeze uitspraak te ondertekenen.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.