In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 april 2023, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen gegrond verklaard. Eiseres had op 11 januari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft op 24 oktober 2022 beroep ingesteld, nadat de Belastingdienst in gebreke was gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen, maar heeft ook rekening gehouden met het verzoek van de Belastingdienst om een langere termijn van dertien weken. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze termijn te kort is en heeft een termijn van twaalf weken vastgesteld, maar uiteindelijk de standaard wettelijke termijn van twee weken na de uitspraak bepaald, omdat deze termijn al was verstreken.
Daarnaast heeft de rechtbank een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Belastingdienst de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.