Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 24 februari 2012, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden, omdat hij zich had schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag (meermalen gepleegd) en bedreiging (meermalen gepleegd);
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden is ingegaan op 5 april 2012;
- stukken waaruit blijkt dat de rechtbank op 15 oktober 2012 een bevel tot verpleging van overheidswege aan betrokkene heeft afgegeven;
- de beslissing van deze rechtbank van 24 maart 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaren;
- de vordering van de officier van justitie van 16 februari 2023 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] (hierna: de instelling) van 1 februari 2023, opgemaakt door [GGZ-medewerker 1] , GZ-psycholoog en behandelcoördinator, en [GGZ-medewerker 2] , psychiater, inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene over de periode van 4 februari 2021 tot en met 20 maart 2023.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
- de officier van justitie, mr. A. Nieli;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J. Tieman, advocaat te Utrecht;
- de deskundige, [GGZ-medewerker 1] , GZ-psycholoog en behandelcoördinator, verbonden aan het [verblijfplaats] .
3.Het standpunt van de inrichting
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.