Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 10 november 2020 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan onder meer het medeplegen van het veroorzaken van een ontploffing en bedreigingen met brandstichting, zware mishandeling en een misdrijf tegen het leven gericht;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 15 maart 2021;
- de beslissing van deze rechtbank van 13 juli 2022, waarbij de voorwaarden van de terbeschikkingstelling zijn gewijzigd;
- de vordering van de officier van justitie van 26 januari 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van Inforsa van 10 januari 2023, opgemaakt door M. van Elst (reclasseringswerker) en K. de Gier (unitmanager), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 7 december 2022, opgemaakt door drs. K.N. Broek, psychiater;
- de voortgangsverslagen over betrokkene, over de periode 15 maart 2021 tot en met 15 september 2022.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de reclassering
4.Het standpunt van de psychiater
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De beslissing
verdachte werkt, in het geval van een door de reclassering en behandelaren geïndiceerde crisissituatie, mee aan een tijdelijke terugplaatsing in de gesloten unit van een FPA/FPK of een soortgelijke instelling, voor de duur van maximaal veertien weken per kalenderjaar’
‘Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde tijdelijk teruggeplaatst worden in de gesloten unit van een FPA/FPK of een soortgelijke instelling, voor de duur van maximaal veertien weken per kalenderjaar’.