In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een beslissing van de heffingsambtenaar met betrekking tot de WOZ-waarde van een object in [vestigingsplaats]. De rechtbank heeft op 20 april 2023 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer. Eiseres had op 1 maart 2022 een beroepschrift ingediend, waarin zij stelde dat de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2019 onjuist was vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen voor beroep vatbare beslissing is waarover de rechtbank kan oordelen. De rechtbank heeft opgemerkt dat het beroep van eiseres niet gericht was tegen de uitspraak op bezwaar, maar tegen het uitblijven van een uitspraak op bezwaar voor het belastingjaar 2021. Eiseres had eerder een ingebrekestelling ingediend, maar deze was onvoldoende specifiek om aan te tonen dat het bestuursorgaan in gebreke was. De rechtbank concludeert dat er geen ontvankelijk beroep is en dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. De uitspraak is openbaar gemaakt op 20 april 2023.