ECLI:NL:RBMNE:2023:1851

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
10284911 UC EXPL 23-375
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake annuleringskostenvergoeding bij pakketreisovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2023 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen Prijsvrij.nl B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Prijsvrij.nl B.V., heeft een vordering ingesteld tot betaling van annuleringskosten in verband met een pakketreis die door de gedaagde partij was geboekt maar niet tijdig was betaald, wat leidde tot annulering van de reis. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet op de dagvaarding heeft gereageerd, waardoor verstek is verleend.

De kantonrechter heeft vervolgens de vordering beoordeeld op basis van de toepasselijke consumentenbeschermende bepalingen. De rechter heeft vastgesteld dat de eisende partij aanspraak maakt op een annuleringskostenvergoeding op basis van de ANVR-voorwaarden en de Sunmix-voorwaarden. Echter, de kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering niet kan worden toegewezen, omdat niet is aangetoond dat de gedaagde partij de overeenkomst daadwerkelijk heeft geannuleerd. De enkele omstandigheid dat er contact is geweest over een gewijzigde vertrekdatum is onvoldoende om te concluderen dat de overeenkomst is geannuleerd.

Daarnaast heeft de kantonrechter ambtshalve beoordeeld of de algemene voorwaarden van de eisende partij oneerlijke bedingen bevatten. De rechter heeft vastgesteld dat de voorwaarden niet in strijd zijn met de goede trouw en dat de informatieplichten zijn nageleefd. De vordering is afgewezen, en de eisende partij is veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde partij op nihil zijn vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10284911 UC EXPL 23-375
Verstekvonnis d.d. 26 april 2023
inzake
Prijsvrij.nl B.V.
gevestigd te 's-Hertogenbosch
gemachtigde J.M. Rijken, gerechtsdeurwaarder
eisende partij,
tegen
[gedaagde]
wonende [adres]
[woonplaats]
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft een dagvaarding uitgebracht. Zij heeft gevorderd dat de gedaagde partij wordt veroordeeld om een bedrag aan haar te betalen, vermeerderd met rente en een vergoeding voor gemaakte kosten, zoals in de dagvaarding is omschreven.
1.2.
De gedaagde partij heeft daar niet (op tijd) op gereageerd en niet gevraagd om op een later moment te mogen reageren. Daarom heeft de kantonrechter verstek verleend tegen de gedaagde partij.
1.3.
Daarop volgt nu dit vonnis.

2.Wat is er aan de hand?

2.1.
Volgens de eisende partij heeft de gedaagde partij bij haar een pakketreis geboekt, maar het verschuldigde bedrag ondanks aanmaning niet (op tijd) betaald, waarna de reis is geannuleerd. Volgens de eisende partij is de gedaagde partij daarom, conform het annuleringskostenbeding in de toepasselijke algemene voorwaarden, de gevorderde annuleringskostenvergoeding verschuldigd.

3.De beoordeling

3.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een consument (de gedaagde partij) en een professionele partij, handelend in de uitoefening van haar beroep of bedrijf (de eisende partij. Op zo’n overeenkomst zijn consumentenbeschermende bepalingen van toepassing. Sommige consumentenbeschermende bepalingen worden zo belangrijk gevonden dat de kantonrechter ambtshalve (dat wil zeggen uit zichzelf, ook als de consument daar niet om vraagt) moet beoordelen of die zijn nageleefd. Als die bepalingen niet zijn nageleefd, of als de kantonrechter over onvoldoende informatie beschikt om dat te kunnen beoordelen, moet de kantonrechter daar, eveneens ambtshalve, consequenties aan verbinden. In de regel zal dan (een deel van) de vordering moeten worden afgewezen.
Ambtshalve toetsing van naleving informatieplichten
3.2.
Bij het sluiten van een overeenkomst tussen een consument en een professionele partij, handelend in de uitoefening van haar beroep of bedrijf, moet ter bescherming van de consument worden voldaan aan informatieplichten, opdat de consument kan weten waaraan hij zich verbindt. Die informatie moet bovendien op papier of een andere duurzame gegevensdrager aan de consument worden bevestigd, opdat die desgewenst op een later moment nog kan worden geraadpleegd.
3.3.
In geval van een pakketreisovereenkomst, zoals hier aan de orde is, zijn de relevante informatieplichten vermeld in artikel 7:502 en 7:504 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter constateert dat aan de essentiële (pre)contractuele informatieverplichtingen van artikel 7:502 BW in samenhang met artikel 7:504 BW is voldaan.
Ambtshalve toets van algemene voorwaarden
3.4.
De kantonrechter moet ook ambtshalve beoordelen of in de algemene voorwaarden bedingen zijn opgenomen die oneerlijk zijn ten opzichte van de consument, in de zin van artikel 3 van de Europese Richtlijn Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (richtlijn 93/13). Dit artikel is in het Nederlandse recht tot uitdrukking gebracht in artikel 6:233 onder a BW, waarin kort gezegd is bepaald dat een beding dat onredelijk bezwarend is vernietigbaar is.
3.5.
De kantonrechter moet in dit verband beoordelen of bedingen waaraan een consument gebonden is zonder dat daarover afzonderlijk is onderhandeld, in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoren. In dat geval moet de kantonrechter daar consequenties aan verbinden, opdat de consument erop kan vertrouwen dat de ‘kleine lettertjes’ niet oneerlijk voor hem uitpakken – en dat hij wordt beschermd als hij zijn handtekening heeft gezet onder een overeenkomst waarin oneerlijke bedingen blijken te zijn opgenomen.
3.6.
In dit geval maakt de eisende partij, zoals hiervoor al is overwogen, aanspraak op een annuleringskostenvergoeding, die is bedongen in de toepasselijke algemene voorwaarden. In de dagvaarding heeft zij toegelicht dat op de pakketreisovereenkomst (voor zover hier van belang) de ANVR-Reizigersvoorwaarden voor Pakketreizen (hierna: ANVR-voorwaarden) en de Sunmix Reis- en Boekingsvoorwaarden (hierna: Sunmix-voorwaarden) van toepassing zijn. In artikel 9.1 van de ANVR-voorwaarden is vastgelegd dat een reiziger de overeenkomst vóór het begin van de pakketreis tegen betaling van een schadevergoeding kan opzeggen (ook wel “annuleren” genoemd). In artikel 9.2 van de ANVR-voorwaarden in samenhang met de Sunmix-voorwaarden is de omvang van de dan te betalen schadevergoeding (ook wel “annuleringskostenvergoeding”) vastgelegd, waarbij een staffel is gehanteerd: naarmate de periode tussen annulering en overeengekomen vertrekdatum korter is, hoe hoger de verschuldigde vergoeding. Volgens de eisende partij is de pakketreisovereenkomst in dit geval op de overeengekomen vertrekdatum geannuleerd, waardoor 100% van de overeengekomen reissom is verschuldigd als annuleringskostenvergoeding.
3.7.
De kantonrechter overweegt dat in dit geval in het midden kan blijven of de bedongen annuleringskostenvergoeding al dan niet oneerlijk is, omdat de vordering hoe dan ook niet kan worden toegewezen.
3.8.
De annuleringskostenvergoeding waar de eisende partij zich op beroept (de vergoeding van artikel 9.2 ANVR-voorwaarden in samenhang met de Sunmix-voorwaarden) is namelijk alleen verschuldigd in geval van annulering als bedoeld in artikel 9.1 van de ANVR-voorwaarden, dat wil zeggen in geval van annulering door de reiziger. Dat de gedaagde partij in deze zaak de pakketreisovereenkomst heeft geannuleerd is echter niet gebleken. De eisende partij heeft in dit verband wel gesteld dat partijen contact met elkaar hebben gehad over een door de gedaagde partij gewenste gewijzigde vertrekdatum, waarna de eisende partij een nieuw aanbod heeft gedaan, waarop geen reactie is gekomen, maar aan het enkele uitblijven van een reactie kan niet gerechtvaardigd de conclusie worden verbonden dat de gedaagde partij de overeenkomst daadwerkelijk heeft geannuleerd. Bij gebreke daarvan kan artikel 9.2 van de ANVR-voorwaarden in samenhang met de Sunmix-voorwaarden geen grondslag bieden voor de gevorderde annuleringskostenvergoeding.
3.9.
De kantonrechter overweegt ambtshalve dat ook in artikel 10 van de ANVR-voorwaarden iets is bedongen over de vergoeding van annuleringskosten. In dat artikel staat namelijk dat een reiziger die het verschuldigde bedrag niet op het overeengekomen tijdstip heeft betaald wordt aangemaand om binnen een termijn van veertien dagen alsnog te betalen, waarbij die reiziger erop wordt gewezen dat de overeenkomst geacht wordt te zijn geannuleerd als binnen die termijn niet alsnog wordt betaald. Uit artikel 10.2 (waarin wordt gesproken van de verrekening van reeds betaalde bedragen met de ‘annuleringsgelden’) volgt dat ook in dat geval een annuleringskostenvergoeding verschuldigd is. Ook dit beding kan echter niet tot toewijzing van de gevorderde vergoeding leiden.
3.10.
Gelet op de bewoording van het beding is de annuleringskostenvergoeding van artikel 10 ANVR-voorwaarden namelijk alleen verschuldigd als a. aan de gedaagde partij een termijn van veertien dagen is gegeven om alsnog te betalen en b. aan de gedaagde partij is meegedeeld dat de overeenkomst bij het uitblijven van betaling in deze termijn geannuleerd is. Niet is gebleken dat hieraan is voldaan. In de in het geding gebrachte correspondentie is wel vermeld dat te late betaling gevolgen kan hebben, in de zin dat reisbescheiden vertraagd kunnen worden verstuurd, en ook dat de eisende partij dan het recht heeft om de overeenkomst te annuleren, maar dat is niet voldoende. Niet is gebleken dat een termijn van veertien dagen is gegeven om alsnog te betalen en evenmin is gebleken dat is medegedeeld dat de overeenkomst na het onbenut verstrijken van deze termijn daadwerkelijk wordt geannuleerd. Daarom kan ook artikel 10 van de ANVR-voorwaarden geen grondslag bieden voor de gevorderde vergoeding.
3.11.
De conclusie kan daarom niet anders luiden dan dat de vordering moet worden afgewezen. Weliswaar is op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden onder bepaalde omstandigheden een vergoeding van annuleringskosten mogelijk, maar niet is gebleken dat die omstandigheden zich hebben voorgedaan.
3.12.
De eisende partij wordt in de kosten van deze procedure veroordeeld, omdat zij de partij is die ongelijk krijgt. De kosten aan de kant van de gedaagde partij worden tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt eisende partij in de proceskosten, tot en met vandaag aan de zijde van gedaagde partij begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 april 2023.