Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met bijlagen van 31 maart 2023;
- de mondelinge behandeling op 5 april 2023.
2.De voorgeschiedenis
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 in [geboorteplaats] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die op 20 april 2023 door de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een kort geding waarin de vader van een minderjarige kind de moeder vordert om haar medewerking te verlenen aan de zorgregeling die eerder is vastgesteld. De ouders hebben gezamenlijk gezag over hun kind, dat in 2018 is geboren. De vader heeft de moeder verzocht om de zorgregeling na te komen, die inhoudt dat hij het kind eens in de veertien dagen op vrijdag uit school haalt en het op maandagochtend weer naar school brengt. De moeder heeft echter de zorgregeling eenzijdig opgeschort, wat aanleiding geeft tot deze rechtszaak.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 april 2023 zijn beide partijen met hun advocaten aanwezig geweest. De rechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, omdat de moeder de zorgregeling zonder geldige redenen heeft opgeschort. De rechter heeft geoordeeld dat de zorgregeling onmiddellijk moet worden hervat, aangezien een overeengekomen zorgregeling nagekomen moet worden totdat er andere afspraken zijn gemaakt of een rechter anders beslist. De rechter heeft de moeder veroordeeld om haar volledige medewerking te verlenen aan de zorgregeling, die in de regel in [woonplaats 2] zal plaatsvinden, zolang de vader zijn adres niet aan de moeder geeft.
De rechter heeft ook benadrukt dat ouderschapsbemiddeling in het belang van het kind noodzakelijk is, maar kan partijen hier niet toe verplichten. De vader heeft aangegeven niet te willen meewerken aan bemiddeling totdat er rust is. De rechter heeft geen dwangsom opgelegd, omdat partijen tijdens de mondelinge behandeling in staat zijn gebleken om afspraken te maken. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten moet dragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.