Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 april 2023 in de zaak tussen
[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker
,verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
19 oktober 2022 al in gebreke was. Alleen als daarvan sprake was, zou het beroep immers, als het niet was ingetrokken, gegrond zijn verklaard met een veroordeling van het Uwv in de proceskosten. De rechtbank is, anders dan het Uwv in zijn verweerschrift stelt, van oordeel dat het Uwv ten tijde van het instellen van het beroep wel al in gebreke was. De rechtbank gaat er daarbij vanuit dat verzoeker het Uwv op 30 september 2022 per e-mail in gebreke heeft gesteld. De rechtbank volgt het Uwv dus niet dat deze ingebrekestelling niet geldig is en dat de geldige ingebrekestelling pas (per post) op 5 oktober 2022 is gedaan. De rechtbank licht dat hierna toe.
Beslissing
€ 837,-.
mr. D. Burggraaf, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 april 2023.