In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 8 februari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiser heeft op 28 januari 2023 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 13 september 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak. De rechtbank heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genoemd die van toepassing zijn op deze procedure.