In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 9 maart 2023, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser, woonachtig in België, had op 5 oktober 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van zijn kinderopvangtoeslag. Verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, heeft echter niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiser heeft verweerder op 15 november 2022 in gebreke gesteld, maar het beroep is pas op 31 januari 2023 ingediend, nadat de termijn van twee weken na de ingebrekestelling was verstreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van twaalf weken gegeven om dit besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 418,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed.