Op 22 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een B.V., een voorlopige voorziening heeft gevraagd in verband met een opgelegde last onder dwangsom door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De last onder dwangsom was opgelegd vanwege het gebruik van opaakglas in de ramen van de eerste drie verdiepingen van een nieuwbouwproject. De voorzieningenrechter heeft de voorlopige voorziening in verband met de last onder dwangsom toegewezen, maar de voorlopige voorziening met betrekking tot de geweigerde aanvraag om een gewijzigde omgevingsvergunning is afgewezen.
De zaak betreft de bouw van 16 woningen op een perceel in Utrecht, waarvoor eerder bouwvergunningen zijn verleend. De verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de last onder dwangsom en de weigering van de omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een overtreding, omdat de ramen in de achtergevel van de woningen in opaakglas moeten worden uitgevoerd volgens de bouwvergunning eerste fase. De voorzieningenrechter heeft echter ook geoordeeld dat er concreet zicht op legalisatie bestaat, omdat verzoekster een aanvraag heeft ingediend voor een wijziging van de bouwtekeningen.
De voorzieningenrechter heeft de last onder dwangsom geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar en het college veroordeeld tot betaling van proceskosten aan verzoekster. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.