Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[vader] , hierna: de vader,
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige] .
[moeder] , hierna: de moeder,
de gecertificeerde instelling SAMEN VEILIG MIDDEN-NEDERLAND, hierna: de GI,
de familie [pleegouders] , hierna: de pleegouders,
Het procesverloop
De feiten
De beoordeling
… maar het kan in het belang van [minderjarige] zijn dat Save zich openstelt voor deze gedachte; is het een idee om uit te zoeken of het inderdaad zo is dat [minderjarige] toch een verlangen heeft om terug naar huis te gaan, hoe ingewikkeld dat ook is voor hem …”.Uit deze mail aan de GI blijkt niet dat de vader de GI daadwerkelijk vraagt om de machtiging tot uithuisplaatsing te beëindigen. Nu hij dat niet heeft gedaan heeft hij de in artikel 1:265d BW voorgeschreven route niet gevolgd. Dat maakt dat hij kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek aan de kinderrechter.