In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 april 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 17 mei 2021, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en had verweerder op 24 januari 2023 in gebreke gesteld. Na meer dan twee weken, op 15 februari 2023, heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat verweerder nog geen besluit had genomen. De rechtbank bepaalde dat verweerder dit alsnog moest doen binnen een termijn van twaalf weken, te rekenen vanaf de datum van het verweerschrift. Dit was een verlenging van de gebruikelijke termijn van twee weken, die de rechtbank te kort achtte gezien de complexiteit van de herbeoordelingen en het aantal aanvragen. De rechtbank stelde ook een dwangsom van € 100,- per dag in voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschreed, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast werd eiseres een vergoeding voor de proceskosten toegekend, die door verweerder moest worden betaald. De rechtbank berekende deze vergoeding op € 418,50, en verweerder werd ook verplicht om het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.