In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 april 2023, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag op 26 februari 2021, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres stelde dat de beslistermijn was overschreden en had verweerder in gebreke gesteld op 21 november 2022. Na meer dan twee weken, op 17 februari 2023, heeft zij beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk gegrond was, omdat verweerder nog geen besluit had genomen. De rechtbank bepaalde dat verweerder alsnog binnen twaalf weken na de datum van het verweerschrift een besluit moest nemen, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank legde een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moest aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.