In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stichting Woonin en een onder bewindgestelde huurder. De eisende partij, Woonin, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de onder bewindgestelde, die sinds 1 juli 1976 huurde. De aanleiding voor deze vordering waren langdurige klachten van buurtbewoners over ernstige overlast, waaronder geluidsoverlast, bedreigingen en agressief gedrag van de huurder. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder zich niet als een goed huurder heeft gedragen, zoals vereist door de wet en de huurovereenkomst. Ondanks dat de huurder recentelijk in behandeling is en zijn gedrag lijkt te verbeteren, woog het belang van de andere huurders en de omwonenden zwaarder dan de belangen van de huurder. De kantonrechter heeft daarom de huurovereenkomst ontbonden en de huurder veroordeeld tot ontruiming van de woning per 15 juli 2023, met de mogelijkheid voor Woonin om een gebruiksvergoeding te vorderen voor de periode na de ontbinding. De huurder werd ook veroordeeld in de proceskosten van Woonin.