In deze zaak heeft De Utrechtse Bomenstichting een verzoek ingediend om proceskostenveroordeling tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Dit verzoek volgde op de intrekking van een eerder ingediend beroep tegen de beslissing op bezwaar van 5 januari 2023. De rechtbank heeft op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het verzoek om proceskostenveroordeling kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster het griffierecht niet op tijd heeft betaald, wat een voorwaarde is voor de inhoudelijke behandeling van het beroep. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het griffierecht, vastgesteld op € 365,-, niet tijdig is ontvangen en dat verzoekster geen geldige reden heeft gegeven voor deze niet-betaling. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de termijn voor betaling van het griffierecht niet opnieuw aanvangt, ondanks de communicatie van verzoekster. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden en dat er geen proceskostenvergoeding zal worden toegekend.