Op 10 maart 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht. De zaak betreft een beroepschrift dat door de eiser is ingediend op 10 augustus 2022. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet op tijd is betaald. Dit is in strijd met artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin staat dat iemand die in beroep gaat griffierecht moet betalen. In dit geval was het griffierecht vastgesteld op € 50,-.
De rechtbank heeft op 30 oktober 2022 een aangetekende brief naar de eiser gestuurd, waarin werd aangegeven dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Deze brief is echter niet door de eiser afgehaald en is geretourneerd aan de rechtbank. Vervolgens is de brief per gewone post opnieuw verzonden, met de mededeling dat de termijn niet opnieuw aanvangt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet op tijd is ontvangen en dat de eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze vertraging.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat de eiser ook geen kopie van de uitspraak op bezwaar en geen NAW-gegevens heeft ingediend, ondanks een verzoek daartoe in een aangetekende brief van 10 november 2022. Hierdoor is de rechtbank tot de conclusie gekomen dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bepaald in artikel 8:54 van de Awb. De rechtbank heeft besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 maart 2023.